ECLI:NL:RBNNE:2025:3286
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen opgelegde boete op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 22 juli 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een boete die was opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De boete van € 119,00 was opgelegd voor het niet aangeven van een richting bij het afslaan op 21 november 2023 om 15:10 uur op de Provincialeweg N361 in Wehe-den Hoorn. De betrokkene, die zich niet kon herinneren de overtreding te hebben begaan, heeft beroep aangetekend tegen de beslissing van de officier van justitie die het beroep ongegrond verklaarde. Tijdens de zitting op 9 juli 2025 heeft de kantonrechter de argumenten van de betrokkene en zijn broer gehoord, die beiden twijfelden aan de juistheid van de boete. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de boete terecht was opgelegd aan de kentekenhouder van het voertuig, ongeacht of de betrokkene daadwerkelijk de bestuurder was. De verklaring van de verbalisant en de gegevens in het zaakoverzicht werden als voldoende betrouwbaar beschouwd. De kantonrechter concludeerde dat er geen reden was om de boete te matigen of te vernietigen en verklaarde het beroep ongegrond.