Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving
Bestemmingsplan Winsum Dorp (https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.0053.BPWI2010BEHE1-VA01/r_NL.IMRO.0053.BPWI2010BEHE1-VA01.html)
Artikel 16 Groen
16. 1. Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
f. de bescherming van de functie van de in het aanliggende gebied gesitueerde molen als werktuig en zijn waarde als landschapsbepalend element, ter plaatse van de gebiedsaanduiding “vrijwaringszone - molenbiotoop”;
met daaraan ondergeschikt:
g. incidentele evenementen;
met de daarbij behorende:
i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder kunstobjecten.
16. 2. 1. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
16. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van het wonen zijn niet toegestaan;
b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;
c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 3,00 m bedragen.
31. 1. Bestemmingsomschrijving
De voor ’Wonen - 2’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep en/of bedrijf;
b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen;
c. de bescherming van de functie van de in het aanliggende gebied gesitueerde molen als werktuig en zijn waarde als landschapsbepalend element, ter plaatse van de gebiedsaanduiding “vrijwaringszone - molenbiotoop”;
met daaraan ondergeschikt:
i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
31. 2. 1. Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend woonhuizen worden gebouwd;
b. een hoofdgebouw wordt binnen een bouwvlak gebouwd;
c. de goothoogte van een hoofdgebouw zal ten hoogste 7,00 m bedragen;
d. de dakhelling van een hoofdgebouw zal ten minste 30° bedragen;
e. de dakhelling van een hoofdgebouw zal ten hoogste 60° bedragen.
31. 2. 2. Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
a. indien aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen niet voor de voorgevel van het hoofdgebouw kunnen worden gebouwd, worden aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ten minste 1,00 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw dan wel het verlengde daarvan gebouwd;
b. in afwijking van het bepaalde onder a dienen ter plaatse van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding - afwijkende bijgebouwenregeling” de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ten minste 5,00 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw dan wel het verlengde daarvan gebouwd;
c. indien aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen vóór de voorgevel van het hoofdgebouw kunnen worden gebouwd, zal de gezamenlijke breedte van de vóór de voorgevel van het hoofdgebouw gebouwde aan- of uitbouwen, bijgebouwen en/of overkappingen ten hoogste 50% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw bedragen;
d. de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden ten minste 1,00 m vanaf de zijdelingse perceelsgrens dan wel op de zijdelingse perceelsgrens gebouwd;
e. ter plaatse van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding - afwijkende bijgebouwenregeling” dient de afstand van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen tot het hoofdgebouw ten minste 4,00 m te bedragen, tenzij de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zijn aangebouwd;
f. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een hoofdgebouw zal ten hoogste 50 m² bedragen;
g. de bouwhoogte van een aan- of uitbouw of overkapping zal ten hoogste 3,50 m bedragen;
h. de goothoogte van een bijgebouw zal ten hoogste 3,50 m bedragen;
i. de bouwhoogte van een bijgebouw zal ten hoogste 5,50 m bedragen.
31. 2. 3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan ten hoogste 1,00 m zal bedragen;
b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
Facetbestemmingsplan (https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.1966.BPHHLerfgoed-VS01/r_NL.IMRO.1966.BPHHLerfgoed-VS01.html) gebouwd erfgoed
Artikel 2 van toepassingverklaring
Dit bestemmingsplan is een aanvulling op de bestemmingsplannen die gelden in binnen de verbeelding opgenomen gebieden. Het bepaalde in deze bestemmingsplannen blijft van toepassing, met dien verstande dat in geval van strijdigheid van bepalingen de bepalingen van dit bestemmingsplan voorgaan op de regels die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Dit facet bestemmingsplan is van toepassing op de bestemmingsplannen, zoals opgenomen in onderstaande tabel:
Bestemmingsplan Winsum Dorp
NL.IMRO.0053.BPWI2010BEHE1-VA01
28-09-2010
Artikel 3 Waarde - Ruimtelijke kwaliteit
3.1Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Ruimtelijke kwaliteit (https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.1966.BPHHLerfgoed-VS01/r_NL.IMRO.1966.BPHHLerfgoed-VS01.html)' bestemde gebieden zijn mede bestemd voor het behoud van de bestaande ruimtelijke kwaliteiten waaronder wordt begrepen:
- het aanwezige straat-, bebouwings- en/of landschapsbeeld ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - karakteristiek gebied';
- de cultuurhistorische, stedenbouwkundige en architectonische waarde en functie in het landschap van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - karakteristiek gebouw' en 'specifieke vorm van waarde - karakteristieke boerderij'.
3.2Bouwregels
In afwijking van het bepaalde in de andere daar voorkomende bestemming(en) geldt voor het bouwen van gebouwen de volgende regel:
a) ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - karakteristiek gebouw' en 'specifieke vorm van waarde - karakteristieke boerderij' dienen de bestaande goot- en bouwhoogten, de kapvorm, de nokrichting, de dakoverstekken, daklijsten, schoorstenen, erkers en balkons, de oppervlakte van het bouwwerk, de bestaande gevelindeling, de bestaande ligging, alsmede de karakteristieken van andere bouwwerken te worden gehandhaafd.