ECLI:NL:RBNNE:2025:3425

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
12 augustus 2025
Publicatiedatum
21 augustus 2025
Zaaknummer
1883023715
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met dwangverpleging na doodslag

Op 12 augustus 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak van een veroordeelde die ter beschikking was gesteld na een veroordeling voor doodslag. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren. De rechtbank heeft de zaak behandeld, waarbij de veroordeelde, zijn raadsman mr. J. Boksem, en de officier van justitie mr. A.J. Kemkers aanwezig waren. De rechtbank heeft het advies van de deskundige, GZ-psycholoog W.A.T. Bos, in overweging genomen, waarin werd gesteld dat de veroordeelde zich goed ontwikkelt, maar nog niet klaar is voor een voorwaardelijke beëindiging van de tbs-maatregel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veiligheid van anderen vereist dat de termijn van de dwangmaatregel wordt verlengd. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met twee jaren verlengd, in overeenstemming met de vordering van de officier van justitie en het advies van de deskundige. De beslissing is genomen op basis van de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 1883023715
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 12 augustus 2025 op een vordering van de officier van justitie tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling
in de zaak tegen

[veroordeelde] ,

geboren op [geboortedatum] 1973 te [geboorteplaats] , thans verblijvende te FPA [instelling 1] ,
hierna te noemen: de veroordeelde.

Procesverloop

De officier van justitie heeft schriftelijk gevorderd dat de rechtbank de termijn van terbeschikkingstelling van de veroordeelde zal verlengen met twee jaren.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 12 augustus 2025, waarbij aanwezig waren de veroordeelde, zijn raadsman mr. J. Boksem, de officier van justitie mr. A.J. Kemkers en de heer W.A.T. Bos, GZ-psycholoog en hoofdbehandelaar als deskundige.
De rechtbank heeft acht geslagen op de stukken, waaronder met name het door het plaatsvervangend hoofd van de inrichting ondertekende rapport met advies d.d. 2 juni 2025 van het behandelteam van de instelling waar de veroordeelde van overheidswege wordt verpleegd en de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de veroordeelde.

Motivering

De opgelegde terbeschikkingstelling
Bij arrest van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 28 december 2016, in stand gelaten door de Hoge Raad in zijn arrest van 13 februari 2018, is veroordeelde wegens doodslag ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege. De terbeschikkingstelling is aangevangen op 15 augustus 2019 en laatstelijk op 5 september 2023 verlengd met twee jaren.
Het advies van de instelling
In het voormeld verlengingsadvies wordt geadviseerd de termijn van de
terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren. In dit verlengingsadvies is onder meer het volgende aangegeven, zakelijk weergegeven:
Veroordeelde heeft een licht verstandelijke beperking en een andere gespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis. Daarnaast is er sprake van antisociale en paranoïde trekken (geclassificeerd als een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis) en middelenproblematiek in remissie (cannabis, cocaïne en alcohol). De veroordeelde deed het goed en was stabiel waardoor hij op 27 december 2023 is overgeplaatst naar pré-resocialisatieafdeling [instelling 2] . Ook op deze plek blijft hij zich goed ontwikkelen. Hoewel hij zelf geen meerwaarde meer ziet in medicatie, neemt hij deze trouw in. Dit is een belangrijke voorwaarde voor het stabiele functioneren en daarmee ook voor zijn verdere resocialisatietraject richting een voorwaardelijke beëindiging. In de afgelopen periodes zijn er geen incidenten geweest of vermoedens van middelengebruik. Het was passend om, na de uitbreiding van het onbegeleide verlofkader van afgelopen jaar, een vervolgplek te zoeken. Zijn kinderen zijn de drijfveer om zijn resocialisatietraject goed te doorlopen, waardoor het passend is om dichterbij hen te resocialiseren.
Hierop werd de veroordeelde aangemeld bij de FPA van de [instelling 1] (beveiligingsniveau 2) en werd hij na een intakegesprek aangenomen voor opname middels een transmuraal verlofkader. De kliniek blijft na overplaatsing eindverantwoordelijk voor het resocialisatietraject. Er moet worden gekeken waar uiteindelijk de externe hulpverleningsprothese in de toekomst aan moet voldoen. Dit alles zal niet binnen een jaar gerealiseerd zijn.
De deskundige de heer W.A.T. Bos heeft tijdens de terechtzitting van 12 augustus 2025 het advies bevestigd en aangevuld. Deze aanvulling houdt - zakelijk weergegeven - in:
Veroordeelde verblijft sinds juni bij de FPA in [instelling 1] . Hij houdt zich goed aan alle afspraken en doet soms al onbegeleid boodschappen. Op termijn willen we kijken of de [instelling 1] de casus over kan nemen vanwege de afstand. Het innemen van medicatie blijft erg belangrijk vanwege het herhalingsgevaar. De veroordeelde is op dit moment nog onvoldoende ingebed en heeft nog zorg nodig. Er is een plan van aanpak nodig en dat kost tijd. Hij is net van beveiligingsniveau 4 naar niveau 2 gegaan.
Hopelijk ligt er volgend jaar een duidelijk plan, mogelijk met proefverlof, waar we eventueel met de
reclassering naar kunnen kijken. We hebben zeker twee jaren nodig om te kijken naar een eventuele voorwaardelijke beëindiging. Het moet stapsgewijs gaan.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij haar vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met twee jaren. Ter zitting heeft de officier van justitie haar standpunt toegelicht, zakelijk weergegeven:
Het herhalingsgevaar is hoog als de maatregel vervalt en ook bij een eventuele voorwaardelijke beëindiging. De verwachting is dat veroordeelde stopt met de medicatie als hij dat zelf kan bepalen en dat brengt veel risicos met zich mee. Veroordeelde ontwikkelt zich goed, maar is er nog niet.
Het standpunt van de veroordeelde en zijn raadsman
De raadsman heeft zich niet verzet tegen een verlenging van de terbeschikkingstelling met de duur van twee jaren. De veroordeelde acht een verlenging voor de duur van één jaar voldoende, maar heeft aangegeven zich neer te leggen bij de beslissing van de rechtbank. Naar eigen zeggen gaat het goed met hem en heeft hij geen medicatie meer nodig, maar hij zal dit wel blijven innemen als dat noodzakelijk wordt geacht. Zijn kinderen zijn een grote motivatie voor hem.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt op grond van de strafmotivering in het onderliggende arrest vast dat de
terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van een misdrijf gericht tegen of gevaar veroorzakend voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, te weten
doodslag.
Op grond van de inhoud van voormeld advies, de door de deskundige gegeven toelichting en hetgeen overigens uit het onderzoek ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen en goederen vereist dat de termijn van de dwangmaatregel wordt verlengd.
Het is duidelijk dat de veroordeelde zich de afgelopen periode goed heeft ingezet voor zijn behandeling, dat hij goed in contact is met zijn behandelaren en dat er belangrijke stappen zijn gezet. Sinds 5 juni 2025 verblijft veroordeelde transmuraal bij de FPA [instelling 1] .
Gelet op de verklaring van de deskundige en het verlengingsadvies, is duidelijk dat veroordeelde binnen twee jaren niet toe is aan een voorwaardelijke beëindiging van de tbs-maatregel met verpleging van overheidswege. Bij dergelijke omstandigheden is het uitgangspunt van de rechtbank een maatregel als de onderhavige voor de duur van twee jaren te verlengen.
De rechtbank zal de terbeschikkingstelling dan ook, overeenkomstig de vordering en het verlengingsadvies, met twee jaren verlengen.
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van de veroordeelde met twee jaren.
Deze beslissing is gegeven door mr. H.J. Schuth, voorzitter, mr. H.C.L. Vreugdenhil en
mr. E.P. van Sloten, rechters, bijgestaan door J. Kunst, griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 augustus 2025.
De oudste en jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.