ECLI:NL:RBNNE:2025:3542

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
31 juli 2025
Publicatiedatum
28 augustus 2025
Zaaknummer
11621833 BU VERZ 25-703
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van een opgelegde boete wegens het negeren van een geslotenverklaring voor motorvoertuigen

In deze zaak is aan de betrokkene een boete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) voor het negeren van een geslotenverklaring voor motorvoertuigen (bord C12) op 21 juli 2024. De betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de boete, die oorspronkelijk € 129,00 bedroeg. Tijdens de zitting op 31 juli 2025 heeft de kantonrechter de zaak behandeld, waarbij de betrokkene en haar vertegenwoordiger aanwezig waren. De vertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. P. Belopavlovic, was ook aanwezig. De betrokkene heeft verklaard dat zij op de pleeglocatie heeft geparkeerd op basis van een mondelinge toezegging van agenten, maar kon geen bewijs overleggen van deze toezegging. De kantonrechter heeft echter geconstateerd dat de betrokkene consistent en uitgebreid heeft verklaard over de omstandigheden van het parkeren. De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft aangevoerd dat er onvoldoende bewijs is voor de toezegging en dat er geen bevestiging was van een defecte slagboom. De kantonrechter heeft besloten de boete te matigen tot nihil, omdat de gerezen twijfel in het voordeel van de betrokkene moet worden uitgelegd. De beslissing van de officier van justitie is vernietigd en de boete is aangepast. De betrokkene kan binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Assen
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 268159941
zaaknummer: 11621833 BU VERZ 25-703
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan op de openbare zitting van 31 juli 2025
in de zaak van

[betrokkene] (de betrokkene),

die woont in [woonplaats] .

Inleiding

1. Aan betrokkene is een boete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De verkeersovertreding waarvoor de boete is opgelegd is: ‘een geslotenverklaring voor alle motorvoertuigen negeren (bord C12)’ verricht op 21 juli 2024, om 15:31 uur, aan de Bosweg te Gasselte, gemeente Aa en Hunze, met een personenauto, met kenteken [kenteken] . De opgelegde boete bedraagt € 129,00 (inclusief administratiekosten).
1.1.
Betrokkene heeft tegen de boete beroep ingesteld bij de officier van justitie. Deze heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De kantonrechter heeft het beroep op 31 juli 2025 op de zitting behandeld. Daarbij waren aanwezig: betrokkene, haar partner en kinderen en als vertegenwoordiger van de officier van justitie mr. P. Belopavlovic.
1.3.
Na afloop van de zitting heeft de kantonrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de kantonrechter

Beslissing

2. De kantonrechter beoordeelt het beroep aan de hand van de beroepsgronden van betrokkene. Zij oordeelt dat het beroep gegrond is en zal de boete matigen. De kantonrechter zal hierna uitleggen waarom zij dat doet.
Standpunten
3. Betrokkene heeft aangevoerd dat zij in de situatie volledig hebben vertrouwd op de toezegging van de agenten om op de Bosweg te mogen parkeren. Betrokkene heeft aangevoerd dat zij netjes op het parkeerterrein wilden parkeren, maar dat de slagbomen het niet deden. Nadat zij hadden besloten een ander plekje te zoeken, kwamen ze twee agenten tegen die aangaven dat zij daar voor die ene keer mochten parkeren. Toen zij terugkwamen, zagen ze de boete aan de deurhendel hangen. Betrokkene heeft aangevoerd dat er toen twee andere agenten waren, die Staatsbosbeheer hebben proberen te bellen om de boete te annuleren. Op de zitting heeft betrokkene aangevoerd dat er veel agenten waren omdat een kiosk was afgebrand.
4. Door de vertegenwoordiger aangevoerd dat er onvoldoende bewijs door betrokkene is aangedragen dat er een toezegging is gedaan en dat er daadwerkelijk een storing was van de slagbomen. De vertegenwoordiger heeft aangevoerd dat hij, gelet op het verweer van betrokkene, om informatie heeft gevraagd bij de gemeente. Hij heeft hierop nog geen reactie ontvangen omdat het Openbaar Ministerie in verband met een hack is afgesloten van het internet. Gelet op vorenstaande heeft de vertegenwoordiger de kantonrechter verzocht de zaak aan te houden, in afwachting van de reactie van de gemeente.
Overwegingen
5. Omdat de betrokkene de verweten gedraging niet betwist, kan deze worden vastgesteld. Vervolgens is de vraag, of sprake is van omstandigheden die moeten leiden tot het matigen of achterwege laten van de boete.
5.1.
In hetgeen door betrokkene is aangevoerd, ziet de kantonrechter aanleiding de boete te matigen tot nihil. Hoewel betrokkene geen bewijs heeft kunnen overleggen van de mondelinge toezegging van de agenten, heeft zij wel consistent en uitgebreid verklaard waarom zij op de Bosweg heeft geparkeerd. De kantonrechter neemt ook mee dat de vertegenwoordiger op de zitting heeft aangegeven dat hij informatie bij de gemeente heeft willen opvragen over of er op die specifieke datum sprake was van een defecte slagboom. Als dat door de gemeente bevestigd had kunnen worden, zou dat voor de vertegenwoordiger aanleiding zijn geweest om te vragen de zaak gegrond te verklaren. De kantonrechter ziet geen aanleiding om de zaak te schorsen om de vertegenwoordiger in de gelegenheid te stellen de gemeente te benaderen per brief. Daartoe overweegt zij dat de vertegenwoordiger op de zitting heeft aangegeven dat hij pas op 17 juli 2025 het verzoek om aanvullende informatie heeft gedaan, wat precies de datum is van de hack van het Openbaar Ministerie. De kantonrechter is van oordeel dat de vertegenwoordiger eerder actie had kunnen ondernemen richting de gemeente. Daarnaast overweegt de kantonrechter dat, doordat de vertegenwoordiger de informatie bij de gemeente moet opvragen via de post, het aannemelijk is dat dit nog enige tijd gaat duren. De kantonrechter is van oordeel dat de gerezen twijfel in het voordeel van betrokkene dient te worden uitgelegd, en wel in die zin, dat zij de boete zal matigen tot nihil.

Conclusie

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond;
  • vernietigt die beslissing;
  • wijzigt de inleidende beschikking in die zin dat de boete wordt gematigd tot nihil;
  • bepaalt dat het bedrag van de zekerheidstelling aan betrokkene wordt gerestitueerd.
Waarvan proces-verbaal,
R. de Hoop, griffier mr. V.A.G. van Dijk, kantonrechter

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.