ECLI:NL:RBNNE:2025:3629

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
14 augustus 2025
Publicatiedatum
4 september 2025
Zaaknummer
11234940 BU VERZ 24-1646
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Matiging van boete wegens schending van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke verkeerszaak

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 14 augustus 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een opgelegde boete op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De betrokkene had een boete van € 259,00 ontvangen voor het niet verlenen van voorrang aan bestuurders op een voorrangsweg, wat plaatsvond op 2 februari 2023. Betrokkene heeft tegen deze boete beroep ingesteld, maar de officier van justitie verklaarde het beroep ongegrond. De kantonrechter heeft het onderzoek op de zitting van 15 mei 2025 geschorst om de vertegenwoordigster de gelegenheid te geven een aanvullend proces-verbaal af te wachten. Op 14 augustus 2025 werd de zaak opnieuw behandeld, waarbij de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was.

De gemachtigde van de betrokkene voerde aan dat er geen bord B6 op de pleeglocatie aanwezig was en dat er geen verkeersbesluit was dat dit bevestigde. De kantonrechter oordeelde echter dat de verklaring van de verbalisant en de gegevens in het zaakoverzicht voldoende waren om de gedraging vast te stellen. De kantonrechter concludeerde dat de boete met 25% moest worden gematigd tot € 196,50, omdat de redelijke termijn was geschonden. De kantonrechter heeft ook de proceskosten van de betrokkene vergoed, omdat de inleidende beschikking werd gewijzigd. De uitspraak werd onmiddellijk na de zitting gedaan, en de betrokkene werd geïnformeerd over de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Leeuwarden
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 255531128
zaaknummer: 11234940 BU VERZ 24-1646
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan op de openbare zitting van 14 augustus 2025
in de zaak van

[betrokkene] (de betrokkene),

die woont in [woonplaats] ,
(gemachtigde: G. Debije, Meesterboete.nl).

Inleiding

1. Aan betrokkene is een boete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De verkeersovertreding waarvoor de boete is opgelegd is: ‘geen voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg (voorrangsweg, bord B6)’, verricht op 2 februari 2023, om 11:18 uur, op de Jan Binneslaan in Surhuisterveen, met een personenauto, met kenteken [kenteken] . De opgelegde boete bedraagt € 259,00 (inclusief administratiekosten).
1.1.
Betrokkene heeft tegen de boete beroep ingesteld bij de officier van justitie. Deze heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De kantonrechter heeft het onderzoek op de zitting van 15 mei 2025 geschorst om de vertegenwoordigster de gelegenheid te geven een aanvullend proces-verbaal af te wachten. De kantonrechter zet het onderzoek voort in de stand waarin het zich op 15 mei 2025 bevond.
1.3.
De kantonrechter heeft het beroep op 14 augustus 2025 op de zitting behandeld. Daarbij was aanwezig: als vertegenwoordigster van de officier van justitie mr. R.A. van der Velde.
1.4.
Na afloop van de behandeling op de zitting heeft de kantonrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de kantonrechter

Standpunten

2. Gemachtigde voert onder verwijzing naar bijlagen aan dat op de pleeglocatie geen bord B6 staat. Bovendien is er ook geen verkeersbesluit, waaruit blijkt dat een dergelijk bord er zou moeten staan. Daarnaast zijn alle zijwegen op de Jan Binneslaan in Surhuisterveen uitritconstructies met verhoogd trottoir, waardoor verkeer komend vanaf een zijweg voorrang moet verlenen aan het verkeer op de Jan Binneslaan. Gemachtigde verzoekt om vergoeding van de proceskosten.
3. De vertegenwoordigster is van mening dat de boete met 25% moet worden gematigd, omdat de redelijke termijn is geschonden. Voor het overige dient het beroep ongegrond te worden verklaard. Op de Jan Binneslaan is één kruispunt waar B6-borden staan.
Overwegingen
4. De beroepsgronden slagen niet. De kantonrechter ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant en de gegevens in het zaakoverzicht. Uit de verklaring van de verbalisant blijkt dat betrokkene de voorrangsweg opreed en daarbij de doorgang voor een personenauto verhinderde. Op Google Maps is te zien dat op de kruising van de Fossemastraat met de Jan Binneslaan én op de kruising van de Taeke Schuilengalaan met de Jan Binneslaan B6-borden aanwezig zijn. De gedraging kan daarom worden vastgesteld.
5. Verder ziet de kantonrechter zich de vraag gesteld of er omstandigheden zijn die aanleiding geven om de sanctie te matigen of te vernietigen.
6. De kantonrechter zal de boete matigen met 25% tot € 196,50 (inclusief administratiekosten), omdat de redelijke termijn is geschonden. In deze zaak is namelijk meer dan twee jaar verstreken tussen het moment waarop betrokkene kon verwachten dat hij een boete zou krijgen en deze uitspraak.
7. Nu de inleidende beschikking wordt gewijzigd, zijn er termen aanwezig om de door betrokkene gemaakte kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand te vergoeden. Ingevolge de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht wordt aan het indienen van het beroepschrift bij de kantonrechter één punt toegekend ter waarde van € 907,00. Gelet op de aard van de zaak en het uitgangspunt van de Hoge Raad past de kantonrechter de wegingsfactor 0,25 (gewicht van de zaak = zeer licht) toe. [1]
7.1.
De berekening is als volgt: 1 (procespunt) x € 907,00 (tarief) x 0,25 (wegingsfactor, zeer licht) = € 226,75. Hij zal de officier van justitie veroordelen in de kosten van € 226,75.

Conclusie

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond;
  • vernietigt die beslissing;
  • wijzigt de inleidende beschikking en matigt de sanctie tot € 196,50 (inclusief administratiekosten);
  • bepaalt dat betrokkene het teveel betaalde aan zekerheidstelling terugkrijgt;
  • veroordeelt de officier van justitie in de proceskosten van betrokkene van € 226,75.
Waarvan proces-verbaal,
mr. W.B. Jongsma, griffier mr. J.Y.B. Jansen, kantonrechter

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.

Voetnoten

1.Hoge Raad 10 november 2023, ECLI:NL:HR:2023:1526.