In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland, gedateerd 7 augustus 2025, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Verzoeker, die het niet eens is met een ambtshalve wijziging van zijn adres in de Basisregistratie Personen (Brp) door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen, heeft om een voorlopige voorziening gevraagd. De voorzieningenrechter oordeelt dat er geen spoedeisend belang is, wat een vereiste is voor het treffen van een voorlopige voorziening.
Het college heeft op 28 juli 2025 besloten om verzoeker ambtshalve in te schrijven op een ander adres in de Brp, naar aanleiding van een adresonderzoek. Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 4 augustus 2025 heeft de voorzieningenrechter het verzoek behandeld, waarbij zowel verzoeker als een vertegenwoordiger van het college aanwezig waren.
De voorzieningenrechter concludeert dat verzoeker geen spoedeisend belang heeft bij zijn verzoek. De beëindiging van zijn zorgverzekering is niet het gevolg van de adreswijziging, en de administratieve onzekerheid die verzoeker ervaart, rechtvaardigt geen spoedeisend belang. Ook de mogelijke gevolgen voor de bewoners van zijn voormalige Brp-adres zijn niet voldoende om een spoedeisend belang aan te nemen. Daarom wijst de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening af, zonder in te gaan op de inhoudelijke gronden van verzoeker.