In deze zaak is aan de betrokkene een boete opgelegd op basis van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden. De overtreding vond plaats op 8 februari 2024 op de Rijksweg A32 in Grou. De opgelegde boete bedroeg € 389,00, inclusief administratiekosten. Betrokkene heeft tegen deze boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter, die de zaak op 14 augustus 2025 heeft behandeld. Tijdens de zitting was betrokkene aanwezig, evenals de vertegenwoordigster van de officier van justitie, mr. R.A. van der Velde. Betrokkene voerde aan dat hij een notitieblokje vasthield en dat zijn mobiel aan de houder zat. De kantonrechter heeft geconstateerd dat betrokkene geen zekerheid had gesteld en heeft besloten om het te betalen bedrag aan zekerheid op nul te zetten. Gezien het consistente verweer van betrokkene heeft de kantonrechter gerede twijfel of de gedraging daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. De kantonrechter heeft daarom het beroep gegrond verklaard, de beslissing van de officier van justitie vernietigd en de inleidende beschikking vernietigd. Betrokkene krijgt het bedrag van de zekerheidstelling terug.