Op 1 september 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen eisers, wonende in Leek, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerkwartier. De zaak betreft een bouwvergunning waarbij eisers bezwaar maakten tegen de afwijkingen van het bestemmingsplan. In een eerdere tussenuitspraak op 5 februari 2025 had de rechtbank geconstateerd dat het college de afwijkingen onvoldoende had onderbouwd en hen de gelegenheid gegeven om dit te herstellen. Het college heeft hierop gereageerd met een schriftelijke motivering, waarop eisers hun bezwaren hebben geuit. De rechtbank heeft besloten dat een nadere zitting niet nodig was en het onderzoek heeft gesloten.
In de uitspraak van 1 september 2025 heeft de rechtbank de aanvullende motivering van het college beoordeeld. De rechtbank oordeelt dat het college de afwijkingen van het bestemmingsplan voldoende heeft gemotiveerd. De rechtbank concludeert dat de ruimtelijke onderbouwing van het college aannemelijk is en dat de bezwaren van eisers niet opwegen tegen de argumenten van het college. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit, maar laat de rechtsgevolgen in stand omdat het college het gebrek heeft hersteld. Tevens wordt het college veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eisers.