ECLI:NL:RBNNE:2025:3826
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake buiten behandeling stelling Woo-verzoeken
In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op het verzoek om een voorlopige voorziening van Stichting Animalia tegen het buiten behandeling stellen van acht verzoeken op grond van de Wet open overheid (Woo) door de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. De voorzieningenrechter oordeelt dat het verzoek kennelijk ongegrond is en doet uitspraak zonder zitting, zoals toegestaan onder artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De minister had de verzoeken buiten behandeling gesteld op 18 april 2025, met de motivatie dat er sprake was van misbruik van recht. Verzoekers hebben hiertegen bezwaar gemaakt en een voorlopige voorziening aangevraagd, maar deze werd eerder op 7 mei 2025 afgewezen. Op 9 september 2025 dienden verzoekers opnieuw een verzoek in.
De voorzieningenrechter beoordeelt of er sprake is van een spoedeisend belang. Hij concludeert dat dit niet het geval is, omdat verzoekers niet hebben aangetoond dat er een onomkeerbare situatie dreigt of dat hun procespositie ernstig wordt benadeeld. De voorzieningenrechter wijst erop dat verzoekers bezwaar hebben gemaakt tegen het besluit van de minister en dat er een termijn is gesteld voor de beslissing op dat bezwaar. Ook is er geen evident onrechtmatig besluit vastgesteld, wat betekent dat het verzoek om voorlopige voorziening wordt afgewezen. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.