Op 8 augustus 2025 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verkeersboete die aan betrokkene was opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). Betrokkene had een boete van € 343,00 ontvangen voor het rijden van 30 km per uur harder dan toegestaan op een autosnelweg buiten de bebouwde kom. De overtreding vond plaats op 14 november 2023 op de Weg der Verenigde Naties (A7) in Groningen. Betrokkene heeft tegen de boete beroep ingesteld, dat door de officier van justitie ongegrond werd verklaard. Hierna heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 8 augustus 2025 heeft de kantonrechter de argumenten van betrokkene en de vertegenwoordiger van de officier van justitie gehoord. Betrokkene stelde dat hij een G1-bord had gepasseerd, wat betekent dat de maximale snelheid voor hem 130 km per uur was, en dat hij het A1-bord, dat een lagere snelheid aangeeft, nog niet had gepasseerd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de snelheidsmeting plaatsvond voordat betrokkene het A1-bord passeerde, waardoor de boete niet kon worden gehandhaafd.
De kantonrechter heeft het beroep gegrond verklaard en de boete vernietigd. Tevens is de officier van justitie veroordeeld in de proceskosten van betrokkene, die in totaal € 760,38 bedragen. De uitspraak benadrukt het belang van correcte verkeersborden en de noodzaak voor duidelijke bewijsvoering bij snelheidsmetingen. De kantonrechter heeft zich onbevoegd verklaard om te oordelen over de wijze van uitbetalen van de terug te vorderen boete.