ECLI:NL:RBNNE:2025:3835

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
8 augustus 2025
Publicatiedatum
23 september 2025
Zaaknummer
11345901 BU VERZ 24-2419
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van een verkeersboete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften

Op 8 augustus 2025 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland in Groningen een mondelinge uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verkeersboete die aan betrokkene was opgelegd. De boete was gebaseerd op de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) en betrof een verkeersovertreding waarbij betrokkene op 21 december 2023 door rood licht reed op de Sontweg in Groningen. De opgelegde boete bedroeg € 289,00, inclusief administratiekosten. Betrokkene had beroep aangetekend tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard.

Tijdens de zitting was de gemachtigde van betrokkene, mr. M. Lagas van Appjection B.V., aanwezig, evenals de vertegenwoordigster van de officier van justitie, mr. M. Kalsbeek. De kantonrechter behandelde de zaak inhoudelijk, ondanks dat de machtiging van betrokkene aan Appjection niet volledig in orde was. De kantonrechter oordeelde dat de verkeersovertreding kon worden vastgesteld op basis van foto’s die aantoonden dat het stoplicht al 2,7 seconden op rood stond toen betrokkene het verkeerslicht passeerde.

Betrokkene voerde aan dat hij door oranje was gereden en dat hij vreesde voor een aanrijding als hij zou remmen. De kantonrechter concludeerde echter dat de verklaring van de verbalisant en de foto’s voldoende bewijs boden voor de overtreding. De kantonrechter oordeelde dat de boete niet gematigd hoefde te worden en verklaarde het beroep ongegrond. Betrokkene werd geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 263242027
zaaknummer: 11345901 BU VERZ 24-2419
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan op de openbare zitting van 8 augustus 2025
in de zaak van

[betrokkene] (de betrokkene),

die is gevestigd in [vestigingsplaats] ,
gemachtigde: mr. M. Lagas, Appjection B.V..

Inleiding

1. Aan betrokkene is een boete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De verkeersovertreding waarvoor de boete is opgelegd is: ‘doorgaan bij een driekleurig verkeerslicht (stoplicht) dat op rood staat’, verricht op 21 december 2023, om 13:43 uur, op de Sontweg kruising met de Europaweg in Groningen, met een bedrijfsauto (bestelauto), met kenteken [kenteken] . De opgelegde boete bedraagt € 289,00 (inclusief administratiekosten).
1.1.
Betrokkene heeft tegen de boete beroep ingesteld bij de officier van justitie. Deze heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De kantonrechter heeft het beroep op 8 augustus 2025 op de zitting behandeld. Daarbij waren aanwezig: de lessee, [lessee] , en als vertegenwoordigster van de officier van justitie mr. M. Kalsbeek. De vrouw van [lessee] was ook aanwezig.
1.3
Na afloop van de behandeling heeft de kantonrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de kantonrechter

Beslissing

2. De kantonrechter beoordeelt het beroep aan de hand van de beroepsgronden van betrokkene. Hij oordeelt dat het beroep ongegrond is. De kantonrechter zal hierna uitleggen waarom hij dat doet.
Standpunten
3. Betrokkene voert aan dat hij door oranje is gereden. Zijn vrouw gaf toen aan dat zij nog net door de stoplichten konden rijden omdat het stoplicht op oranje stond. Hij was daarnaast bang dat hij een auto achter op zijn auto zou krijgen als hij nog op het laatste moment zou remmen. Verder zijn de op de zaak betrekking hebbende stukken niet aan betrokkene verstrekt door de CVOM. De informatieplicht is daardoor geschonden.
4. De vertegenwoordigster stelt zich op het standpunt dat het beroep ongegrond verklaard moet worden. Op basis van de foto kan namelijk worden vastgesteld dat betrokkene door rood is gereden. Zij gelooft wel dat hij het niet expres heeft gedaan, maar dat doet er niet toe.
Overwegingen
5. De kantonrechter stelt ten eerste vast dat de machtigingen niet in orde zijn. Betrokkene heeft Appjection weliswaar op juiste wijze gemachtigd. Er is echter geen machtiging van [betrokkene] aan betrokkene. Bovendien is de machtiging van [betrokkene] aan Appjection verlopen. De kantonrechter ziet in dit geval aanleiding om hier overheen te stappen: betrokkene is nu eenmaal op de zitting en hij heeft zijn best gedaan om een machtiging te krijgen.
6. Betrokkene betwist de verkeersovertreding. In zaken op grond van de Wahv is de verklaring van de verbalisant in het zaakoverzicht in beginsel voldoende voor het vaststellen van de verkeersovertreding, tenzij concrete omstandigheden worden aangevoerd die aanleiding geven tot twijfel.
7. Op de eerste foto in het dossier is te zien dat het stoplicht 1,1 seconden op rood stond voordat betrokkene de stopstreep passeerde. Op de tweede foto is te zien dat hij door is gereden en dat het stoplicht al 2,7 seconden op rood stond voordat betrokkene onder het stoplicht doorreed. De verkeersovertreding kan daarom worden vastgesteld.
8. De kantonrechter gelooft wel dat betrokkene niet opzettelijk door rood is gereden, maar dit is niet van belang voor het opleggen van de boete. Daarvoor is opzet namelijk niet vereist.
9. De kantonrechter ziet geen aanleiding om de boete te matigen.

Conclusie

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Waarvan proces-verbaal,
mr. M. Hidding, griffier mr. P.G. Wijtsma, kantonrechter

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.