Op 24 september 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de erkenning en tenuitvoerlegging van een Belgisch confiscatiebevel. Het beroep was ingesteld door de veroordeelde, vertegenwoordigd door mr. A.M.S. Jumelet, tegen een beslissing van de officier van justitie van 27 februari 2025. Deze beslissing betrof de erkenning van een confiscatiebevel dat door het Hof van beroep van Mons op 15 januari 2018 was opgelegd, waarbij een bedrag van 228.909,50 euro moest worden verbeurd verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep tijdig en juist was ingesteld en dat de rechtbank bevoegd was om de zaak te behandelen.
De rechtbank heeft de argumenten van de veroordeelde en de officier van justitie tegen elkaar afgewogen. De raadsvrouw voerde aan dat de erkenning van het confiscatiebevel had moeten worden geweigerd vanwege meerdere weigeringsgronden, waaronder een onjuist bedrag in het certificaat en schending van de informatieplicht. De officier van justitie betwistte deze claims en stelde dat de erkenning op juiste gronden was verleend. De rechtbank concludeerde dat de officier van justitie in redelijkheid tot erkenning van het confiscatiebevel had kunnen komen en dat er geen weigeringsgronden aanwezig waren. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waarbij zij benadrukte dat de toetsing van de erkenning niet inhoudelijk op de buitenlandse beslissing ingaat, maar zich beperkt tot de vraag of er weigeringsgronden zijn.
De rechtbank heeft de beslissing op 24 september 2025 genomen, waarbij de voorzitter, mr. J.G.W. Lootsma-Oude Nijeweme, en de rechters mr. N.A. Vlietstra en mr. G.C. Koelman aanwezig waren. De uitspraak is gepubliceerd op rechtspraak.nl en is openbaar gemaakt op 29 september 2025.