In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 2 oktober 2025 uitspraak gedaan in een administratief beroep tegen een verkeersboete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De betrokkene, vertegenwoordigd door Verbo Juridisch Advies, had een boete van € 204,00 ontvangen voor het rijden van 19 km/u te hard op een autoweg buiten de bebouwde kom. De officier van justitie had het beroep van de betrokkene niet-ontvankelijk verklaard, maar de kantonrechter oordeelde dat deze beslissing onterecht was. De kantonrechter stelde vast dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was, omdat de gemachtigde van de betrokkene had aangetoond dat er een systeemstoring was opgetreden bij het indienen van het beroep. Daarnaast oordeelde de kantonrechter dat de officier van justitie de informatieplicht en hoorplicht had geschonden, maar dat deze schendingen slechts met een enkele constatering zouden worden behandeld. De kantonrechter bevestigde de verkeersovertreding, maar wees de verzoeken om matiging van de boete af, omdat er geen bijzondere omstandigheden waren die dit rechtvaardigden. De proceskostenvergoeding voor de fase bij de kantonrechter werd vastgesteld op € 45,35, omdat de betrokkene beroep moest instellen om een inhoudelijke beoordeling te verkrijgen.