ECLI:NL:RBNNE:2025:4253
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een dwangakkoord in het kader van de schuldsaneringsregeling
Op 2 oktober 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Groningen uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling en tot vaststelling van een dwangakkoord, ingediend door [verzoeker]. Het verzoekschrift is op 19 augustus 2025 ingediend en de behandeling vond plaats op 18 september 2025. Tijdens de zitting was [verzoeker] aanwezig, bijgestaan door drie schuldhulpverleners van de Groningse Kredietbank. De schuldeiser, [schuldeiser], was niet aanwezig en had verzocht om de zitting te verplaatsen, maar heeft geen schriftelijk verweer ingediend of iemand anders gestuurd om hen te vertegenwoordigen.
De rechtbank constateerde dat de schuldeiser niet op de stellingen van de verzoeker had gereageerd, waardoor deze niet weersproken waren. [verzoeker] had eerder een schuldregeling aangeboden aan zijn schuldeisers, waarbij hij 1,59% van de vorderingen zou betalen in ruil voor finale kwijting. De meeste schuldeisers stemden in met deze regeling, behalve [schuldeiser], die vond dat het aanbod te laag was. De rechtbank oordeelde dat de schuldeiser in redelijkheid niet tot weigering van instemming met de schuldregeling had kunnen komen, gezien de gunstigere vooruitzichten voor de schuldeiser bij aanvaarding van het akkoord in vergelijking met de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP).
De rechtbank heeft ook de medische en psychische situatie van [verzoeker] in overweging genomen, die hij ter zitting voldoende had onderbouwd. Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek tot vaststelling van het dwangakkoord toegewezen en de schuldeiser bevolen in te stemmen met de schuldregeling. Het subsidiaire verzoek tot toelating tot de WSNP werd als ingetrokken beschouwd, aangezien het primaire verzoek werd toegewezen.