ECLI:NL:RBNNE:2025:4390

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
25 september 2025
Publicatiedatum
27 oktober 2025
Zaaknummer
11524197 BU VERZ 25-140
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeersovertreding door doorrijden bij rood verkeerslicht met gevolgen voor de boete

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 25 september 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een boete die was opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De betrokkene had op 24 juni 2024 om 15:54 uur een verkeerslicht dat op rood stond genegeerd terwijl hij met zijn personenauto, kenteken onbekend, de Sontweg kruising Europaweg in Groningen passeerde. De opgelegde boete bedroeg € 309,00, inclusief administratiekosten. Betrokkene heeft tegen deze boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting heeft betrokkene verklaard dat hij dacht dat het veilig was om door te rijden, omdat het verkeerslicht op oranje stond toen hij de stopstreep passeerde. Hij gaf aan dat er een grote trailer voor hem reed, waardoor hij niet goed kon zien of het verkeerslicht op rood of oranje stond. De vertegenwoordigster van de officier van justitie heeft echter betoogd dat de verkeersovertreding kan worden vastgesteld, ongeacht de omstandigheden. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de verplichting om te stoppen voor rood licht niet vervalt, ook niet als het verkeerslicht pas na het passeren van de stopstreep op rood springt. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat betrokkene door rood is gereden en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die aanleiding geven tot een matiging van de boete. Het beroep is ongegrond verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 267321550
zaaknummer: 11524197 BU VERZ 25-140

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan op de openbare zitting van25 september 2025

in de zaak van

[betrokkene] (hierna: betrokkene),

die woont in [woonplaats] .

Inleiding

1. Aan betrokkene is een boete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De verkeersovertreding waarvoor de boete is opgelegd is: ‘doorrijden bij een driekleurig verkeerslicht (stoplicht) dat op rood staat’, verricht op 24 juni 2024, om 15:54 uur, op de Sontweg kruising Europaweg in Groningen, met een personenauto, met kenteken [kenteken] . De opgelegde boete bedraagt € 309,00 (inclusief administratiekosten).
1.1.
Betrokkene heeft tegen de boete beroep ingesteld bij de officier van justitie. Deze heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De kantonrechter heeft het beroep op 25 september 2025 op de zitting behandeld. Daarbij waren aanwezig: betrokkene en de vertegenwoordigster van de officier van justitie, mr. Z. Fluitsma.
1.3.
Na afloop van de behandeling op de zitting heeft de kantonrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de kantonrechter

Beslissing

2. De kantonrechter beoordeelt het beroep aan de hand van de beroepsgronden van betrokkene. Hij oordeelt dat het beroep ongegrond is. De kantonrechter zal hierna uitleggen waarom hij dat doet.
Standpunten
3. Betrokkene voert aan dat er tijdens het passeren van het kruispunt een grote trailer voor hem reed. Hij stelt dat het verkeer door reed naar de stad en dat het hem veilig leek om het kruispunt te passeren. Het verkeerslicht stond toen op oranje. De trailer reed echter niet door, waardoor hij moest remmen en net onder het verkeerslicht tot stilstand kwam. Daardoor kon hij niet meer zien of het stoplicht oranje of rood was. Betrokkene stelt op de zitting dat hij dacht dat je moet stoppen voor de stopstreep. Hij stond al onder het stoplicht en was zich van geen kwaad bewust. Hij heeft bewust gekozen om over te steken, omdat hij het verkeer aan de overkant door zag rijden naar de stad. Hij stelt dat er filevorming was en hij in een optrekkende beweging zat, waardoor hij niet veel afstand tot de andere voertuigen had en er sprake was van een lange aanlooptijd. Het stoplicht was nog groen toen hij de beslissing nam om door te rijden, maar een meter of twee voor de stopstreep sprong het licht op oranje. Hij heeft het oranje licht nog wel gezien.
4. Wat betreft de snelheid die op de foto’s genoteerd staat heeft de vertegenwoordigster op de zitting uitgelegd dat de snelheid wordt geconstateerd op het moment dat het voertuig over de lussen rijdt. Zij vindt dat de verkeersovertreding kan worden vastgesteld. Er zit een verschil tussen het niet stoppen voor de stopstreep en het niet stoppen voor het fysieke verkeerslicht. Wat betreft de omstandigheden stelt de vertegenwoordigster dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die aanleiding geven tot een matiging van de boete. Een weggebruiker dient afstand tot zijn voorligger te houden, om zeker te weten dat hij het groene licht kan passeren en de overkant kan halen. Daarbij wijst de vertegenwoordigster ook op de genoteerde snelheid van het voertuig van betrokkene. Bij kruispunten is sprake van een grote mate van gevaarzetting. Zij verzoekt de kantonrechter het beroep ongegrond te verklaren.
Overwegingen
5. De kantonrechter is van oordeel dat op basis van de beschikbare gegevens kan worden vastgesteld dat de verkeersovertreding is verricht. Betrokkene voert aan dat het verkeerslicht op oranje stond toen hij de stopstreep passeerde. Weliswaar schrijft artikel 79 van het Reglement Verkeerstekens en Verkeersregels 1990 voor dat in gevallen waar stoppen verplicht is, vóór de stopstreep moet worden gestopt, maar naar vaste jurisprudentie betekent dat niet dat de verplichting om te stoppen voor rood licht vervalt wanneer het verkeerslicht pas na het passeren van de stopstreep op rood springt. De kantonrechter overweegt dat, ook als wordt aangenomen dat het verkeerslicht pas op rood ging toen de voorkant van het voertuig de stopstreep al was gepasseerd, toch moet worden geconcludeerd dat het voertuig van de betrokkene door rood is gereden. [1] Deze beroepsgrond slaagt daarom niet.
6. Vervolgens is de vraag of er feiten en omstandigheden zijn die aanleiding geven tot een matiging van de boete. Die zijn er niet. De kantonrechter volgt het standpunt van de vertegenwoordigster dat van een bestuurder mag worden verwacht dat hij anticipeert op de naderende verkeerssituatie, zodat hij in staat is zijn snelheid en zijn positie op de weg indien nodig aan te passen. Als betrokkene dat had gedaan, had hij er voor kunnen - moeten - kiezen om vóór de stopstreep te wachten tot de langzaam rijdende trailer de kruising had vrij gemaakt én het verkeerslicht opnieuw groen werd. Hij heeft er echter voor gekozen om achter zijn voorligger aan te rijden en daarbij het risico te accepteren dat het verkeerslicht op rood zou springen. De gevolgen van die keuze dienen voor zijn rekening en risico te blijven. De boete is terecht opgelegd. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

Conclusie

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Waarvan proces-verbaal,
mr. R. Krikke, griffier mr. P.G. Wijtsma, kantonrechter

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.

Voetnoten

1.Zie HR 1 juli 1982, ECLI:NL:HR:1982:AJ4885.