ECLI:NL:RBNNE:2025:4407
Rechtbank Noord-Nederland
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke procedure tegen de Minister van Justitie en Veiligheid
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het verzoek van verzoeker om een veroordeling van de minister in de proceskosten. Verzoeker heeft dit verzoek gedaan bij de intrekking van zijn beroep tegen het besluit van de minister van 8 juli 2024, waarin het administratief beroep van verzoeker niet-ontvankelijk werd verklaard. Verzoeker trok het beroep in omdat de minister op 30 januari 2025 dit besluit verving door een inhoudelijk besluit op het door verzoeker ingediende administratief beroep. De rechtbank heeft de minister in de gelegenheid gesteld te reageren op het verzoek om veroordeling in de proceskosten, waarop de minister zich refereerde aan het oordeel van de rechtbank. De rechtbank doet zonder zitting uitspraak op het verzoek om proceskostenveroordeling.
De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe, omdat de minister geheel aan verzoeker is tegemoetgekomen door het administratief beroep alsnog ontvankelijk te verklaren en inhoudelijk te beoordelen. Verzoeker krijgt een vergoeding van zijn proceskosten, die is vastgesteld op € 907,-, omdat de gemachtigde van verzoeker een beroepschrift heeft ingediend. Daarnaast is de minister verplicht het door verzoeker betaalde griffierecht van € 187,- te vergoeden. De rechtbank heeft de minister veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan verzoeker. Deze uitspraak is gedaan door mr. P.G. Wijtsma, rechter, in aanwezigheid van E.D.M. Nijbroek, griffier, en is openbaar uitgesproken op 21 oktober 2025.