ECLI:NL:RBNNE:2025:4510
Rechtbank Noord-Nederland
- Mondelinge uitspraak
- J.Y.B. Jansen
- W.B. Jongsma
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een opgelegde boete op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) en de hoorplicht
In deze zaak is aan de betrokkene een boete opgelegd op basis van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) voor het handelen in strijd met een geslotenverklaring. De overtreding vond plaats op 9 november 2023 in Heerenveen. De betrokkene heeft tegen de boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter, die de zaak op 25 september 2025 heeft behandeld. Tijdens de zitting was de vertegenwoordigster van de officier van justitie, mr. P. Veenstra, aanwezig. De gemachtigde van de betrokkene voerde aan dat de hoorplicht was geschonden en dat er sprake was van misbruik van recht door de CVOM. De kantonrechter oordeelde dat de hoorplicht niet was geschonden en dat de werkwijze van de CVOM door de rechter slechts beperkt kan worden getoetst. De kantonrechter concludeerde dat de boete terecht was opgelegd en verklaarde het beroep ongegrond. De proceskosten werden niet voor vergoeding in aanmerking genomen.