ECLI:NL:RBNNE:2025:4511

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
25 september 2025
Publicatiedatum
3 november 2025
Zaaknummer
11792187 BU 25-1517
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboetes wegens geslotenverklaring voor motorvoertuigen

In deze zaak heeft de kantonrechter op 25 september 2025 uitspraak gedaan over tien verkeersboetes die aan de betrokkene, een B.V., zijn opgelegd op basis van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De boetes zijn opgelegd voor het handelen in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen, specifiek het negeren van bord C12 op het Ruiterskwartier in Leeuwarden. De betrokkene ontving de boetes pas nadat alle gedragingen waren verricht, wat leidde tot de vraag of de betrokkene de kans had om zijn gedrag aan te passen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de betrokkene geen zekerheid had gesteld in een van de zaken en dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift in een andere zaak te laat was. De kantonrechter heeft de boetes in negen van de tien zaken gegrond verklaard en gematigd tot nul euro, terwijl de boete in de laatste zaak ongegrond werd verklaard. De officier van justitie is veroordeeld in de proceskosten van de betrokkene, die zijn vastgesteld op € 170,06. De uitspraak benadrukt de noodzaak van tijdige communicatie en de mogelijkheid voor betrokkene om zijn gedrag aan te passen voor het opleggen van boetes.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Leeuwarden
Bestuursrecht
beschikkingsnummers: 264629952, 264343712, 264343738, 264343747, 264630048, 264630049, 264629996, 264630013, 264770490 & 264629964.
zaaknummers: 11530293 BU 25-202, 11537351 BU 25-222, 11537363 BU 25-223, 11537373 BU 25-224, 11552074 BU 25-326, 11621759 BU 25-701, 11635724 BU 25-752, 11635749 BU 25-753, 11691163 BU 25-1004, 11792187 BU 25-1517.
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan op de openbare zitting van 25 september 2025
in de zaak van

[betrokkene] B.V. (de betrokkene),

die woont in [vestigingsplaats] ,
(gemachtigde: mr. N.G.A. Voorbach, Verkeersboete.nl).

Inleiding

1. Aan betrokkene zijn boetes opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De gedragingen waarvoor de boetes zijn opgelegd zijn:
  • ‘handelen in strijd met een geslotenverklaring voor alle motorvoertuigen: bord C12’, verricht op 13 februari 2024, om 15:16 uur, op het Ruiterskwartier in Leeuwarden, met een bedrijfsauto, met kenteken [kenteken 1] . De opgelegde boete bedraagt € 119,00 (inclusief administratiekosten).
  • ‘handelen in strijd met een geslotenverklaring voor alle motorvoertuigen: bord C12’, verricht op 7 februari 2024, om 11:37 uur, op het Ruiterskwartier in Leeuwarden, met een bedrijfsauto, met kenteken [kenteken 1] . De opgelegde boete bedraagt € 119,00 (inclusief administratiekosten).
  • ‘handelen in strijd met een geslotenverklaring voor alle motorvoertuigen: bord C12’, verricht op 12 februari 2024, om 13:08 uur, op het Ruiterskwartier in Leeuwarden, met een bedrijfsauto, met kenteken [kenteken 2] . De opgelegde boete bedraagt € 119,00 (inclusief administratiekosten).
  • ‘handelen in strijd met een geslotenverklaring voor alle motorvoertuigen: bord C12’, verricht op 9 februari 2024, om 11:46 uur, op het Ruiterskwartier in Leeuwarden, met een bedrijfsauto, met kenteken [kenteken 1] . De opgelegde boete bedraagt € 119,00 (inclusief administratiekosten).
  • ‘handelen in strijd met een geslotenverklaring voor alle motorvoertuigen: bord C12’, verricht op 23 februari 2024, om 10:04 uur, op het Ruiterskwartier in Leeuwarden, met een bedrijfsauto, met kenteken [kenteken 1] . De opgelegde boete bedraagt € 119,00 (inclusief administratiekosten).
  • ‘handelen in strijd met een geslotenverklaring voor alle motorvoertuigen: bord C12’, verricht op 22 februari 2024, om 10:24 uur, op het Ruiterskwartier in Leeuwarden, met een bedrijfsauto, met kenteken [kenteken 1] . De opgelegde boete bedraagt € 119,00 (inclusief administratiekosten).
  • ‘handelen in strijd met een geslotenverklaring voor alle motorvoertuigen: bord C12’, verricht op 26 februari 2024, om 13:33 uur, op het Ruiterskwartier in Leeuwarden, met een bedrijfsauto, met kenteken [kenteken 1] . De opgelegde boete bedraagt € 119,00 (inclusief administratiekosten).
  • ‘handelen in strijd met een geslotenverklaring voor alle motorvoertuigen: bord C12’, verricht op 21 februari 2024, om 10:46 uur, op het Ruiterskwartier in Leeuwarden, met een bedrijfsauto, met kenteken [kenteken 1] . De opgelegde boete bedraagt € 119,00 (inclusief administratiekosten).
  • ‘handelen in strijd met een geslotenverklaring voor alle motorvoertuigen: bord C12’, verricht op 27 februari 2024, om 10:05 uur, op het Ruiterskwartier in Leeuwarden, met een bedrijfsauto, met kenteken [kenteken 1] . De opgelegde boete bedraagt € 119,00 (inclusief administratiekosten).
  • ‘handelen in strijd met een geslotenverklaring voor alle motorvoertuigen: bord C12’, verricht op 19 februari 2024, om 15:49 uur, op het Ruiterskwartier in Leeuwarden, met een bedrijfsauto, met kenteken [kenteken 1] . De opgelegde boete bedraagt € 119,00 (inclusief administratiekosten).
Vanwege de onderlinge samenhang doet de kantonrechter één uitspraak.
1.1.
Betrokkene heeft tegen de boetes beroep ingesteld bij de officier van justitie. Deze heeft de beroepen ongegrond verklaard. Tegen die beslissingen heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De kantonrechter heeft de beroepen op 25 september 2025 op de zitting behandeld. Daarbij was aanwezig: als vertegenwoordigster van de officier van justitie mr. P. Veenstra.
1.3.
Na afloop van de zitting heeft de kantonrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de kantonrechter

Standpunten

2. Gemachtigde voert aan dat betrokkene een ontheffing heeft voor het C12-bord bij het Ruiterskwartier. Gemachtigde verzoekt om vergoeding van de proceskosten.
3. De vertegenwoordigster is van mening dat één zaak ongegrond moet worden verklaard. De overige zaken moeten gegrond worden verklaard.
Overwegingen
4. De kantonrechter stelt vast dat het beroepschrift in de zaak met CJIB-nummer 264629964 te laat is ingediend. De termijn voor het indienen van een beroepschrift is zes weken. [1] De termijn gaat in op de dag na de dag waarop de officier van justitie zijn beslissing heeft verstuurd. [2]
4.1.
Het beroepschrift is op 4 februari 2025 bij de CVOM binnengekomen. Het beroepschrift had uiterlijk op 21 november 2024 ontvangen moeten zijn.
4.2.
Gemachtigde voert aan dat betrokkene de beslissing van de officier van justitie niet heeft ontvangen. Hierbij kan men niet uitgaan van de datum die wordt vermeld in de brief, waarmee de beslissing is verstuurd. Daarnaast is geen verzendadministratie overgelegd waaruit blijkt dat de brief gemachtigde niet heeft bereikt.
4.3.
De kantonrechter ziet aanleiding om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten.
5. Vervolgens stelt de kantonrechter vast dat betrokkene geen zekerheid heeft gesteld in de zaak met CJIB-nummer 264770490. Betrokkene moet (tijdig) een bedrag betalen als zekerheid voor de boete en de administratiekosten. [3]
6. Betrokkene heeft verklaard dat betrokkene over onvoldoende financiële middelen beschikt om tijdig zekerheid te stellen.
7. De kantonrechter ziet in dit geval voldoende aanleiding om het te betalen bedrag aan zekerheid op nul te zetten.
8. Verder stelt de kantonrechter vast dat betrokkene in meerdere zaken te laat de zekerheid heeft betaald. Deze termijnoverschrijdingen leveren geen problemen op en leiden niet tot juridische gevolgen.
9. De kantonrechter ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de gegevens in de dossiers. De ontheffing van betrokkene is niet van toepassing op dit gedeelte van het Ruiterskwartier. Op de ontheffing staat het gebied gemarkeerd waarvoor deze geldig is. De plaats van de gedraging valt buiten dit gebied. Daarnaast geldt de ontheffing voor het C12-bord met het onderbord “uitgezonderd laden en lossen van maandag tot en met zaterdag van 7:30 uur tot 12:00 uur”. Betrokkene is echter langs het C12-bord gereden met het onderbord “uitgezonderd lijnbussen”. De gedragingen kunnen daarom worden vastgesteld.
10. Vervolgens is de vraag of er feiten en omstandigheden zijn die aanleiding geven tot een wijziging van de boete.
11. De kantonrechter ziet aanleiding om de boetes met de volgende CJIB-nummers te matigen tot nul euro: 264343712, 264343738, 264343747, 264630048, 264630049, 264629996, 264630013, 264770490 & 264629964
.Betrokkene heeft tien verschillende boetes gekregen voor tien vergelijkbare gedragingen. Hierbij heeft betrokkene geen mogelijkheid gehad om zijn gedrag aan te passen. Betrokkene heeft de boetes namelijk pas ontvangen, nadat alle tien gedragingen waren verricht. Alle gedragingen dateren uit februari 2024, de laatste op 27 februari 2024, terwijl de boetes zijn verstuurd in shift op 29 februari, respectievelijk 14 maart en 21 maart 2024.
12. De kantonrechter ziet geen aanleiding om de boete met het CJIB-nummer 264629952 te matigen of te vernietigen. De ontheffing waarmee betrokkene ten tonele komt is geldig voor laden en lossen in het winkelcentrumgebied van Leeuwarden, daaronder valt het Ruiterskwartier niet.
13. Omdat de kantonrechter negen van de tien beroepen gegrond zal verklaren in verband met een matiging van de boetes, zal hij de officier van justitie veroordelen in de proceskosten van betrokkene in de kantonfase. De kantonrechter zal één punt toekennen voor het indienen van het beroepschrift bij de kantonrechter met een waarde van € 907,00. Gelet op de aard van de zaak past de kantonrechter de wegingsfactor 0,5 (gewicht van de zaak = licht) toe. Omdat de beslissing van de officier van justitie na 31 december 2023 is bekendgemaakt, past de kantonrechter de extra wegingsfactor toe zoals bedoeld in artikel 13a, tweede lid, onder a, Wahv. [4]
14. Gelet op de inhoudelijke overeenkomst in zowel de sanctiebeschikkingen als in de gevoerde verweren, de gelijktijdigheid van behandeling door de kantonrechter en het feit dat in alle zaken dezelfde gemachtigde optreedt, merkt de kantonrechter voornoemde zaken aan als samenhangend in de zin van artikel 3 van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb). In de bijlage van het Bpb wordt in het geval van vier of meer samenhangende zaken een extra wegingsfactor van 1,5 voorgeschreven. De kantonrechter zal deze wegingsfactor ook toepassen.
15. De berekening is als volgt: 1 (procespunt) x € 907,00 (tarief) x 0,5 (wegingsfactor, licht) x 1,5 (extra wegingsfactor samenhangende zaken) x 0,25 (extra wegingsfactor herwaardering proceskostenvergoeding) = € 170,06. Hij zal de officier van justitie veroordelen in de kosten van € 170,06.

Conclusie

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie in de zaak met het CJIB-nummer: 264629952 ongegrond;
  • verklaart de beroepen tegen de beslissingen van de officier van justitie in de zaken met de CJIB-nummers: 264343712, 264343738, 264343747, 264630048, 264630049, 264629996, 264630013, 264770490 & 264629964 gegrond;
  • vernietigt die beslissingen;
  • wijzigt die inleidende beschikkingen en matigt de sancties tot € 00,00;
  • bepaalt dat betrokkene het teveel betaalde aan zekerheidstelling terugkrijgt;
  • veroordeelt de officier van justitie in de proceskosten van betrokkene van € 170,06 .
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.Y.B. Jansen, kantonrechter, in aanwezigheid van mr. W.B. Jongsma, griffier.
griffier kantonrechter

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.

Voetnoten

1.Artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht.
2.Artikel 6:8 van de Algemene wet bestuursrecht.
3.Artikel 11 van de Wahv.
4.Artikel 4, onderdeel a, van de Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en bpm.