Op 10 november 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening van een verzoeker, die in bezwaar ging tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Het Hogeland. Het verzoek betreft een last onder bestuursdwang die aan de verzoeker was opgelegd, waarbij hij de opdracht kreeg om het groen langs zijn perceel en de overhangende bomen te snoeien. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het college niet tijdig de benodigde stukken heeft ingediend, wat de zorgvuldige beoordeling van het verzoek in de weg staat. Desondanks heeft de voorzieningenrechter besloten om de begunstigingstermijn te verlengen, omdat er geen zwaarwegende belangen zijn die zich daartegen verzetten. Tevens is het college veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van de verzoeker, die zijn vertegenwoordigd door mr. D.J. Meijer. De uitspraak heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank niet in een eventueel bodemgeding. De voorzieningenrechter heeft benadrukt dat de beslissing in het kader van de voorlopige voorziening is genomen en dat de zaak verder zal worden behandeld zodra de benodigde stukken zijn ingediend.