Standpunt officier van justitie
Door de officier van justitie is gemotiveerd aangevoerd waarom geen sprake is van een weigeringsgrond en dat de verweren moeten worden verworpen. Ook verzet hij zich tegen aanhouding van de behandeling voor het opvragen van nadere inlichtingen bij de uitvaardigende staat.
Het confiscatiebevel is door de Belgische autoriteiten ingevuld en gelet op het vertrouwensbeginsel moet ervan uitgegaan worden dat de informatie die hierin is opgenomen juist is. Er zijn ook geen aanwijzingen om hieraan te twijfelen.
In het confiscatiecertificaat is ingevuld dat veroordeelde op de hoogte was van de zitting en dat hij een advocaat, mr. Minten, heeft gemachtigd zijn verdediging ter zitting te voeren en dat hij ter zitting ook daadwerkelijk door een advocaat is verdedigd. Deze informatie wordt bevestigd door het bijgevoegde confiscatiebevel. Veroordeelde is tijdens de openbare terechtzitting van 7 november 2023 in zijn middelen van verdediging vertegenwoordigd door mr. Minten in plaats van mr. Smet, beiden advocaat te Antwerpen.
Dat veroordeelde op een eerdere zitting door mr. Wijdoodt werd vertegenwoordigd, maakt dit niet anders. Het certificaat is volledig en correct ingevuld door de uitvoerende autoriteit waardoor er geen aanvullende consultatie op onderdelen van het certificaat benodigd is geweest en nodig is.
De officier van justitie kon in redelijkheid tot erkenning van het confiscatiebevel overgaan.
Oordeel rechtbank
De rechtbank overweegt dat in beginsel uitgegaan moet worden van de inhoud van het confiscatiecertificaat, zoals dit door de uitvaardigende lidstaat is ingevuld. Als bijlage is het confiscatiebevel toegevoegd. De informatie uit het confiscatiebevel komt overeen met de informatie uit het confiscatiecertificaat. De rechtbank heeft daarom geen aanleiding om te twijfelen aan de inhoud van het confiscatiecertificaat.
Uit het confiscatiebevel blijkt dat veroordeelde verzet heeft aangetekend tegen het verstekvonnis van de rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Brugge, van 13 juni 2022 en dat hij vervolgens hoger beroep heeft ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Brugge, van 10 oktober 2022 dat op tegenspraak was gewezen. Dit hoger beroep is op 7 november 2023 door het hof van beroep te Gent behandeld waarbij verdachte in zijn middelen van verdediging werd vertegenwoordigd door mr. Minten in plaats van mr. Smet, beiden advocaat te Antwerpen. Vervolgens is op 6 december 2023 door voornoemd hof het arrest op tegenspraak gewezen, waarbij de beslissing tot confiscatie is genomen.
Deze beslissing is op 22 december 2023 onherroepelijk geworden. De opgelegde beslissing tot confiscatie van een bedrag van 5.000,-- is hiermee onherroepelijk geworden.
Dat veroordeelde op een eerdere zitting van het hof op 6 juni 2023 werd vertegenwoordigd door mr. Wijdoodt, advocaat te Brugge, in plaats van mr. Smet, advocaat te Antwerpen, doet hieraan niet af. Ook