Uitspraak
RECHTBANK Noord-Nederland
1.De procedure
- de akte uitlating van de Provincie, tevens inhoudende een wijziging van eis
- de antwoordakte uitlating van [gedaagde] .
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 26 november 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Provincie Groningen en een gedaagde partij over de vaststelling van de eigendomsgrenzen van onteigend terrein. De Provincie had een verklaring voor recht gevorderd, waarin de eigendomsgrenzen zoals vastgelegd in een notitie van een advies- en ingenieursbureau moesten worden erkend. De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 9 juli 2025 vastgesteld dat de coördinaten in de notitie overeenkomen met de eigendomsgrenzen. De Provincie heeft haar eis gewijzigd en verzocht om toestemming voor perceelvorming en om de gedaagde te veroordelen tot medewerking aan de kadastrale registratie. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gedaagde eerst de gelegenheid moet krijgen om vrijwillig aan de veroordelingen te voldoen voordat er overgegaan kan worden tot reële executie. De rechtbank heeft de vorderingen van de Provincie toegewezen, met uitzondering van de vordering tot het opleggen van een dwangsom, en de gedaagde is in het ongelijk gesteld. De proceskosten zijn aan de Provincie toegewezen, en de gedaagde moet deze kosten vergoeden. In reconventie zijn de vorderingen van de gedaagde afgewezen, en ook hier is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten.