Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
- één of meer geldbedrag(en) (totaal ongeveer 180 euro) en/of
- autosleutels (Nissan Micra) en/of
- autosleutels (Suzuki Ignis) en/of
- een (personen)auto (Suzuki Ignis met kenteken [kenteken] ),
- een snellader en/of
- een portefeuille met één of meer geldbedrag(en) (ongeveer 2700 a 2800 euro) en/of
- een (gouden) (heren)horloge en/of
- (twee) (gouden) zakhorloge(s) met (gouden) ketting(en) en/of
- een trommel met meerdere (gouden en/of zilveren) siera(a)d(en)(waaronderen ring(en) en/of ketting(en) en/of armband(en)) en/of
- één of meerdere muntboek(en) en/of
- zakje(s) met zilveren munten en/of
- een kistje met 250 zilveren Wilhelminakwartjes en/of
- meerdere (5 of 6) Hitler vlaggen,
Beoordeling van het bewijs
- een proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever d.d. 7 januari 2024, opgenomen op pagina 403 e.v. van het dossier;
- een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 8 mei 2024 (derde verhoor), opgenomen op pagina 970
- een proces-verbaal van aangifte van [naam] d.d. 8 januari 2024, opgenomen op pagina 466 e.v. van het dossier;
- een proces-verbaal van verhoor slachtoffer [slachtoffer 2] d.d. 8 januari 2024, opgenomen op pagina 470 e.v. van het dossier;
- een proces-verbaal van bevindingen Onderzoek telefoon [verdachte] d.d. 6 mei 2024, opgenomen op pagina 118 e.v. van het dossier;
- een proces-verbaal van bevindingen Aanvullend onderzoek telefoon [verdachte] d.d. 1 juni 2024, opgenomen op pagina 143 e.v. van het dossier;
- een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 2 mei 2024 (tweede verhoor), opgenomen op pagina 939
- een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5] d.d. 23 februari 2024, opgenomen op pagina 630 e.v. van het dossier;
- een proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 maart 2024, opgenomen op pagina 643 e.v. van het dossier;
- een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 2 mei 2024 (tweede verhoor), opgenomen op pagina 939
- een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 6] d.d. 10 januari 2024, opgenomen op pagina 438 e.v. van het dossier;
- een proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 8 mei 2024 (derde verhoor), opgenomen op pagina 970 e.v., inhoudend als bekennende verklaring van verdachte:
- een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 8] d.d. 15 januari 2024, opgenomen op pagina 543 e.v. van het dossier;
- een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 8 mei 2024 (derde verhoor), opgenomen op pagina 970
De bijzondere overwegingen ten aanzien van feit 4
Bewezenverklaring
- een geldbedrag van 100 euro en
- autosleutels (Nissan Micra) en
- autosleutels (Suzuki Ignis) en
- een (personen)auto (Suzuki Ignis met kenteken [kenteken] ),
- een (gouden) (heren)horloge en
- (twee) (gouden) zakhorloge(s) met (gouden) ketting(en) en
- een trommel met meerdere (gouden en/of zilveren) siera(a)d(en)(waaronder een ring(en) en/of ketting(en) en/of armband(en)) en
- één of meerdere muntboek(en) en
- zakje(s) met zilveren munten en
- een kistje met 250 zilveren Wilhelminakwartjes
Strafbaarheid van verdachte
Inbeslaggenomen goed
Benadeelde partijen
[slachtoffer 1]gevorderde materiële schade overweegt de rechtbank het volgende. Hoewel voldoende aannemelijk is dat de benadeelde partij schade heeft geleden die het rechtstreeks gevolg is van het onder 1 en 2 bewezen verklaarde, beschikt de rechtbank over onvoldoende informatie om de hoogte daarvan te kunnen beoordelen. Schorsing van het onderzoek om de benadeelde partij de hoogte van de schade alsnog te laten aantonen, zal leiden tot een onevenredige belasting van het strafgeding en daartoe zal dan ook niet worden overgegaan. De rechtbank zal de vordering daarom niet ontvankelijk verklaren. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
[slachtoffer 2]gevorderde materiële schade overweegt de rechtbank dat voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij de gestelde schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 3 bewezen verklaarde. De vordering, waarvan de hoogte niet door verdachte is betwist, zal daarom worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 januari 2024.
[slachtoffer 2]heeft daarnaast vergoeding van immateriële schade gevorderd. Indien geen sprake is van lichamelijk letsel, zoals in dit geval, kan op grond van artikel 6:106 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) slechts een vergoeding voor immateriële schade worden toegekend indien de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast. De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partij de immateriële vordering voldoende heeft onderbouwd. De vordering tot vergoeding van de immateriële schade zal daarom tot het gevorderde bedrag van 1.108,- worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 januari 2024.
[slachtoffer 3]gevorderde materiële schade overweegt de rechtbank het volgende. Hoewel voldoende aannemelijk is dat de benadeelde partij schade heeft geleden die het rechtstreeks gevolg is van het onder 4 bewezen verklaarde, beschikt de rechtbank over onvoldoende informatie om de hoogte daarvan te kunnen beoordelen. Schorsing van het onderzoek om de benadeelde partij de hoogte van de schade alsnog te laten aantonen, zal leiden tot een onevenredige belasting van het strafgeding en daartoe zal dan ook niet worden overgegaan. De rechtbank zal de vordering daarom niet ontvankelijk verklaren. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
[slachtoffer 3]heeft daarnaast vergoeding van immateriële schade gevorderd. Indien geen sprake is van lichamelijk letsel, zoals in dit geval, kan op grond van artikel 6:106 lid 1 BW slechts een vergoeding voor immateriële schade worden toegekend indien de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast. Geestelijk letsel kan pas worden aangemerkt als aantasting van de persoon, indien de psychische gevolgen voldoende ernstig zijn. Stress, slapeloosheid en een gevoel van onveiligheid vormen nog geen aantasting van de persoon als bedoeld in artikel 6:106 BW. Ernstige psychische schade, als hiervoor bedoeld, is door de benadeelde partij niet aangevoerd. De vordering tot vergoeding van immateriële schade wordt dan ook afgewezen.
[slachtoffer 5]gevorderde materiële schade overweegt de rechtbank dat voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij de gestelde schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 6 en 7 bewezen verklaarde. De vordering, waarvan de hoogte niet door verdachte is betwist, zal daarom worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 februari 2024.
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren.
een gedeelte, groot 2 jaren, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
[slachtoffer 1]niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
[slachtoffer 2]toe en veroordeelt verdachte om aan [slachtoffer 2] te betalen:
- het bedrag van
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 8 januari 2024 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
[slachtoffer 2] ,te betalen een bedrag van
1.139,08(zegge: elfhonderd en negenendertig euro en acht eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 januari 2024 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit 31,08 aan
22 dagenkan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
[slachtoffer 3]tot vergoeding van materiële schade niet- ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
[slachtoffer 5]toe en veroordeelt verdachte om aan [slachtoffer 5] te betalen:
- het bedrag van
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 21 februari 2024 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
[slachtoffer 5]aan de Staat te betalen een bedrag van
100,-(zegge: éénhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 februari 2024 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
2 dagenkan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.