Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[eiser], uit [plaats], eiser,
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedaan op 7 februari 2025, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn verzoek om planschade beoordeeld. Eiser, voormalig eigenaar van een object in [plaats], had planschade aangevraagd als gevolg van een omgevingsvergunning die was verleend voor het realiseren van recreatie-appartementen en een woning in een voormalige zuivelfabriek. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noardeast-Fryslân had het verzoek op 12 juli 2023 afgewezen, en dit besluit werd in een later bezwaar opnieuw bevestigd. De rechtbank heeft het beroep op 29 januari 2025 behandeld, waarbij eiser digitaal aanwezig was en de gemachtigde van het college ook deelnam aan de zitting.
De rechtbank oordeelt dat het college het advies van de Stichting Advisering Onroerende Zaken (SAOZ) op zorgvuldige wijze heeft gevolgd. SAOZ had vastgesteld dat de planologische wijziging leidde tot een waardevermindering van €12.500, maar dat deze schade niet voor vergoeding in aanmerking kwam vanwege het normaal maatschappelijk risico. De rechtbank concludeert dat het college terecht heeft geoordeeld dat de schade voor rekening van eiser blijft, omdat de ontwikkeling als een normale maatschappelijke ontwikkeling kan worden beschouwd. Eiser had geen contra-expertise overgelegd die de conclusies van SAOZ zou ondermijnen.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat het college de afwijzing van het verzoek om planschade terecht heeft gehandhaafd. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. Deze uitspraak benadrukt de rol van het college in de beoordeling van planschade en de noodzaak om advies van deskundigen te volgen, mits dit advies zorgvuldig is opgesteld.