Beoordeling van het bewijs
In de zaak met parketnummer 18.307419.23
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op gronden zoals vermeld in het schriftelijk requisitoir veroordeling gevorderd voor de ten laste gelegde feiten 1 en 2.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft op gronden als vermeld in de pleitnota betoogd dat verdachte van feit 1 en feit 2 moet worden vrijgesproken.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht feit 1 en feit 2 wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1. De door verdachte ter zitting van 27 februari 2025 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
[slachtoffer 1] is op de parkeerplaats bij Albert Heijn in Hoogeveen in de auto gestapt. Wij zaten met 6 personen in de auto: mijn vader en ik, [naam] en [slachtoffer 1] , mijn broer [medeverdachte] en een vriend van mij. We zijn ergens gestopt. Ik heb de telefoon van [slachtoffer 1] gepakt. Ik heb de fotos op zijn telefoon gezien en ik heb die fotos gewist.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 18 november 2023 van [slachtoffer 1] , opgemaakt door verbalisant [verbalisant] en opgenomen op pagina 22 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met onderzoeksnummer NN3R023088 / SPAARNE, opgemaakt en gesloten op 14 maart 2024 door verbalisant [verbalisant] (hierna: het dossier), voor zover inhoudend:
Op zaterdag 18 november 2023 werd ik door [naam] benaderd. Hij gaf aan dat er werk was. Er werd doorgegeven dat er een voertuig klaarstond bij de AH in Hoogeveen. Een half uur later stond ik samen met [naam] bij de AH. Ik zag een auto staan.
Toen wij bij de auto stonden, kwam er een onbekende man naar ons toe gelopen. De man begeleidde ons naar de auto en wees de auto aan. De portier wordt geopend en wij werden verzocht om in te stappen. Op het moment dat wij instapten, stapte de onbekende man in, gevolgd een andere onbekende man. Wij zaten toen met zn vieren achterin. Een van de onbekende mannen zat op mijn schoot. Ik vroeg toen aan de onbekende mannen waarom zij ook instapten. Ik hoorde toen dat zij ook mee gingen naar de klus. De auto reed weg en op een gegeven moment stopte ergens in een bos. Daar stelde de bestuurder zich voor. Hij vertelde dat hij de vader was van [slachtoffer 2] en de bijrijder haar broer.
In het bos stond het voertuig stil en de vader haalde een geheel zwartkleurig slagersmes te voor schijn en drukte deze links tegen mijn hals aan. Ik hoorde de vader zeggen dat ik moest meewerken om [slachtoffer 2] terug te krijgen. Ook hoorde ik de vader zeggen dat ik mijn telefoon moest ontgrendelen, zodat hij kon zien waar [slachtoffer 2] eventueel zou kunnen zijn door mijn communicatie met haar. Ik ontgrendelde mijn telefoon en de onbekende jongen bekeek mijn privéfoto's van mijn gezin en daarbij kwam hij ook foto's van [slachtoffer 2] tegen. Ik zag dat de vader van [slachtoffer 2] erg kwaad werd op het moment dat hij haar foto zag en bedreigde mij iets aan te doen wanneer ik er niet voor zou zorgen dat [slachtoffer 2] terug zou komen bij haar familie.
Mij werd verteld dat ik moest meewerken.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor slachtoffer [slachtoffer 1] d.d. 27 november 2023, opgemaakt door verbalisant [verbalisant] en opgenomen op pagina 35 e.v. van het dossier, voor zover inhoudend:
V: We spreken dus over drie personen in totaal? A: In totaal 6 personen.
V: Hoeveel mensen zaten er in de auto toen jij instapte?
A: Toen ik in de auto stapte zat er 1 persoon in. Dat was de bestuurder, de vader van het meisje. V: Wie heeft het mes gepakt en op jouw keel gezet?
A: De bestuurder, de vader van [slachtoffer 2] .
O: Slachtoffer doet voor hoe vader dat deed. Slachtoffer zit op zijn stoel en draait zich om. Slachtoffer wijst de plek op zijn keel aan waar het mes tegenaan werd gezet. Slachtoffer wijst linkerzijde keel aan. V: Waar haalde hij dit mes vandaan?
A: Hij had het bij zich. Een keukenmes, lengte ongeveer 15 centimeter.
V: Hoe is het telefoonnummer [telefoonnummer] in jouw telefoon gekomen?
A: Hij had mijn telefoon afgepakt en heeft dat nummer in mijn telefoon opgeslagen.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 november 2023, opgemaakt door verbalisant [verbalisant] en opgenomen op pagina 62 e.v. van het dossier, voor zover inhoudend:
Op 18 november 2023 omstreeks 16:00 uur hoorde ik de centralist van de meldkamer een melding uitgeven aan de [adres] te Hoogeveen. Ik hoorde dat aldaar een aangever zat, een bewoner van het AZC, welke ontvoerd zou zijn geweest. Hierop zijn wij ter plaatse gegaan.
Het bleek te gaan om: [slachtoffer 1] .
Ik zag een striem op de linkerhals van [slachtoffer 1] .
Ik hoorde dat hij moest zorgen dat hij een afspraak zou maken met [slachtoffer 2] en dat hij moest zorgen dat zij met hem zou afspreken. Ik hoorde dat als hij dan met [slachtoffer 2] was, dat hij dan een telefoonnummer moest bellen. Ik zag dat hij hierop zijn telefoon liet zien en dat hij wees naar een telefoonnummer. Ik zag dat het telefoonnummer was: " [telefoonnummer] ".
Enkele momenten later hoorde ik dat de aangever een bericht had ontvangen van het
telefoonnummer + [telefoonnummer] . Dit was omstreeks 19:15 uur. Ik hoorde dat er in het bericht stond dat als hij [slachtoffer 2] had, dat hij moest bellen met het nummer en dat hij dan een locatie te horen zou krijgen waar zij tot overgave konden overgaan.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 november 2023, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant] , [verbalisant] , [verbalisant] en [verbalisant] en opgenomen op pagina 73 e.v. van het dossier, voor zover inhoudend:
Ik, verbalisant [verbalisant] , ben naar de auto gelopen. Ik zag via de bijrijderszijde dat er op de bijrijdersstoel een verpakking lag met daarop de tekst "Redstone CHEF'S KNIFE".
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 20 november 2023, opgenomen op pagina 435 e.v. van het dossier, voor zover inhoudend:
V: Even voor de duidelijkheid: De telefoon die nu onder jou in beslag is genomen, is van je zus maar jouw simkaart zit er in. Klopt dat?
A: Ja dat klopt.
V: Wat is het telefoonnummer? A: [telefoonnummer]
V: Wie had zaterdag de telefoon?
A: Overdag had mijn zus de telefoon en ik heb hem s avonds gebruikt.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen uitwerking telefoon verdachte [medeverdachte] d.d. 22 januari 2024, opgemaakt door verbalisant [verbalisant] en opgenomen op pagina 122 e.v. van het dossier, voor zover inhoudend:
Op vrijdag 19 januari 2024 ontvingen wij als onderzoeksteam in onderzoek SPAARNE, een vertaling ten aanzien van de aangetroffen Arabische teksten. Deze Arabische conversatie is aangetroffen in de whatsapp berichten van de mobiele telefoon die verdachte [medeverdachte] bij zich droeg en voor het onderzoek in beslag is genomen.
Op maandag 22 januari 2024 heb ik onderzoek verricht aan aangeleverde uitwerking en zag daarin de volgende berichtgeving:
Pagina 278 - Op 18-11 -23 om 18:29:29 uur. Afkomstig van + [telefoonnummer] middels Whatsapp. “Als hij reageert, wees dan voorzichtig en vertel niets illegaals”
Pagina 279 - Op 18-11-23 om 18:29:48 uur. Afkomstig van + [telefoonnummer] middels Whatsapp. “Prima"
Pagina 280 - Op 18-11-23 om 18:29:48 uur. Afkomstig van + [telefoonnummer] middels Whatsapp. “Zodra de idiott reageert, laat het me weten”
Pagina 282 - Op 18-11-23 om 18:29:53 uur. Afkomstig van + [telefoonnummer] middels Whatsapp. "Maar hij reageert helemaal niet”
De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Gelet op de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang en verband bezien, is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat verdachte, tezamen en in vereniging met anderen, op 18 november 2023 aangever [slachtoffer 1] wederrechtelijk van zijn vrijheid heeft beroofd en -enige tijd- beroofd heeft gehouden en dat hij [slachtoffer 1] daarbij heeft bedreigd met een mes, op de wijze zoals volgt uit voornoemde bewijsmiddelen.
De rechtbank overweegt dat zij daarbij uitgaat van de aangifte en aanvullende verklaring van [slachtoffer 1] die consistent en geloofwaardig is en steun vindt in de overige bewijsmiddelen.
Aangever heeft verklaard dat hij onder valse voorwendselen (schoonmaakwerk) naar de parkeerplaats bij Albert Heijn is gelokt door [naam] . De aangifte wordt op dit punt ondersteund door de verklaring van [naam] en de verklaring van medeverdachte [medeverdachte] dat geen sprake was van werk, maar dat medeverdachte met aangever wilde spreken over [slachtoffer 2] en dat [naam] dit ook wist. Aangever is vervolgens in de auto van medeverdachte gestapt. In de auto zaten 5 anderen, waaronder verdachte en medeverdachte [medeverdachte] . Verdachte en medeverdachte hebben verklaard dat zij met aangever naar een andere plek zijn gereden waar zij met aangever hebben gesproken over [slachtoffer 2] . De verklaring van aangever dat hij tijdens dit gesprek is bedreigd wordt ondersteund door de verklaring van [naam] die zegt dat er in de auto ruzie was met aangever. De verklaring van aangever over de bedreiging met het mes wordt voorts ondersteund door de door verbalisanten waargenomen kras in de hals van aangever direct na het incident en het aantreffen van de verpakking van een mes, soortgelijk aan het mes dat door aangever wordt beschreven, op de bijrijdersstoel van de auto van medeverdachte [medeverdachte] .
De aangifte wordt voorts ondersteund door de verklaring van verdachte die verklaart over zijn telefoonnummer ( [telefoonnummer] ), terwijl aangever zegt dat de mensen die hem bedreigden zeiden dat hij dat nummer moest bellen en dat hij dan een locatie zou horen waar hij [slachtoffer 2] heen moest brengen. Op de avond van 18 november 2023 heeft verdachte ook een bericht gestuurd aan aangever over een locatie om af te spreken. De aangifte wordt verder ondersteund door de in de telefoons van verdachte en medeverdachte [medeverdachte] aangetroffen gesprekken/berichten heel kort na het incident.
De verklaring van verdachte dat zijn vader alleen maar wilde praten met aangever en dat geen sprake was van vrijheidsberoving en bedreiging acht de rechtbank niet geloofwaardig. Uit het voorgaande blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat met aangever onder valse voorwendselen een afspraak is gemaakt, dat hij is vervoerd naar een voor hem onbekende en afgelegen plaats, dat hij op dat moment niet wist wat verdachten van plan waren, dat hij zich niet aan het gesprek kon onttrekken, dat hij getalsmatig in de minderheid was en dat hij tijdens het gesprek is bedreigd met een mes. Hieruit volgt naar het oordeel van de rechtbank dat aangever werd gedwongen om dit te ondergaan en dat hij -enige tijd- van zijn vrijheid beroofd is geweest.
Uit het voorgaande volgt naar het oordeel van de rechtbank voorts dat verdachte het onder 1 en onder 2 ten laste gelegde tezamen en in vereniging heeft gepleegd, waarbij sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en in ieder geval medeverdachte [medeverdachte] .
In de zaak met parketnummer 18.245022.24
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op gronden zoals vermeld in het schriftelijk requisitoir veroordeling gevorderd voor het ten laste gelegde feit.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft op gronden als vermeld in de pleitnota primair betoogd dat verdachte van het ten laste gelegde feit moet worden vrijgesproken. Subsidiair stelt de raadsvrouw dat niet kan worden bewezen dat aangeefster met kracht bij de arm is vastgepakt, omdat de getuige daar niet over verklaart.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht het feit wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring.
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De door verdachte ter zitting van 27 februari 2025 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Op 3 oktober 2023 zag ik [slachtoffer 2] in Emmen. Toen [slachtoffer 2] mij zag probeerde zij te vluchten. Ik ben achter haar aan gegaan. Ik heb haar omarmd, vastgepakt. Ik heb [slachtoffer 2] om haar lichaam vastgepakt.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 3 oktober 2023 van [slachtoffer 2] , opgemaakt door verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] en opgenomen op pagina 5
e.v. van politie Noord-Nederland met registratienummer PL0100-2023264557 opgemaakt en gesloten op 5 juli 2024 door verbalisant [verbalisant] (hierna: het dossier), voor zover inhoudend:
Op dinsdag 3 oktober, omstreeks 11:30 uur, zag ik mijn broer ook. Dit was in de [adres] in Emmen. Ik viel op de grond.
Ik voelde dat mijn broer mij pakte.
Toen mijn broer mij op de straat had gegooid en ik op straat lag heeft hij mij over straat gesleept. Ik heb pijn aan mijn rechterarm en aan mijn neus en onder mijn neus.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 juli 2024, opgemaakt door verbalisant [verbalisant] en opgenomen op pagina 10 van het dossier, voor zover inhoudend:
Ik vroeg aan [slachtoffer 2] welke broer haar mishandeld had. Ik hoorde haar [verdachte] zeggen.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige [naam] d.d. 18 maart 2024, opgemaakt door verbalisant [verbalisant] en opgenomen op pagina 12 e.v. van het dossier, voor zover inhoudend:
U bent getuige geweest van een mishandeling op 3 oktober 2023 in Emmen. Wat kunt u daarover verklaren? De getuige verklaarde:
Op de bewuste dag van het incident was ik aan het werk in mijn [bedrijf] .
Op een gegeven moment hoorde ik lawaai buiten. () toen zag ik een jongen en een meisje buiten. De jongen had een arm om de nek van het meisje.
Ik zag dat het meisje viel op de grond en dat de jongen haar nek vast had. Met één hand had hij haar nek vast en met de andere hand sloeg hij haar in haar gezicht. Hij sleepte haar ook over de grond.
Ik liep naar de deur van mijn [bedrijf] en op dat moment sleepte de jongen het meisje over de grond voor mijn deur langs richting de rechterkant van mijn [bedrijf] .
Toen ben ik naar hun toe gerend.
De jongen sloeg haar nog steeds op haar gezicht, met zijn vuist, terwijl hij haar met een arm om haar nek vast had. Op een gegeven moment pakte ik de hand van het meisje om haar naar mij toe te trekken. De jongen zei dat ik haar los moest laten en dat het zijn zus was.
Ik zag dat ze een bloedneus had. Ook haar kleding was gescheurd en kapot.
U vraagt mij hoe de jongen het meisje mishandelde. De jongen had het meisje met één arm en elleboog om haar nek vast. En met de andere hand sloeg hij meerdere keren met zijn vuist op haar gezicht.