ECLI:NL:RBNNE:2025:940

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
10 maart 2025
Publicatiedatum
13 maart 2025
Zaaknummer
LEE 24/98 en LEE 24/99
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvragen vergoeding waardedaling woning in aardbevingsgebied Groningen

In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedaan op 10 maart 2025, zijn de beroepen van eisers tegen de afwijzing van hun aanvragen voor een vergoeding voor waardedaling van hun woning behandeld. Eisers, die sinds 2 januari 2020 voor 50% eigenaar zijn van de woning gelegen aan [adres], [postcode 1], hebben in 2021 en 2022 aanvragen ingediend voor vergoeding van waardedaling, welke zijn afgewezen omdat zij op de peildatum van 1 januari 2019 geen eigenaar waren. Na wijziging van de peildatum naar 1 januari 2021, dienden zij op 23 januari 2023 een nieuwe aanvraag in, die op 27 februari 2023 werd afgewezen omdat de woning buiten het waardedalingsgebied ligt. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard, omdat eisers niet hebben aangetoond dat hun woning waardedaling heeft ondervonden door de ligging in het aardbevingsgebied. De rechtbank oordeelt dat het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) terecht heeft gehandeld volgens het beleid en dat de omstandigheden van eisers geen reden vormen om van dit beleid af te wijken. De rechtbank concludeert dat de bestreden besluiten in stand blijven en dat eisers geen recht hebben op een vergoeding voor waardedaling van hun woning.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummers: LEE 24/98 en LEE 24/99

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 maart 2025 in de zaak tussen

[eiser] en [eiseres], uit [woonplaats 1], eisers

en

Instituut Mijnbouwschade Groningen, het IMG

(gemachtigde: mr. L. Sijbrandij-Leyten en mr. A.M. Wenniger).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van eisers tegen de afwijzing van de aanvragen voor een vergoeding voor waardedaling van de woning van eisers.
1.1.
Het IMG heeft deze aanvragen met de besluiten van 27 februari 2023 afgewezen. Met de bestreden besluiten van 27 november 2023 op de bezwaren van eisers is het IMG bij de afwijzing van de aanvragen gebleven.
1.2.
Het IMG heeft op de beroepen gereageerd met een verweerschrift.
1.3.
De rechtbank heeft de beroepen op 22 januari 2025 gevoegd op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: [eiser] (eiser) en de gemachtigden van het IMG.

Totstandkoming van de besluiten

2. Eisers zijn sinds 2 januari 2020 elk voor 50% eigenaar van de woning gelegen aan [adres], [postcode 1], te [woonplaats 1] (de woning).
2.1.
Eisers hebben op 27 oktober 2021 en op 10 januari 2022 aanvragen gedaan voor de vergoeding van waardedaling van de woning. Die aanvragen zijn afgewezen omdat eisers nog geen eigenaar waren van de woning op de destijds gehanteerde peildatum, 1 januari 2019. De rechtbank heeft de ingestelde beroepen ongegrond verklaard. [1]
2.2.
Eisers hebben op 23 januari 2023, nadat de peildatum per 1 januari 2023 was gewijzigd naar 1 januari 2021, een nieuwe aanvraag gedaan voor vergoeding van waardedaling aan de woning.
2.3.
De aanvragen zijn op 27 februari 2023 afgewezen omdat de woning van eisers buiten het waardedalingsgebied ligt. Eisers hebben tegen deze besluiten op 24 april 2023 bezwaar ingediend.
2.4.
Het IMG heeft de bezwaren in behandeling genomen en de bezwaren ongegrond verklaard.

Beoordeling door de rechtbank

3. De rechtbank beoordeelt of het IMG, gelet op de door eisers aangevoerde omstandigheden, had moeten afwijken van het door het IMG gevoerde beleid. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eisers.
4. De rechtbank komt tot het oordeel dat de beroepen ongegrond zijn. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Standpunt van eisers
5. Eisers stellen dat ten onrecht uitgegaan is van de postcode [postcode 1] voor de beoordeling of ze in het waardedalingsgebied vallen. Deze postcode is aan de woning gegeven, maar feitelijk wonen ze in het postcodegebied [postcode 2], dat wel in het waardedalingsgebied valt. Om deze stelling te onderbouwen hebben eisers kaartmateriaal aangeleverd waarop te zien is waar de woning van eisers ligt. In deze uitzonderlijke situatie moet dan ook afgeweken worden van het beleid van het IMG. Het niet afwijken van de werkwijze door het IMG heeft voor eisers zeer nadelige gevolgen. Dit omdat eisers, nu hun postcode niet op de lijst staat, ook geen aanspraak maken op subsidies en dergelijke van bijvoorbeeld Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN). De postcodelijst voor waardedaling is wel verruimd, maar er is wederom geen rekening gehouden met de situatie van eisers. Eisers menen dat er, ook gelet op het rapport van de parlementaire enquêtecommissie, oplossingen gevonden moeten worden en dat dit soms buiten richtlijnen en regelgeving om moet kunnen. Er moet dan ook maatwerk geleverd worden in dit geval.
Standpunt van het IMG
6. Het IMG meent dat alle beschikbare methoden objectief tegen elkaar zijn afgewogen en dat de adviescommissie [2] op navolgbare en deugdelijke wijze tot onderhavige methode is gekomen. Uit het onderzoek volgt dat de woning van eisers niet in het gebied ligt waar waardedaling heeft plaatsgevonden. Eisers hebben geen punten naar voren gebracht waaruit volgt dat er wel waardedaling heeft plaatsgevonden. Er is volgens het IMG dan ook geen reden om af te wijken van het beleid en de woning van eisers binnen het waardedalingsgebied te laten vallen, ook niet gelet op de locatie van de woning.
6.1.
Daarnaast wordt er voor woningen die wel in het waardedalingsgebied liggen, naar twee aardbevingsindicatoren gekeken om te beoordelen of in dat geval sprake is van waardedaling. Het gaat om het imago-effect en de bevingsgeschiedenis. Het imago-effect is alleen van toepassing wanneer iemand voor 16 augustus 2012 (de beving van Huizinge) al eigenaar was van de woning. Na die datum is de waardedaling bewust of onbewust verdisconteerd in de koopprijs en hebben nieuwe eigenaren op dat onderdeel geen schade geleden. Bij de bevingsgeschiedenis wordt gekeken naar de bevingen ter plaatse met een berekende grondsnelheid van 2,9 mm/s met een overschrijdingskans van 50%. Toegepast op de situatie van eisers: zij zijn op 2 januari 2020 eigenaar geworden van de woning. Zij hebben dan ook geen imagoschade. Na 2 januari 2020 hebben er ook geen bevingen plaatsgevonden op locatie met een grondsnelheid van minimaal 2,9 mm/s met een overschrijdingskans van 50%. Ook gelet op de bevingsgeschiedenis komen zij niet voor vergoeding in aanmerking.
6.2.
Het IMG merkt overigens op dat ook voor het postcodegebied [postcode 2], waar eisers menen bij te horen, er geen sprake is van imago-effect gelet op de aankoopdatum van de woning. Daarbij hebben ook in dat postcodegebied, nadat eisers eigenaar zijn geworden van de woning, geen bevingen plaatsgevonden met een grondsnelheid hoger dan 2,9 mm/s met een overschrijdingskans van 50%. Ook wanneer eisers in dat postcodegebied zouden vallen zouden zij geen recht hebben op een vergoeding voor waardedaling. Dat eisers geen subsidies krijgen is niet aan het IMG. Het IMG ziet dan ook geen reden om in het geval van eisers af te wijken van het gehanteerde beleid.
7. De rechtbank overweegt als volgt.
7.1.
Het IMG heeft de wettelijke bevoegdheid om aan woningeigenaren een vergoeding voor waardedaling van hun woning toe te kennen. Het IMG kent op aanvraag vergoedingen toe voor waardedaling van woningen als gevolg van aardbevingen en het risico daarop. In de Procedure en werkwijze is neergelegd dat het IMG de ontstane waardedaling in het aardbevingsgebied begroot aan de hand van het model van Atlas voor gemeenten (Atlas). [3] De berekening van de waardedaling betreft een abstracte begroting. De Afdeling heeft meermaals geoordeeld dat de abstracte begroting aan de hand van het model van Atlas toelaatbaar is. [4]
7.2.
De Procedure en werkwijze bevat beleidsregels als bedoeld in artikel 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Uit artikel 4:84 van de Awb volgt dat het IMG overeenkomstig de beleidsregel handelt, tenzij dat voor eisers gevolgen zou hebben die, wegens bijzondere omstandigheden, onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.
7.3.
Niet in geschil is dat eisers eigenaar zijn geworden van de woning op 2 januari 2020 en dat de peildatum per 1 januari 2023 is gewijzigd naar 1 januari 2021. Eisers waren eigenaar van de woning op de huidige peildatum. Ook het door het IMG gehanteerde beleid staat niet ter discussie. De vraag die voorligt is of, in het geval van eisers, afgeweken had moeten worden van het beleid omdat het wel volgen van het beleid voor eisers, door bijzondere omstandigheden, onevenredige gevolgen heeft in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen. [5] Daarbij gaat het (i) om de ligging van de woning van eisers aan de rand van het postcodegebied zodat zij net buiten het waardedalingsgebied vallen en (ii) om de situatie dat eisers, zo stelen zij, doordat ze niet in het waardedalingsgebied vallen, geen aanspraak kunnen maken op andere tegemoetkomingen of subsidies.
(i) Ligging van de woning
8. Eisers hebben met de aangedragen stukken duidelijk gemaakt dat zij aan de rand van hun postcodegebied wonen en dat hun woning vlakbij de grens van het waardedalingsgebied ligt. Dit enkele feit is naar het oordeel van de rechtbank echter onvoldoende om aan te nemen dat de woning van eisers ook waardedaling heeft ondervonden. Dat de omliggende postcodes wel binnen het waardedalingsgebied vallen maakt dit niet anders. Eisers hebben niet met stukken onderbouwd of anderszins aannemelijk gemaakt dat de woning waardedaling heeft ondervonden door ligging in het aardbevingsgebied. Gelet hierop zijn de gevolgen niet onevenredig. Daarbij weegt de rechtbank mee dat wanneer ervan uitgegaan wordt dat de woning in postcodegebied [postcode 2], het postcodegebied waar eisers volgens hen bij horen, zou liggen, zij ook geen recht hebben op een vergoeding voor waardedaling. Zij hebben de woning na 2016 gekocht waardoor er geen schade door het imago-effect is ondervonden en ook in die postcode ([postcode 2]) hebben er na de aankoopdatum geen bevingen plaatsgevonden met trillingen boven de 2,9 mm/s met een overschrijdingskans van 50%. Afwijken van het beleid zoals eisers dat wensen zou dan ook tot hetzelfde resultaat leiden. In het voorgaande is dan ook geen grond te vinden voor het oordeel dat het IMG het beleid ten onrechte heeft gevolgd.
(ii) Recht op overige verstrekkingen
8.1.
Het betoog van eisers dat zij, doordat zij niet vallen in het waardedalingsgebied, ook niet in aanmerking komen voor andere (subsidie)regelingen, is eveneens geen bijzondere omstandigheid die in dit geval voor het IMG tot afwijking van het beleid had moeten leiden. Het beleid van het IMG heeft tot doel dat een passende vergoeding voor waardedaling wordt toegekend aan de personen die daar recht op hebben. Het IMG gaat niet over (subsidie)verstrekkingen. Dat eisers niet in aanmerking zouden komen voor overige (subsidie)verstrekkingen, via bijvoorbeeld SNN, is dan ook geen bijzondere omstandigheid die in dit geval tot afwijking van het beleid had moeten leiden. Het is immers SNN, en niet het IMG, die over deze subsidieverstrekking gaat. [6]

Conclusie en gevolgen

9. De beroepen zijn ongegrond. Dat betekent dat de bestreden besluiten in stand blijven en eisers geen vergoeding voor waardedaling van hun woning krijgen. Eisers krijgen daarom het griffierecht niet terug.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.R. Gans, rechter, in aanwezigheid van N. Walstra, griffier.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Uitspraak van deze rechtbank van 22 november 2022, ECLI:NL:RBNNE:2022:4992.
2.Adviescommissie waardedaling woningen aardbevingsgebied Groningen.
3.Methode
4.Zie o.a. de uitspraak van 19 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1536 en van 28 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2490.
5.Artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht.
6.Zie ook de uitspraak van de Afdeling van 6 november 2024, ECLI:NL:RVS:2024:4489 r.o. 22.