Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van het onder 1 ten laste gelegde en heeft daartoe aangevoerd dat sprake is geweest van een voltooide diefstal met geweld - zoals onder 2 primair is ten laste gelegd - en niet van een poging daartoe zoals onder 1 ten laste gelegd.
De officier van justitie heeft veroordeling voor het onder 2 primair ten laste gelegde gevorderd.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 1 en 2 primair en subsidiair ten laste gelegde. Hij heeft daartoe aangevoerd dat verdachte al weg was op het moment dat medeverdachte [medeverdachte] de schoenen van aangever [slachtoffer] heeft afgepakt en dat verdachte pas later heeft gezien dat medeverdachte [medeverdachte] de schoenen in zijn handen had. De gedragingen zoals ten laste gelegd die zien op aangever [slachtoffer 2] zijn gepleegd door medeverdachte [medeverdachte 2] en niet door verdachte. Hieruit volgt dat verdachte en de medeverdachten gescheiden van elkaar zijn bezig geweest en dus geen veroordeling kan volgen voor het onder 1 en 2 primair en
subsidiair ten laste gelegde.
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank voor wat betreft de onder 2 meer subsidiair ten laste gelegde mishandeling.
Oordeel van de rechtbank
Feit 1
De rechtbank is - overeenkomstig het standpunt van de officier van justitie en de verdediging - van oordeel dat het onder 2 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard, zodat verdachte daarvan zal worden vrijgesproken.
Feit 2
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1.
De door verdachte op de terechtzitting van 28 februari 2025 afgelegde verklaring, voor zover inhoudende:
Het klopt dat ik [slachtoffer] in zijn gezicht heb geslagen.
2.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 26 mei 2024, opgenomen op pagina 6 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2024146633 d.d. 19 augustus 2024, inhoudende als verklaring van [slachtoffer] :
Vandaag 26 mei 2024 was ik samen met mijn vrienden genaamd [naam] en [slachtoffer 2] . Wij waren op het [adres] (). Ongeveer ter hoogte van de [bedrijf] kwamen weer drie jongens op ons af. Ik zag dat twee jongens op een elektrische step stonden en dat er 1 liep. De jongens die op ons afliepen kan ik als volgt omschrijven:
- blond kort haar, 190 lang ongeveer, ongeveer 17 jaar, blanke huidskleur, normaal postuur, t-shirt met trui eroverheen, ree dop een elektrische step.
- was lopend, ongeveer 16 jaar oud, blanke huidskleur, ongeveer 175 centimeter lang, gekruld donker haar tot op zijn voorhoofd, trui met capuchon met daarover een zwarte jas met capuchon.
Jongen 3 (
de rechtbank leidt uit de inhoud van de aangifte af dat hiermee jongen 6 wordt bedoeld)
- reed op een elektrische step, ongeveer 18 jaar oud, 175 centimeter lang, blanke huidskleur, bruin kort haar, grijs t-shirt.
Ik zag dat de drie jongens achter ons aan kwamen lopen. Ik hoorde dat de jongens dingen naar ons riepen. Ik zag dat de jongens vlak achter ons liepen. Ik zag dat jongen 5 begon te praten en naar mij en [slachtoffer 2] keek. Ik hoorde dat jongen 5 zei: "jij gaat sorry zeggen, je moet oppassen zijn maat [naam] komt achter je aan". Ik heb hierop sorry gezegd om maar uit deze situatie te komen. Hierna zijn [slachtoffer 2] en ik richting de [bedrijf] gelopen. Ik zag dat de jongens naar ons toe kwamen. Ik zag jongen 4 op de elektrische step best wel snel op mij afkomen rijden. Op het moment dat jongen 4 vlak
achter mij reed zag ik dat hij links zou passeren, ik zag ineens een gestrekt been op mij af komen. Jongen 4 trapte mij met kracht vanaf zijn step.
Ik zag dat jongen 5 en jongen 6 voor mij en [slachtoffer 2] kwam staan. Ik hoorde jongen 5 zeggen: "geef me je barkies". Ik hoorde vervolgens jongen 5 zeggen: "geef me je geld" Ik heb geantwoord dat ik geen geld had. Ik zag dat [slachtoffer 2] zijn lege portemonnee liet zien. Ik hoorde [slachtoffer 2] zeggen dat hij een pinpas bij zich had. Ik zag dat jongen 6 op mij af kwam, ik hoorde die jongen zeggen: "geef me je geld". Ik pakte mijn portemonnee en liet zien dat deze leeg was. Ik zag dat jongen 6 mij begon te duwen. Jongen 6 liep steeds met zijn lichaam tegen mijn lichaam en duwde mij op deze manier. Jongen 6 zei iets tegen mij en sloeg mij vervolgens met zijn rechtervuist op mijn gezicht. Ik voelde mijn aan de rechterzijde van mijn hoofd ter hoogte van mijn jukbeen. Ik ben hierdoor ten val gekomen. Ik zag jongen 4 en 5 op mij afkomen. Ik zag dat jongen 5 mij direct begon te slaan. Ik zag dat jongen 5 mij met zijn beiden vuisten stompte richting mijn gezicht. Ik voel dat ik geraakt word door de stompen. Ik probeerde weg te rennen en zag dat jongen 4 achter mij aan kwam rennen. Jongen 4 was een stuk sneller dan dat ik was, ik ben ten val gekomen. Ik zag dat jongen 4 mij begon te schoppen toen ik op de grond lag. Ik voelde dat jongen 4 mij hard schopte en ik voelde een stekende pijn. Ik zag dat jongen 6 er ook bij kwam en ook tegen mij aan schopte. Ik hoorde ineens jongen 4 zeggen: "pak zijn schoenen, pak zijn schoenen". Ik zie dat jongen 4 mijn schoenen van mijn voeten trekt. Ik zag dat jongen 4 met mijn schoenen, te weten Nike Airforce 1 kleur rood op zijn step stapt en naar de [adres] in de richting van het [adres] reed.
3.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 26 mei 2024, opgenomen op pagina 11 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 2] :
26 mei bevond ik mij samen met mijn vrienden genaamd [slachtoffer] en [naam] op het [adres] te Winschoten. (). Wij stonden bij het [bedrijf] in de [adres] . Ik zag drie jongens op ons afkomen. Twee van de drie hadden een elektrische step, een was lopend. Ik kan de jongens als volgt omschrijven:
185 centimeter lang, blank, blond kort haar, pukkel midden op zijn neus, normaal postuur, trainingspak, ongeveer 16 jaar oud.
- ongeveer 175 centimeter lang, donker gekruld haar, blanke huidskleur, ongeveer 16 jaar, trainingspak van Nike, grijs van kleur.
- blank, 16 jaar ongeveer, verder kan ik mij niets herinneren.
Ik hoorde jongen 1 zeggen: "geef mij je geld, heb je sigaretten". Ik heb mijn portemonnee gepakt om te laten zien dat ik geen contact geld bij mij had. Jongen 1 stond echt heel dicht op mij en vroeg mij op dwingende toon om geld en sigaretten. Op de parkeerplaats bij [bedrijf] kreeg ik in de gaten dat de drie jongens weer achter mij en [slachtoffer] aankwamen. Ik zag jongen 2 heel dichtbij mij komen. Ik zag dat jongen 2 met zijn hoofd tegen mijn hoofd aan ging staan. Ik zag dat jongen 1 en 3 bij [slachtoffer] stonden. Ik zag wel dat zij heel dicht tegen [slachtoffer] aan stonden en hem met hun lichamen duwde. Ik hoorde dat jongen 2 zei:" geef mij je portemonnee, je schoenen en je Apple watch". Ik zei dat ik geen geld had. Ik hoorde dat jongen 2 zei: "geef me je pinpas" Ik zag dat er gevochten werd bij [slachtoffer] . Ik zag dat jongen 1 en 3 [slachtoffer] begonnen te slaan.
4.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor minderjarige verdachte d.d. 26 mei 2024, opgenomen op pagina 38 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [medeverdachte] :
We waren in het centrum van Winschoten. (). Wij stonden bij die twee jongens en we scholden elkaar over en weer uit. Dat ging door tot aan de [bedrijf] . Daar werd gevochten door mij, [medeverdachte 2] , [verdachte] en die twee jongens. Ik heb een van die jongens vastgepakt om ze uit elkaar te halen. Ik heb ook heel dom de schoenen bij een van die jongens afgepakt. Dat waren Nike Jordans, rood wit van kleur.