In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 18 juli 2013 uitspraak gedaan in een geschil over de omgevingsvergunning voor een hospice, genaamd 'Bijna Thuis Huis Best', gelegen te Best. De rechtbank heeft het beroep van de bewonersvereniging 'Op 't Heerbeeck' gegrond verklaard, omdat de gebreken in het bestreden besluit niet volledig waren hersteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Best. De rechtbank had eerder, in een tussenuitspraak van 25 april 2013, geconstateerd dat het college onvoldoende had gemotiveerd waarom de hospice, ondanks de functiewijziging van een woonsituatie, als passend kon worden beoordeeld. Ook was er onvoldoende onderbouwing gegeven voor de verwachte parkeerdruk en de afwijking van de parkeernormen van de CROW.
In de uitspraak van 18 juli 2013 heeft de rechtbank vastgesteld dat, hoewel het college had geprobeerd de gebreken te herstellen door een nadere motivering aan te leveren, de aanleg van drie parkeerplaatsen op eigen terrein niet was geformaliseerd. Hierdoor kon de aanleg niet worden afgedwongen, wat leidde tot de conclusie dat het college niet volledig had voldaan aan de eisen die de rechtbank eerder had gesteld. De rechtbank oordeelde dat de gebreken in de besluitvorming niet op bevredigende wijze waren hersteld, en verklaarde het beroep van eiseres gegrond.
De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en bepaald dat het college het door eiseres betaalde griffierecht van € 310,00 moet vergoeden. Er zijn geen proceskosten voor vergoeding in aanmerking gekomen. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.