2.1.In dit incident gaat de rechtbank uit van de volgende feiten (die in de hoofdzaak nog definitief zullen moeten worden vastgesteld).
- Op 18 april 2007 sloten BPF en de gemeente Utrecht (hierna de gemeente) de zgn. Ontwikkelovereenkomst, inhoudende dat BPF beleggershuurwoningen en vrije sectorkoopwoningen zou ontwikkelen en realiseren op door de gemeente in erfpacht uit te geven percelen in onder meer de blokken 9 en 10 van het deelplan Terwijde in de wijk Leidsche Rijn in Utrecht (prod. 1 incidentele conclusie 5-6-2013). De rechten van BPF uit deze overeenkomst worden door partijen aangeduid als de Bouwclaim. In artikel 9 van deze Ontwikkelovereenkomst is bepaald dat partijen bij onvoorziene omstandigheden in overleg zullen treden over een aanvaardbare oplossing.
- BPF wilde zich gelet op haar fondsdoelstelling alleen met de beleggershuurwoningen bezig houden. Op 23 mei 2008 werd tussen BPF, de gemeente en de rechtsvoorganger van Bo Beheer (hierna eveneens Bo Beheer te noemen) de zgn. Overnameovereenkomst gesloten, waarbij BPF de Bouwclaim aan Bo Beheer verkocht voor een koopprijs van € 1.500.000,, die in drie termijnen moest worden voldaan (prod. 1 dagv).
- Ook op 23 mei 2008 werd tussen de gemeente en Bo Beheer de zgn. Erfpachtovereenkomst gesloten, waarbij de gemeente de bewuste percelen aan Bo Beheer in erfpacht uitgaf voor € 5.310.030,; Bo Beheer c.s. moest daarnaast een waarborgsom van € 265.000, voldoen en kosten voor haar rekening nemen (prod. 3 incidentele conclusie 5‑6‑2013).
- Op 23 mei 2008 en 4 juni 2008 werd de tussen BPF en Bo Beheer gesloten zgn. Geldleningsovereenkomst ondertekend, waarbij BPF aan Bo Beheer een bedrag van € 6.809.889,05 leende ten behoeve van de eerste termijn van de koopprijs voor de Bouwclaim en ten behoeve van de betalingsverplichtingen van Bo Beheer uit hoofde van de Erfpachtovereenkomst (prod. 2 dagv). Het geleende bedrag moest op 1 juli 2009 volledig worden afgelost. Op 3 juli 2008 verkreeg BPF tot zekerheid een eerste recht van hypotheek op de erfpacht (prod. 3 dagv).
- Vanwege de kredietcrisis verslechterde de markt. Bo Beheer c.s. ontwikkelde een bouwplan voor een appartementencomplex in blok 10. In de periode van januari tot juli 2010 werd maar ca. 50% van de te realiseren appartementen verkocht (in die zin dat de particuliere koper appartementsrechten van Bo Beheer c.s. kocht en een aannemingsovereenkomst sloot met Koopmans Bouw BV, die door Bo Beheer c.s. als aannemer was ingeschakeld). Hoewel in verband met de financiering van de aanneemsom een minimum van 70% was vereist, werd eind 2010 met de bouw van het appartementencomplex in blok 10 gestart.
- Op 22 juni 2010 sloten BPF en Bo Beheer c.s. de zgn. eerste Allonge op de Geldleningsovereenkomst, onder meer inhoudende dat de aflossing van de geldlening werd uitgesteld tot 31 december 2010 (prod. 4 dagv). Volgens artikel 6 zouden partijen in december 2010 in overleg treden indien Bo Beheer c.s. ook dan niet aan haar betalingsverplichting zou kunnen voldoen maar kon Bo Beheer c.s. aan die toezegging geen recht op uitstel van betaling ontlenen.
- Bo Beheer droeg de appartementsrechten van de niet verkochte appartementen over aan Terwijde. Eind 2010/begin 2011 sloten BPF en Bo Beheer c.s. de zgn. tweede Allonge op de Geldleningsovereenkomst waarbij onder meer Terwijde zich jegens BPF hoofdelijk verbond voor de nakoming van de verplichtingen van Bo Beheer jegens BPF (prod. 5 dagv).
- Tijdens de bouw slaagde Bo Beheer c.s. er niet in meer appartementen in blok 10 te verkopen. Zij beschikte niet over voldoende financiële middelen om de aanneemsom voor de niet verkochte appartementen aan Koopmans Bouw BV te voldoen. Dit probleem werd opgelost door verkoop van de betreffende appartementsrechten aan Koopmans Projecten BV voor een prijs die ca. 15% lager was dan de verkoopprijs die aan particuliere kopers werd gevraagd. Op 28 oktober 2011 sloten BPF en Bo Beheer c.s. de zgn. derde Allonge op de Geldleningsovereenkomst waarbij in verband met deze verkoop de schuld van Bo Beheer c.s. uit hoofde van de geldleningsovereenkomst met € 660.000, werd verminderd (prod. 6 dagv).
- Met de bouw van de geplande woningen in blok 9 is tot op heden niet gestart. Er zijn geen woningen in dat blok verkocht. Volgens Bo Beheer c.s. zijn de in blok 9 geplande woningen voor de huidige markt te groot en te duur. Bij brief van 15 juni 2012 (prod. 8 dagv) stelde Bo Beheer c.s. aan BPF twee scenario’s voor waarbij de grond van blok 9 aan een belegger zou worden verkocht en met de opbrengst de schuld van Bo Beheer c.s. aan BPF gedeeltelijk zou worden voldaan; bij het eerste scenario zou gebruik worden gemaakt van de al verleende bouwvergunning en het bij het tweede scenario zou een nieuw bouwplan worden ontwikkeld. BPF wilde alleen praten over een aflossingsregeling en sommeerde Bo Beheer c.s. daarom bij brief van 1 augustus 2012 om de volledige vordering van BPF te voldoen (prod. 10 dagv).