Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
12 september 2013 ter griffie van deze rechtbank ingediende verzoek ex artikel 88 Faillissementswet (Fw) van:
wonende te [woonplaats]
,
hierna: verzoeker,
1.Procesverloop:
mrs. J.E. Stadig en Ph.W. Schreurs tot curatoren.
mr. M.W. Steenpoorte, advocaat en drs. F.P.A.M. Driessen RA, werkzaam bij Joanknecht & van Zelst, zijn verschenen. Verzoeker is ter zitting bijgestaan door mrs. Aerts, Crucq en Mutsaers, advocaten voornoemd. Mr. Aerts heeft ter zitting een pleitnotitie overgelegd.
2.Het verzoek
Verzoeker heeft vanaf datum faillissement volledige medewerking gegeven aan de verzoeken om informatie van de zijde van de curatoren. De rechter-commissaris heeft niet aangetoond, althans onvoldoende gemotiveerd en met feiten en omstandigheden concreet onderbouwd, dat verzoeker zijn wettelijke verplichtingen als failliet niet nakomt, dan wel dat daarvoor gerechtvaardigde vrees zou bestaan.
De directe aanleiding voor de voordracht van de rechter-commissaris tot inbewaringstelling van verzoeker is, blijkens deze voordracht, gelegen in de omstandigheid dat verzoeker in zijn hoedanigheid van indirect bestuurder van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Berzona B.V. haar crediteur, de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Certino B.V., heeft voldaan. Op het voorgaande heeft de op verzoeker ingevolge artikel 105 Fw rustende inlichtingenplicht echter geen betrekking.
Gelet op het voorgaande dient de inbewaringstelling van verzoeker geen enkel rechtens te respecteren belang. Het in stand laten van de inbewaringstelling is disproportioneel.
3.De beoordeling
Bij het voorgaande wordt in aanmerking genomen dat verzoeker eerst op
13 september 2013, drie dagen na zijn inbewaringstelling en bijna vijf maanden sedert zijn faillietverklaring op 16 april 2013, zijn digitaal opgeslagen privé administratie aan curatoren heeft doen toekomen. Naar het oordeel van de rechtbank had verzoeker deze digitaal toegankelijke privé administratie onmiddellijk na 16 april 2013 aan de curatoren ter beschikking dienen te stellen.
Verder heeft verzoeker eerst ter zitting van 13 september 2013 informatie verschaft omtrent de verblijfplaats van een aantal auto’s met een hoge financiële waarde. Verzoeker heeft dat bovendien eerst gedaan, nadat de rechtbank ter zitting hem daar bij herhaling uitdrukkelijk naar had gevraagd. Gezien de beschikking van deze rechtbank van 28 mei 2013 heeft verzoeker tot in ieder geval die datum privé veelvuldig en exclusief gebruik gemaakt van voormelde auto’s, die in de periode voor zijn faillissement aan hem in eigendom toebehoorden en vóór faillissement zijn overgedragen aan een stichting, waarvan hij de bestuurders kan benoemen en ontslaan en waarmee hij een rekening-courant verhouding heeft. Tegen die achtergrond wist verzoeker dan wel behoorde hij te weten dat hij ter vaststelling en reconstructie van de boedel uit eigen beweging aan de curatoren en/of de rechter-commissaris over de auto’s inlichtingen diende te verschaffen. Om die reden hebben de curatoren, blijkens de gedingstukken, verzoeker reeds eerder en bij herhaling verzocht om aan hen die verblijfplaats mede te delen. Verzoeker heeft echter tot de zitting van 13 september 2013 nagelaten om daar gehoor aan te geven.
Voorts heeft verzoeker eerst op deze zitting medegedeeld dat de auto’s voor de helft in eigendom aan zijn levenspartner toebehoren, terwijl hij daarvan naar zijn zeggen reeds twee weken geleden op de hoogte was.
Daarnaast is een groot aantal stukken in onderling overleg tussen verzoeker en de curatoren aan een notaris in bewaring gegeven, terwijl voldoende aannemelijk is dat zich daaronder informatie bevindt, die verzoeker uit eigen beweging aan de curatoren had dienen te verschaffen teneinde aan de op hem rustende inlichtingenplicht te voldoen. De rechtbank wijst daarbij onder andere op de bankafschriften van de privé bankrekening(en) van verzoeker. Verzoeker heeft sedert zijn faillietverklaring ruimschoots de tijd gehad om deze informatie aan de curatoren te verschaffen. Dat geldt temeer daar niet weersproken is dat de curatoren verzoeker herhaaldelijk hebben aangeboden om daarvoor aan hem administratief personeel en accountants ter beschikking te stellen. De curatoren hebben dit aanbod ter zitting van 13 september 2013 wederom herhaald, maar verzoeker heeft dit aanbod tot op heden niet aanvaard.
Het gaat daarbij niet alleen om informatie die toebehoort aan[verzoeker] of waarbij[verzoeker] in privé partij is, maar ook om informatie waarvan derden eigenaar zijn of waarbij enkel derden partij zijn.[verzoeker] dient op sommige momenten ook rekening te houden met deze belangen. Dit heeft tot discussies met curatoren en de rechter-commissaris geleid over de reikwijdte van de informatieplicht van[verzoeker].
[verzoeker] is van oordeel dat curatoren zich vanaf het begin voornamelijk op de 157 vennootschappen hebben gericht. Daarmee zijn zij in de visie van[verzoeker] buiten hun taakvervulling getreden.(…)
De informatie over de transactie tussen Certino en Berzona B.V. is niet noodzakelijk voor de taakvervulling door de rechter-commissaris of de curatoren.(…)
Er spelen diverse belangen een rol, waarmee rekening moet worden gehouden. Denk daarbij aan méér dan 150 vennootschappen die niet failliet zijn en waarvan[verzoeker] geen eigenaar is, waarvan informatie wordt gevraagd(…)
Weliswaar heeft verzoeker ter zitting desgevraagd aangegeven dat hij bereid is om de aan de notaris in bewaring gegeven informatie aan de curatoren ter beschikking te stellen, maar verzoeker heeft daarbij ter zitting opmerkingen en voorbehouden gemaakt met betrekking tot onder meer de daarbij komende notariskosten, de grote omvang van de informatie en de noodzaak van het persoonlijk ten kantore van de notaris maken van een schifting voor wat betreft wel en niet aan de curatoren te verstrekken stukken. Daardoor is niet aannemelijk dat verzoeker op korte termijn zal overgaan tot het aan de curatoren
4.Beschikkende:
16 september 2013 in tegenwoordigheid van de griffier.