Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[eiseres] B.V,
[gevoegde partij a/z van eiseres] B.V,
ENEXIS B.V,
1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BAM INFRATECHNIEK MIDDEN-WEST B.V,
1.De procedure
- de dagvaarding;
- de door [eiseres] ingezonden akte houdende producties van 24 juli 2013 met producties, genummerd 1 tot en met 10;
- de door BAM ingezonden incidentele conclusie tot interventie van 13 augustus 2013 met productie A;
- de door Enexis ingezonden brief van 16 augustus 2013 met producties, genummerd I tot en met III;
- de door [gevoegde partij a/z van eiseres] op 20 augustus 2013 ingezonden incidentele conclusie tot voeging;
- de mondelinge behandeling ter zitting van 20 augustus 2013;
- de pleitnota van [eiseres] ;
- de pleitnota van Enexis;
- de pleitnota van BAM.
2.De feiten
3.Het geschil
level playingfield.
4.De beoordeling
(arrest van het Europese Hof nr. C-81/98, het zogenoemde Alcatelarrest)bepaald op 20 dagen na in kennis stelling van het gunningsbesluit. Niet in geschil is dat de gunningsbesluiten op 31 mei 2013 bekend zijn gemaakt. Voorts heeft BAM niet weersproken dat de Wira van toepassing is op deze aanbestedingsprocedure. Artikel 4 lid 1 en 2 Wira luiden:
Een aanbestedende dienst neemt een termijn in acht voordat hij de met de gunningsbeslissing beoogde overeenkomst sluit. De termijn, bedoeld in het eerste lid, vangt aan op de dag na de datum waarop de mededeling van de gunningsbeslissing is verzonden aan de betrokken inschrijvers en betrokken gegadigden.Dit betekent dat in het onderhavige geval de “Alcateltermijn” is gaan lopen vanaf 1 juni 2013. Gelet hierop diende [eiseres] Enexis uiterlijk op 20 juni 2013 te dagvaarden. Dat heeft zij gedaan. Reeds gelet hierop is zij binnen de “Alcateltermijn” gebleven en dus ontvankelijk in haar vorderingen.
816,00