ECLI:NL:RBOBR:2013:5320

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
3 september 2013
Publicatiedatum
24 september 2013
Zaaknummer
C-01-264493 - KG ZA 13-399
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanbestedingsprocedure en rechtsbescherming bij gunningsbesluiten

In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, heeft eiseres B.V. bezwaar gemaakt tegen de gunningsbesluiten van Enexis B.V. inzake een Europese aanbestedingsprocedure voor de contractering van aannemers voor distributieleidingen in Brabant en Limburg. Eiseres heeft haar bezwaren pas na de gunningsbesluiten naar voren gebracht, terwijl het haar had gelegen om deze eerder aan de orde te stellen. De voorzieningenrechter oordeelt dat eiseres haar rechten heeft verwerkt door niet tijdig bezwaar te maken. De vorderingen van eiseres om Enexis te verbieden tot gunning over te gaan en een nieuwe aanbestedingsprocedure uit te schrijven, worden afgewezen. De voorzieningenrechter stelt vast dat de inschrijvingen van BAM Zuid en BAM Midden-West, die als één organisatie worden beschouwd, niet onrechtmatig zijn behandeld door Enexis. De vorderingen van de tussenkomende partijen BAM worden eveneens afgewezen, en de proceskosten worden gecompenseerd. Het vonnis is gewezen op 3 september 2013 door mr. E. Loesberg.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Handelsrecht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
zaaknummer / rolnummer: C/01/264493 / KG ZA 13-399
Vonnis in kort geding van 3 september 2013
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres] B.V,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in de tussenkomst,
ook aan te duiden als [eiseres] ,
advocaat mr. J.F. van Nouhuys te Rotterdam,
en
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gevoegde partij a/z van eiseres] B.V,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gevoegde partij aan de zijde van eiseres,
ook aan te duiden als [gevoegde partij a/z van eiseres] ,
advocaat mr. J.F. van Nuhuys te Rotterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ENEXIS B.V,
gevestigd te Rosmalen,
gedaagde in de hoofdzaak,
verweerster in de tussenkomst,
ook aan te duiden als Enexis,
advocaat mr. J.H.J. Bax te Nijmegen,
In welke zaak zijn tussengekomen

1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

BAM INFRATECHNIEK ZUID B.V,gevestigd te Bunnik,
eiseres in de tussenkomst,
ook aan te duiden als BAM Zuid,
en
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BAM INFRATECHNIEK MIDDEN-WEST B.V,
gevestigd te Bunnik,
eiseres in de tussenkomst,
ook aan te duiden als BAM Midden-west,
advocaten mrs. P.F.C. Heemskerk en M.W. Speksnijder te Utrecht.
Daar waar zowel BAM Zuid als BAM Midden-west worden bedoeld, worden zij ook aangeduid als BAM.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding;
  • de door [eiseres] ingezonden akte houdende producties van 24 juli 2013 met producties, genummerd 1 tot en met 10;
  • de door BAM ingezonden incidentele conclusie tot interventie van 13 augustus 2013 met productie A;
  • de door Enexis ingezonden brief van 16 augustus 2013 met producties, genummerd I tot en met III;
  • de door [gevoegde partij a/z van eiseres] op 20 augustus 2013 ingezonden incidentele conclusie tot voeging;
  • de mondelinge behandeling ter zitting van 20 augustus 2013;
  • de pleitnota van [eiseres] ;
  • de pleitnota van Enexis;
  • de pleitnota van BAM.
1.2.
[eiseres] en Enexis hebben ter zitting desgevraagd verklaard geen bezwaren te hebben tegen tussenkomst door BAM Zuid en BAM Miden-West. BAM Zuid en BAM Midden-West hebben - als inschrijvers aan wie de gemeente voornemens is de opdracht te gunnen - voldoende belang om als partij in dit kort geding met eigen argumenten het door [eiseres] gevorderde te bestrijden. De voorzieningenrechter heeft ter zitting BAM Zuid en BAM Midden-West toegestaan tussen te komen. Voor een kostenveroordeling in dit incident is geen aanleiding. Hiermee is dit incident afgedaan.
1.3.
Tegen het verzoek van [gevoegde partij a/z van eiseres] om zich in dit geding aan de zijde van [eiseres] te mogen voegen heeft Enexis ter zitting bezwaar gemaakt. De voorzieningenrechter heeft na een korte schorsing ter zitting [gevoegde partij a/z van eiseres] toegelaten als voegende partij aan de zijde van [eiseres] .
1.4.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Enexis heeft, blijkens artikel 2.2 van haar Aanbestedingsleidraad, (prod. 2 [eiseres] ) een Europese aanbestedingsprocedure uitgeschreven ter contractering van (erkende) aannemers ten behoeve van nieuwbouw/verleggingen/ saneringen van distributieleidingen voor elektriciteit en gas in Brabant en Limburg. Enexis heeft het werkgebied in vier geografische gebieden verdeeld (Brabant West, Brabant Oost, Limburg Noord, Limburg Zuid), waarvoor afzonderlijke raamovereenkomsten worden aangegaan voor de duur van ruim vier jaar met een optie tot verlenging voor telkens vier jaar. In Brabant West gaat het om drie te sluiten raamovereenkomsten. Bij de andere drie gebieden gaat het om twee te sluiten raamovereenkomsten.
2.2.
Enexis heeft op 14 december 2012 meerdere door haar onder Erkenningsregeling 2010/S 32046323 erkende aannemers uitgenodigd om deel te nemen aan de aanbestedingsprocedure.
2.3.
Artikel 10.3 van de Aanbestedingsleidraad (prod. [eiseres] ) luidt als volgt:
Gegadigde mag inschrijven op alle Gebieden (4). Aan Gegadigde kan maximaal 2 Raamovereenkomsten worden gegund (per Gebied maximaal 1 Raamovereenkomst per Gegadigde).
(…)
Per gebied zal de economisch meest voordelige inschrijving worden bepaald. Op basis van de EVMI-score in Gebied Limburg Noord, zullen de nummers 1 en 2 een Raamovereenkomst voor dit Gebied gegund krijgen. Vervolgens zullen op basis van de EVMI-score in Gebied Brabant West, de nummers 1, 2 en 3 een Raamovereenkomst voor dit Gebied gegund krijgen. Vervolgens zullen op basis van de EMVI-score in Gebied Limburg Zuid de nummers 1 en 2 een Raamovereenkomst gegund krijgen, rekening houdende met de restrictie van maximaal 2 Raamovereenkomsten per Inschrijver. Indien Inschrijvers in Gebied Limburg Noord en Brabant West reeds 2 Raamovereenkomsten gegund hebben gekregen, dan kunnen zij geen Raamovereenkomst meer voor Gebied Limburg Zuid en Brabant Oost gegund krijgen.
2.4.
Artikel 12.1 van de Aanbestedingsleidraad luidt, voor zover in dit geding van belang, als volgt.
De inschrijver verliest zijn recht om geschillen over het voorgenomen gunningsbesluit voor te leggen aan de bevoegde rechter wanneer een geschil later dan 20 kalenderdagen na in kennis stelling van het gunningsbesluit (het voornemen tot gunning) aanhangig wordt gemaakt door betekening van een (kort geding) dagvaarding aan de Aanbestedende Dienst.
(…).
2.5.
Op 31 mei 2013 heeft Enexis ten aanzien van alle gebieden gunningsbesluiten genomen (prod. 1 [eiseres] ). Per gebied ziet de uitslag er als volgt uit.
Brabant West
Brabant Oost
Limburg Noord
Limburg Zuid
BAM Zuid
[bedrijf 3]
BAM Midden-West
[bedrijf 1]
[bedrijf 1]
[bedrijf 4]
BAM Zuid
BAM Midden-West
[bedrijf 2]
-
-
-
2.6.
Uit de gunningsbesluiten blijkt dat Enexis voornemens is met BAM Zuid raamovereenkomsten te sluiten voor de gebieden Brabant West en Limburg Noord. Voorts blijkt uit de gunningsbesluiten dat Enexis voornemens is met BAM Midden-West raamovereenkomsten aan te gaan ter zake de gebieden Limburg Noord en Limburg Zuid. In de besluiten staat tevens vermeld dat de Alcateltermijn afloopt op donderdag 20 juni 201317.00 uur.
2.7.
Bij brief van 6 juni 2013 (prod. 3 [eiseres] ) heeft [eiseres] Enexis onder meer laten weten vraagtekens te plaatsen bij het los van elkaar tot stand zijn gekomen van de inschrijvingen van BAM. In deze brief hebben zij Enexis tevens gevraagd of de kwaliteitsplannen van BAM Zuid en BAM Midden-West daadwerkelijk volledig verschillend zijn, en zo ja, hoe kan worden verklaard dat de behaalde score van beide B.V.’s meermaals exact hetzelfde is.
2.8.
Enexis heeft op 11 juni 2013 op deze brief als volgt geantwoord (prod.4 [eiseres] ):
(…) Volgens het aanbestedingsdocument mogen erkende bedrijven inschrijven op alle gebieden (…). In de aanbestedingsstukken is geen beperking opgenomen ten aanzien van de inschrijvingen door meerdere vennootschappen van 1 concern. Het was BAM derhalve toegestaan in te schrijven met meerdere vennootschappen. (…) De betreffende vennootschappen van BAM hebben bij hun inschrijving geen beroep gedaan op elkaars bekwaamheden. Ten aanzien van de exacte inhoud van de betreffende inschrijvingen zijn wij gezien de vertrouwelijkheid van de offertes en de commerciële belangen die hiermee zijn gemoeid niet gerechtigd om nadere informatie te verstrekken. (…)
2.9.
Bij brief van 11 juni 2013 (prod. 5 [eiseres] ) heeft [eiseres] Enexis onder meer bericht:
Volgens Enexis is het BAM toegestaan om met meerdere vennootschappen in te schrijven. Dat betwisten wij ook niet, integendeel. Wij beroepen ons er slechts op dat de aanbiedingen van het BAM-concern in zo’n geval wel onafhankelijk van elkaar tot stand moeten zijn gekomen, anders is de mededinging geschaad. (…)
(…)
‘Zijn de kwaliteitsplannen van BAM Zuid en BAM Midden West daadwerkelijk volledig verschillend, evenals de door deze B.V.’s ingediende prijzen? Zo ja, hoe kan dan worden verklaard dat de behaalde score van beide B.V.’s meermaals exact hetzelfde is?’
(…)
2.10.
Bij brief van 13 juni 2013 (prod. 6 [eiseres] ) heeft Enexis [eiseres] onder meer als volgt geantwoord.
(…) Naar aanleiding van uw brief hebben wij beide BAM b.v.’s verzocht of zij kunnen instemmen met het verstrekken van de door u gevraagde informatie. Beide BAM b.v.’s hebben ieder afzonderlijk aangegeven dat zij zich beroepen op de vertrouwelijkheid van hun inschrijvingen gezien de commerciële belangen die hiermee zijn gemoeid. (…). Zij hebben voorts bevestigd dat de inschrijfpercentages niet in onderling overleg tot stand zijn gekomen.
(…) dat ook indien alle inschrijvingen van de BAM b.v.’s bij alle Gebieden niet bij de beoordeling zouden zijn betrokken, waartoe volgens Enexis geen enkele aanleiding bestaat, uw inschrijving niet voor gunning van enig Gebied in aanmerking zou zijn gekomen (…)

3.Het geschil

In de hoofdzaak
3.1.
[eiseres] vordert in dit geding samengevat – bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:
Enexis te verbieden tot gunning over te gaan en te gebieden een nieuwe aanbestedingsprocedure uit te schrijven voor de onderhavige werken, althans voor zover Enexis de werkzaamheden nog wenst op te dragen;
Subsidiair:
Enexis te verbieden de Percelen Brabant West, Limburg Noord en Limburg Zuid te gunnen aan BAM Zuid en BAM Midden-West alvorens een herbeoordeling van de aanbiedingen conform de Aanbestedingsleidraad en met inachtneming van dit vonnis, heeft plaatsgevonden;
Meer subsidiair:
Enexis te verbieden meer dan twee raamovereenkomsten te gunnen aan BAM Infratechniek en/of haar werkmaatschappijen BAM Zuid respectievelijk BAM Midden-West;
Primair, subsidiair als meer subsidiair:
Waarbij elk gebod of verbod aan Enexis wordt opgelegd op straffe van verbeurte van een eenmalige dwangsom van € 1.000.000,00.
3.2.
[eiseres] en [gevoegde partij a/z van eiseres] leggen hieraan –kort weergegeven- het volgende ten grondslag.
Enexis handelt onrechtmatig jegens [eiseres] en [gevoegde partij a/z van eiseres] door aan BAM Zuid en BAM Midden-West ieder twee raamovereenkomsten te gunnen. BAM Zuid en BAM Midden-West dienen te worden aangemerkt als één organisatie. Door ieder van hen twee raamoverenkomsten te gunnen handelt Enexis in strijd met haar eigen Aanbestedingsleidraad. In één van de gebieden worden zelfs beide raamovereenkomsten aan BAM gegund. Enexis heeft de aanbestedingsrechtelijke beginselen van gelijkheid en transparantie geschonden door (alle) inschrijvingen van BAM in de beoordeling te betrekken en af te wijken van de voorschriften in haar Aanbestedingsleidraad. [eiseres] en [gevoegde partij a/z van eiseres] ondervinden nadeel van deze handelwijze van Enexis omdat deze ertoe leidt dat ten minste twee raamovereenkomsten ten onrechte niet bij één van de andere inschrijvers terecht komen. Er is geen sprake geweest van een voldoende mate van
level playingfield.
De vennootschappen hebben bovendien bij hun inscshrijving niet onafhankelijk van elkaar gehandeld. Blijkens de door Enexis opgestelde herbeoordeling (prod. 2 Enexis) hebben BAM Zuid en BAM Midden-West kennelijk exact hetzelfde kwaliteitsplan ingediend, nu zij exact dezelfde score hebben voor hun kwaliteitsplan. Bovendien heeft BAM Midden-West ten aanzien van gebied Limburg Noord exact hetzelfde aantal punten gescoord als BAM Zuid heeft gescoord ten aanzien van gebied Brabant West.
3.3.
Enexis en BAM hebben afzonderlijk van elkaar gemotiveerd verweer gevoerd.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
In de tussenkomst
3.5.
BAM vordert in dit geding bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. [eiseres] niet-ontvankelijk te verklaren in haar vorderingen, althans de vorderingen van [eiseres] af te wijzen;
II. voorwaardelijk, indien door de voorzieningenrechter noodzakelijk wordt geacht voor toelating van BAM Zuid en BAM Midden-West als tussenkomende partij, Enexis te gebieden om, zo lang zij de opdracht wenst te gunnen, een raamovereenkomst voor gebied Brabant West en Limburg Noord te gunnen aan BAM Zuid en aan BAM Midden-West een raamovereenkomst voor gebied Limburg Noord en een raamovereenkomst voor gebied Limburg Zuid te gunnen;
III. [eiseres] in de proceskosten te veroordelen, waaronder begrepen de nakosten, met bepaling dat deze kosten binnen twee weken na dagtekening van het vonnis aan BAM Zuid respectievelijk BAM Midden-West moeten zijn voldaan, bij gebreke waarvan [eiseres] zonder nadere aankondiging over die kosten wettelijke rente zal zijn verschuldigd.
3.6.
BAM legt hieraan – kort weergegeven- het volgende ten grondslag.
Ingevolge artikel 12.1 van de Aanbestedingsleidraad heeft Enexis de “Alcateltermijn” gesteld op 20 dagen. Hiermee is tussen Enexis en inschrijvers een contractuele vervaltermijn overeengekomen. Bij mededeling van de gunningsbeslissing heeft Enexis expliciet vermeld dat de termijn van 20 dagen afloopt op 20 juni 2013 om 17.00 uur. De dagvaarding is betekend op 20 juni 2013 om 17.55 uur en derhalve na afloop van de gestelde vervaltermijn. Nu in de Aanbestedingsleidraad in niet mis te verstane bewoordingen is bepaald dat dit een fatale termijn betreft, dient [eiseres] niet-ontvankelijk te worden verklaard in haar vorderingen.
Enkel voor zover zulks volgens de voorzieningenrechter vereist is voor tussenkomst in deze procedure, stelt BAM een vordering tegen Enexis in om, indien zij de opdracht nog wenst te vergeven, de raamovereenkomsten aan BAM Zuid en BAM Midden –West te gunnen overeenkomstig de gunningsbeslissing.
3.7.
[eiseres] heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Enexis voert geen verweer tegen de vorderingen.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

In de tussenkomst
4.1.
De gunningsbesluiten dateren van 31 mei 2013. In artikel 12.1 van de Aanbestedingsleidraad is de “Alcateltermijn”
(arrest van het Europese Hof nr. C-81/98, het zogenoemde Alcatelarrest)bepaald op 20 dagen na in kennis stelling van het gunningsbesluit. Niet in geschil is dat de gunningsbesluiten op 31 mei 2013 bekend zijn gemaakt. Voorts heeft BAM niet weersproken dat de Wira van toepassing is op deze aanbestedingsprocedure. Artikel 4 lid 1 en 2 Wira luiden:
Een aanbestedende dienst neemt een termijn in acht voordat hij de met de gunningsbeslissing beoogde overeenkomst sluit. De termijn, bedoeld in het eerste lid, vangt aan op de dag na de datum waarop de mededeling van de gunningsbeslissing is verzonden aan de betrokken inschrijvers en betrokken gegadigden.Dit betekent dat in het onderhavige geval de “Alcateltermijn” is gaan lopen vanaf 1 juni 2013. Gelet hierop diende [eiseres] Enexis uiterlijk op 20 juni 2013 te dagvaarden. Dat heeft zij gedaan. Reeds gelet hierop is zij binnen de “Alcateltermijn” gebleven en dus ontvankelijk in haar vorderingen.
In de verschillende wettelijke regelingen wordt nergens een tijdstip als einde van de termijn genoemd. Het gaat dan ook niet aan om, zoals Enexis in haar gunningsbesluiten heeft gedaan, deze termijn eenzijdig te wijzigen in dier voege dat hier een tijdstip aan gekoppeld wordt.
4.2.
Nu de voorzieningenrechter BAM Zuid en BAM Midden-West reeds ter zitting heeft toegelaten als tussenkomende partijen, behoeft hetgeen zij hebben gevorderd onder II geen bespreking meer.
4.3.
Aangezien elk van partijen als op enig punt in het ongelijk is te beschouwen, zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd als na te melden.
Ook proceskosten tussen BAM en Enexis worden gecompenseerd als na te melden. Zij waren het in feite met elkaar eens en in hun relatie wordt geen van beide partijen in het ongelijk gesteld.
In de hoofdzaak
De primaire vordering
4.4.
[eiseres] heeft geen rechtens te respecteren belang bij de gevorderde heraanbesteding. Zoals hiervoor in rechtsoverweging 3.2. reeds is weergegeven stelt [eiseres] belang te hebben bij heraanbesteding omdat zij voornemens is alsdan zelf ook met meerdere vennootschappen in te schrijven. Aan deze aanbesteding mochten evenwel enkel inschrijvers deelnemen die erkend zijn in de “Europese Erkenningsregeling 2010”, publicatienummer 2010/S 32-046323. [eiseres] heeft niet weersproken dat zowel BAM Zuid als BAM Midden-West zijn erkend op grond van deze erkenningsregeling. Evenmin is in geschil dat slechts één vennootschap van het [eiseres] -concern is erkend op grond van deze erkenningsregeling. Mitsdien kan [eiseres] , in geval van heraanbesteding, hoe dan ook slechts met één en dezelfde vennootschap inschrijven.
4.5.
Daarbij komt dat [eiseres] in ieder geval reeds op 21 juni 2012 bekend was met het feit dat Enexis zowel BAM Zuid als BAM Midden-West had uitgenodigd om in te schrijven op deze aanbesteding. Immers, de door BAM in het geding gebrachte productie A, betreffende de door Enexis op 20 juni 2012 gehouden presentatie over de aanbesteding, bevat een lijst met voor de aanbestedingsprocedure uitgenodigde aannemers. Op deze lijst staan zowel BAM Zuid als BAM Midden West vermeld. Blijkens de begeleidende email bij deze presentatie (ten aanzien waarvan het de voorzieningenrechter niet bekend is of [eiseres] daarbij op 20 juni 2012 aanwezig is geweest), heeft Enexis deze op 21 juni 2012 onder andere toegezonden aan [eiseres] . [eiseres] was bovendien na toezending van de aanbestedingsleidraad in december 2012 bekend met het feit dat de Aanbestedingsleidraad op dit punt geen beperkende bepalingen bevat.
4.6.
Ingevolge vaste jurisprudentie, voortvloeiende uit het Grossmann-arrest (HvJ EG, 12 februari 2004, C-230/02) mag van inschrijvers op een aanbesteding een pro-actieve houding worden verwacht. Het ligt op de weg van een inschrijver om aan hem kenbare mogelijke onregelmatigheden aan de orde te stellen in een stadium waarin deze kunnen worden gecorrigeerd met zo gering mogelijke consequenties voor het verloop van de aanbestedingsprocedure in het geheel.
4.7.
Vast staat dat [eiseres] haar bezwaren ten aanzien van de BAM-inschrijvingen eerst ná de gunningsbesluiten van 31 mei 2013 naar voren heeft gebracht. Het had op de weg van [eiseres] gelegen om haar bezwaren tegen deze inschrijvingen in een eerder stadium aan de orde te stellen. [eiseres] had op zijn minst aanleiding moeten zien om hierover vragen te stellen. Nu zij zulks heeft nagelaten, gaat het niet aan om thans, geconfronteerd met een voornemen tot gunning van twee gebieden aan elk van de BAM-maatschappijen, in een kort gedingprocedure deze beweerdelijke misstanden aan de kaak te stellen. Het moet er dan ook voor gehouden worden dat [eiseres] haar rechten terzake heeft verwerkt.
4.8.
De slotsom is dat de primaire vordering van [eiseres] voor afwijzing gereed ligt.
4.9.
Nu de vordering ten aanzien van [eiseres] wordt afgewezen, faalt eveneens de voeging van [gevoegde partij a/z van eiseres] .
De subsidiaire vordering
4.10.
[eiseres] heeft evenmin een rechtens te respecteren belang bij herbeoordeling van de inschrijvingen. Enexis heeft, vanwege de op handen zijnde behandeling ter zitting van het onderhavige kort geding, twee herbeoordelingen uitgevoerd (een herbeoordeling met BAM als één inschrijver en een herbeoordeling zonder inschrijvingen van BAM) en in het geding gebracht als prod. II en III. Uit deze herbeoordelingen blijkt dat in geval van herbeoordeling van de inschrijvingen zonder (een van) de BAM maatschappijen in geen enkel geval enige raamovereenkomst aan [eiseres] zal worden gegund. Zelfs indien zowel de inschrijving van BAM Zuid als de inschrijving van BAM Midden-West buiten beschouwing wordt gelaten, komt [eiseres] niet voor gunning van één van de raamovereenkomsten in aanmerking
Dat de herbeoordelingen van Enexis geen uitvoerig inhoudelijk gemotiveerde documenten betreffen waartegen bezwaar kan worden gemaakt, maakt het voorgaande niet anders. Ook het feit dat [eiseres] er amper 24 uur naar heeft kunnen kijken maakt nog niet dat [eiseres] , zo zij hiervoor langer de tijd had gehad, in weerwil van het voorgaande wel kans zou maken op gunning. Ten slotte brengt ook een mogelijk optelfoutje bij de score van BAM nog niet mee dat bij een veroordeling tot herbeoordeling door Enexis, [eiseres] in weerwil van het voorgaande kans zou maken op gunning.
4.11.
Reeds gezien het voorgaande zal de subsidiaire vordering van [eiseres] worden afgewezen. Beantwoording van de vraag of de inschrijvingen onafhankelijk van elkaar tot stand zijn gekomen, is dan ook niet langer aan de orde.
4.12.
[gevoegde partij a/z van eiseres] heeft nog aangevoerd belang te hebben bij herbeoordeling omdat zij blijkens de door Enexis overgelegde herbeoordelingen, bij effectuering van die herbeoordelingen een perceel gegund krijgt. [gevoegde partij a/z van eiseres] heeft evenwel geen zelfstandige vorderingen ingediend. Dit was voor haar in de onderhavige procedure ook niet (langer) mogelijk, omdat de “Alcateltermijn”, zoals hiervoor reeds geoordeeld in rechtsoverweging 4.1, op 20 juni 2013 afliep. Zo [gevoegde partij a/z van eiseres] zelfstandig vorderingen had willen instellen jegens [eiseres] , had zij dit dus uiterlijk op 20 juni 2013 moeten doen. Dit heeft zij evenwel niet gedaan. Nu de vordering van [eiseres] wordt afgewezen, ligt deze ook ten aanzien van [gevoegde partij a/z van eiseres] voor afwijzing gereed.
4.13.
[eiseres] en [gevoegde partij a/z van eiseres] zullen als de grotendeels in het ongelijk gestelde partijen in de proceskosten van Enexis worden veroordeeld. [eiseres] heeft nog aangevoerd dat, ook als de vorderingen vanwege gebrek aan belang gezien de overgelegde herbeoordeling worden afgewezen, Enexis in de proceskosten behoort te worden veroordeeld, nu zij deze herbeoordeling eerst 24 uur voor de zitting aan [eiseres] ter beschikking heeft gesteld en dit kort geding dus geheel aan zichzelf te wijten heeft. Dit argument van [eiseres] kan haar niet baten reeds vanwege het feit dat de voorzieningenrechter ook de primaire vordering (strekkende tot heraanbesteding) wegens het ontbreken van een rechtens te respecteren belang heeft afgewezen.
De kosten aan de zijde van Enexis worden begroot op:
- griffierecht 575,00
- salaris advocaat
816,00
Totaal € 1.391,00.
4.14.
De door Enexis gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
In de hoofdzaak
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt [eiseres] en [gevoegde partij a/z van eiseres] in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op € 1.391,00;
5.3.
veroordeelt [eiseres] en [gevoegde partij a/z van eiseres] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [eiseres] en Van Delft niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis hebben voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening;
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
In de tussenkomst
5.5.
wijst de vorderingen af;
5.6.
compenseert de kosten van deze procedure tussen BAM en Enexis, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
5.7.
compenseert de kosten van deze procedure tussen BAM en [eiseres] , in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Loesberg en in het openbaar uitgesproken op 3 september 2013.