Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- het tussenvonnis van 19 juni 2013
- de akte van DZD van 17 juli 2013
- het proces-verbaal van comparitie van 25 september 2013
2.De verdere beoordeling
€ 4.500,00 voor [persoon A]; zij heeft ter onderbouwing hiervan een aantal van haar facturen aan andere opdrachtgevers in het geding gebracht. Vervor heeft dit weersproken in die zin dat de vergoedingen van andere opdrachtgevers niet kunnen worden vergeleken met de overeenkomst tussen partijen, omdat in die laatste voor [persoon A] een deel variabele vergoeding (in de vorm van een vergoeding per verkochte veranda) was voorzien en voor de andere opdrachtgevers een vaste vergoeding gold. De rechtbank verwerpt dit verweer. De aan andere opdrachtgevers in rekening gebrachte bedragen bestaan uit gemaakte kosten vermeerderd met winst. Had Vervor de overeenkomst onberispelijk nagekomen, dan had DZD - buiten een eventuele winstcomponent die naast een vergoeding voor de gemaakte kosten zat besloten in de initiële factuur van € 18.000,00 - ook winst gemaakt, of in ieder geval kunnen maken middels de variabele vergoeding. De hoogte van die potentiële winst is niet langer vast te stellen en dat is veroorzaakt door de wanprestatie van Vervor. Vervor heeft ook niet gesteld, noch is anderszins gebleken, dat DZD in geval de overeenkomst was nagekomen veel minder winst zou (hebben) kunnen maken op de inzet van [persoon A] in vergelijking met andere opdrachtgevers. De rechtbank begroot gelet hierop deze winstcomponent dan ook op de winstcomponent die zit besloten in de vaste vergoedingen die DZD aan andere opdrachtgevers in rekening brengt. De hoogte van het door DZD gestelde bedrag (€ 4.500 per dagdeel) heeft Vervor voor het overige niet gemotiveerd betwist, zodat de rechtbank als schadevergoeding voor gemaakte kosten en misgelopen winst (4 x € 4.500,00 =) € 18.000,00 zal vaststellen zoals gevorderd.
2.260,00(5,0 punten × tarief € 452,00)