Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- het tussenvonnis van 14 november 2012
- het proces-verbaal van comparitie van 7 maart 2013
- akte wijziging eis tevens houdende voorwaardelijke vermindering van eis van Goodwinds
- akte houdende bezwaar eiswijziging van [gedaagden].
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie
“U houdt mij voor dat in de e-mail van 14 september 2010 staat dat het een voorstel is voor de splitsing van het bouwperceel en dat daarover gesproken moet worden. Dat klopt, het e-mailbericht van 2010 was ook een voorstel. We zijn immers gestart met een verdeling van 50%-50% op basis van het eerste plan A. We moesten deze verdeling aanpassen gelet op het nieuwe plan C.”Namens [gedaagde 1] is aangevoerd dat al voor het e-mailbericht van 14 september 2010 en ook daarna, is aangegeven dat er een andere verdeelsleutel moest worden toegepast en dat dit e-mailbericht slechts een voorstel inhield waar nooit een akkoord op is gegeven. Daaruit volgt dat partijen nadat zij het eens waren geworden over het nieuwe plan, geen overeenstemming hebben bereikt over de prijs per vierkante meter die daarbij door [gedaagde 1] aan Goodwinds betaald zou moeten worden. Nu de koopprijs van de grond een essentieel element is van de overeenkomst tussen partijen, is de rechtbank van oordeel dat - anders dan het geval kan zijn bij aanneming of opdracht - bij het ontbreken van wilsovereenstemming over de prijs, er tussen partijen geen overeenkomst tot stand is gekomen (zie LJNAA3839, Hoge Raad, 10-12-1999). De rechtbank deelt niet het standpunt van [gedaagde 1] dat uitgegaan moet worden van een koopprijs van € 182,40 per vierkante meter, zoals vermeld in de koopovereenkomst van 20 mei 2008, omdat partijen toen uitgingen van het oorspronkelijke plan, dat niet uitvoerbaar is gebleken en op heel veel belangrijke punten afwijkt van het nieuwe plan.
6.450,00(2,5 punten × tarief € 2.580,00)
2.580,00(2,0 punten × factor 0,5 × tarief € 2.580,00)