ECLI:NL:RBOBR:2013:6452

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
23 juli 2013
Publicatiedatum
20 november 2013
Zaaknummer
883726
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
  • P.A.M. Penders
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onvoldoende voortvarendheid en communicatie van de bewindvoerder in bewindvoeringzaak

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter te 's-Hertogenbosch, is een bewind ingesteld over de goederen van de rechthebbende. De bewindvoerder, M.B.E. Tijssen, is benoemd na een reeks van wijzigingen in bewindvoerders. De rechthebbende heeft klachten geuit over de voortvarendheid en communicatie van de bewindvoerder. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de bewindvoerder aanvankelijk onvoldoende voortvarend heeft gehandeld en dat de communicatie met de rechthebbende niet adequaat was. Er zijn verschillende momenten in de procedure geweest waarin de bewindvoerder niet de juiste stappen heeft ondernomen, zoals het niet tijdig informeren van de gemeente over de financiële situatie van de rechthebbende.

Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de communicatie tussen de bewindvoerder, de rechthebbende en de hulpverlening inmiddels is verbeterd. De kantonrechter heeft een proefperiode van zes maanden voorgesteld om de situatie te stabiliseren, waarbij de rechthebbende de mogelijkheid heeft om bij negatieve ontwikkelingen terug te keren naar de kantonrechter. De advocaat van de rechthebbende heeft echter niet ingestemd met dit voorstel, wat de kantonrechter niet in het belang van de rechthebbende achtte.

De kantonrechter heeft uiteindelijk besloten om de beslissing over de wijziging van de bewindvoerder aan te houden tot 1 februari 2014, met de opdracht aan partijen om uiterlijk 1 januari 2014 te rapporteren over hun samenwerking. De klachten over de aanvankelijke voortvarendheid en communicatie van de bewindvoerder zijn gehonoreerd, terwijl andere klachten zijn afgewezen. De kantonrechter benadrukt het belang van een stabiele situatie voor de rechthebbende, zowel financieel als in de samenwerking met hulpverleners.

Uitspraak

RECHTBANK Oost-Brabant

Kanton‘s-Hertogenbosch
Zaaknr.883726 13-2355
BM nr: 11330
Beschikking

1.Het verloop van de procedure

Bij beschikking van de kantonrechter te 's-Hertogenbosch d.d. 6 maart 2012 is een bewind ingesteld over de goederen van voornoemde rechthebbende waarbij is benoemd tot bewindvoerder:
[voormalig bewindvoerder], gevestigd te [woonplaats], [adres].
Bij beschikking van de kantonrechter te 's-Hertogenbosch d.d. 27 augustus 2012 is de bewindvoerder [voormalig bewindvoerder] geschorst en is [tijdelijk bewindvoerder], geboren op [geboortedatum], p/a [adres], [woonplaats] benoemd tot tijdelijk bewindvoerder over de goederen van rechthebbende.
Bij beschikking van de kantonrechter te 's-Hertogenbosch d.d. 21 september 2012 zijn [voormalig bewindvoerder] en [tijdelijk bewindvoerder] resp. als bewindvoerder en tijdelijk bewindvoerder ontslagen en is benoemd tot bewindvoerder:
M.B.E. Tijssen, geboren op 16 september 1985, namens Tijssen SB&A, gevestigd te
6680 AA Bemmel, postbus 36.
Op mondelinge behandeling van 15 juli 2013 zijn verschenen:
  • [rechthebbende], bijgestaan door haar advocaat mr. A.H. Staring, van Plieger & Saija advocaten, gevestigd te 6800 AS Arnhem, postbus 703;
  • [naam 1], begeleider van rechthebbende;
  • [naam 2], zoon van de rechthebbende;
  • B.E.A. Tijssen en mr. J.L. Bongers, van Tijssen SB&A, bewindvoerder;
  • M.G.M.J. Terneusen-Keetels en L. van Oorschot van Positief Bewindvoering zijnde de beoogde opvolgend bewindvoerders.
Bij brief die op 12 maart 2013 door de rechtbank is ontvangen, heeft rechthebbende klachten geuit over haar bewindvoerder.
Ter zitting heeft mevrouw Terneusen verklaard dat zij rechthebbende heeft geholpen met het opstellen van deze brief.
De klachten hebben betrekking op de volgende onderwerpen:
  • de communicatie
  • rekeningen die niet betaald worden
  • dwangbevelen van de belastingdienst
  • de afvalstoffenheffing
  • schuldeisers die niet door de bewindvoerder zijn benaderd
Op 14 maart 2013 is de bereidverklaring van mevrouw Terneusen om opvolgend bewindvoerder te worden, ontvangen.
De bewindvoerder heeft op de klachten gereageerd bij brief van 26 maart 2013.
De bewindvoerder geeft aan op 27 september 2012 tot bewindvoerder te zijn benoemd na ontslag van [voormalig bewindvoerder] en van de tijdelijke bewindvoerder [tijdelijk bewindvoerder].
Het dossier dat aan hen werd overgedragen was niet meer dan een stapel onoverzichtelijk papier. Dit heeft ertoe geleid dat er alleen al met het uitzoeken van alle papieren veel tijd gemoeid is. Op 22 oktober 2012 heeft de bewindvoerder alle bij haar bekende instanties aangeschreven.
De gemeente betaalde een aantal vaste lasten rechtstreeks aan de schuldeisers, zodat de bewindvoerder geen inzicht had in die schuldeisers. De bewindvoerder heeft meerdere malen schriftelijk aan de gemeente verzocht deze rechtstreekse betalingen te stoppen en de gehele uitkering op de beheerrekening te storten.
Door de inwonende zoon, met eigen inkomen, kon het budgetplaatje alleen sluitend worden gemaakt als de zoon voldoende kostgeld betaalde, hetgeen niet gebeurde. De schulden lopen op ten gevolge van het lage inkomen.
De bewindvoerder heeft een afspraak gemaakt voor een gesprek met rechthebbende en de hulpverlening.
Bij brief van 27 maart 2013 heeft mr. Staring zich gesteld als advocaat voor rechthebbende.
Bij brief van 16 mei 2013 heeft mr. Staring verzocht om ontslag van de bewindvoerder.
De overwegingen.
Uit eigen wetenschap is het de kantonrechter bekend dat de dossiers van [voormalig bewindvoerder] uit niet meer bestonden dan uit een grote verzameling ongesorteerd papier. De tijdelijk bewindvoerder heeft getracht enige ordening in deze ongeordende verzameling te brengen, maar is daar kennelijk niet geheel in geslaagd. Voor zover er elektronische dossiers waren, bleken deze onvolledig en weinig informatief.
De kantonrechter acht daarom aannemelijk dat de bewindvoerder geruime tijd nodig heeft gehad om orde in het dossier te brengen.
De bewindvoerder geeft in haar reactie aan dat er in november 2012 contact is geweest met rechthebbende, die onder andere aangaf geen informatie te kunnen geven. Vervolgens heeft de bewindvoerder contact opgenomen met de hulpverleenster van rechthebbenden. Deze gaf aan dat rechthebbende psychische klachten had. Naar het oordeel van de kantonrechter had de bewindvoerder zich dienen te realiseren dat het geen zin had om informatie te vragen bij rechthebbende. Dat zij van rechthebbende geen antwoord heeft gekregen op haar verzoek om informatie, ontslaat de bewindvoerder, gelet op de wetenschap van de persoonlijke situatie van rechthebbende bij de bewindvoerder, niet van de taak om eigen onderzoek te plegen naar de situatie van rechthebbende.
Waar de gemeente na meerdere schriftelijke verzoeken niet de gehele uitkering op de beheerrekening stortte en de bewindvoerder kennelijk ook niet informeerde over de schuldeisers van rechthebbende, had het op de weg van de bewindvoerder gelegen om telefonisch contact met de gemeente op te nemen of om een afspraak te maken voor een persoonlijk gesprek om een en ander helder te krijgen.
Gelet op al het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat de bewindvoerder niet zo voortvarend heeft gehandeld als van een bewindvoerder mag worden verwacht.
Ten aanzien van de afvalstoffenheffing had de bewindvoerder van rechthebbende stukken ontvangen waaruit bleek dat zij vrijstelling kreeg voor de afvalstoffenheffing. Het dwangbevel bleek betrekking te hebben op het aantal ledigingen van de afvalcontainer. De kwijtschelding zag slechts op het basisbedrag. De bewindvoerder heeft gevraagd om een betalingsregeling.
Naar het oordeel van de kantonrechter kan de bewindvoerder in deze kwestie niets verweten worden.
Ter zitting heeft de bewindvoerder verklaard dat er een gesprek heeft plaatsgevonden met rechthebbende, de hulpverlening, de zoon van rechthebbende en de advocaat van rechthebbende.
Naar de mening van de bewindvoerder is de communicatie sindsdien aanmerkelijk verbeterd. Dit wordt door rechthebbende en door de hulpverlener bevestigd.
Tevens zijn afspraken gemaakt met de zoon van rechthebbende over het door hem te betalen kostgeld, waardoor het budgetplaatje van rechthebbende nu sluitend is, zodat er zicht is op een stabiele situatie voor rechthebbende.
Ter zitting is voorts door de bewindvoerder verklaard dat de woningbouwvereniging had gevraagd om bij het gesprek aanwezig te mogen zijn. De bewindvoerder had erin toegestemd dat de verhuurder gedurende een deel van het gesprek aanwezig zou zijn, maar rechthebbende heeft op advies van haar advocaat toestemming voor de aanwezigheid van de verhuurder geweigerd. Gevolgd daarvan was, volgens de bewindvoerder, dat de verhuurder geen pas op de plaats wilde maken m.b.t. de huurachterstand en de zaak uit handen gaat geven aan een deurwaarder.
Mr. Staring heeft ter zitting erkend dat hij zijn cliënt heeft geadviseerd niet in te stemmen met de aanwezigheid van de verhuurder.
De kantonrechter begrijpt niet welke beweegredenen ten grondslag hebben gelegen aan dit advies van de advocaat. Het is in de praktijk heel gebruikelijk dat rechthebbende, hulpverlening, sociale woningbouw en bewindvoerder met elkaar in overleg treden om te zoeken naar een oplossing voor de woonsituatie van rechthebbende. Dat een dergelijk overleg in deze situatie niet in het belang van rechthebbende zou zijn, is niet aannemelijk geworden.
Hoewel de bewindvoerder, zoals hierboven is vastgesteld, niet in alle opzichten voldoende voortvarend te werk is gegaan, lijkt er thans een stabiele situatie te zijn en is de communicatie sterk verbeterd.
De huidige bewindvoerder is de derde bewindvoerder van rechthebbende in een jaar tijd. Rechthebbende is gebaat bij een stabiele situatie. Niet alleen in financieel opzicht, maar ook met betrekking tot haar hulpverleners, zoals haar bewindvoerder.
Rechthebbende heeft ter zitting ingestemd met het voorstel van de kantonrechter om een proefperiode van een half jaar in te bouwen. Als gedurende dat half jaar de situatie met betrekking tot de bewindvoering in negatieve zin wijzigt, kan zij zich tot de kantonrechter wenden en zal actie worden ondernomen.
Zonder enig overleg met zijn cliënt heeft de advocaat ter zitting medegedeeld daar niet mee in te kunnen stemmen.
Daar waar het gaat om de samenwerking tussen bewindvoerder en rechthebbende en niet tussen de advocaat en de bewindvoerder acht de kantonrechter de mening van rechthebbende van groter belang dan de mening van de advocaat. Te meer nu ook de hulpverlening geen bezwaar leek te hebben tegen een dergelijke proefperiode.
De kantonrechter merkt nog op dat de advocaat nadat de kantonrechter had aangegeven wanneer de uitspraak zou volgen, meedeelde dat, als het verzoek tot wijziging bewindvoerder niet zou worden gehonoreerd, beroep zal worden ingesteld. Dat deze opmerking werd gemaakt zonder merkbaar overleg met rechthebbende en zonder de beschikking van de kantonrechter en met name de daarin vervatte overwegingen te hebben gelezen, bevreemdt de kantonrechter.
Ter zitting heeft de bewindvoerder nog opgemerkt dat rechthebbende door de advocaat niet op de weg via het juridisch loket is gewezen, waardoor zij een hogere eigen bijdrage moet betalen dan nodig is. Daarnaast heeft de advocaat, volgens de bewindvoerder, zelf bijzondere bijstand voor de eigen bijdrage gevraagd, maar heeft hij dit te laat gedaan.
Na de zitting heeft de kantonrechter van de advocaat kopieën van e-mail berichten ontvangen. De advocaat geeft daarbij aan dat het juist is dat cliënte niet via het juridisch loket is doorverwezen. Als de gemeentelijke sociale dienst om die reden niet de gehele eigen bedrage vergoedt, zal hij het deel dat niet wordt vergoed crediteren.
Tevens is na de zitting van mevrouw Terneusen bericht ontvangen dat zij het in belang van rechthebbende acht dat er geen wijziging van bewindvoerder plaatsvindt.
De na de sluiting van de zitting ontvangen berichten maken geen deel uit van de procedure en zijn daarom bij de overwegingen niet meegenomen.
De kantonrechter acht het niet in het belang van rechthebbende dat er thans een wijziging van bewindvoerder plaatsvindt. De kantonrechter hecht er echter wel waarde aan dat de huidige sterk verbeterde communicatie tussen rechthebbende, hulpverlening en bewindvoerder gehandhaafd blijft. De beslissing op het verzoek tot wijziging van de bewindvoerder wordt daarom aangehouden tot 1 februari 2014. Partijen dienen de kantonrechter uiterlijk 1 januari 2014 te berichten ten aanzien van hun samenwerking.
Voor zover de klacht inhoudt dat de bewindvoerder aanvankelijk te weinig voortvarend te werk is gegaan, wordt deze klacht gehonoreerd. Hetzelfde geldt met betrekking tot de communicatie tot medio april 2013. De overige klachten worden afgewezen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
Ten aanzien van het verzoek wijziging bewindvoering:
Houdt de beslissing op het verzoek wijziging van de bewindvoerder aan tot 1 februari 2014.
Bepaalt dat partijen uiterlijk 1 januari 2014 berichten ten aanzien van hun samenwerking.
Ten aanzien van de klacht:
Honoreert de klacht inhoudende dat de bewindvoerder aanvankelijk te weinig voortvarend te werk is gegaan.
Honoreert de klacht inhoudende dat de bewindvoerder onvoldoende met rechthebbende communiceerde.
Wijst de overige klachten af.
Gegeven op 23 juli 2013 door mr. P.A.M. Penders in tegenwoordigheid van de griffier.
Beschikking verzonden
op:
Tegen deze beslissing kan hoger beroep worden ingesteld binnen drie maanden na dagtekening van deze eindbeschikking door indiening van een beroepschrift (door een advocaat) ter griffie van het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch.