Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- de dagvaarding van 15 oktober 2013 met producties 1 tot en met 17;
- de brief van 18 november 2013 van mr. Sueters met één productie;
- de incidentele conclusie tot tussenkomst c.q. voeging van 20 november 2013 van mr. Van de Watering;
- de eisvermeerdering van 22 november 2013 van mr. Van der Corput;
- de mondelinge behandeling op 26 november 2013 te 9:30 uur;
- de pleitnota van mr. Van der Corput namens Vobi;
- de pleitnota van mr. Sueters namens de gemeente;
- de pleitnota van mrs. Van de Watering en Velthuizen namens [tussenkomende partij].
2.De feiten
Kwaliteitsbeoordeling
waardering max. meerwaarde
ofzijn erg risicovol
ofzijn niet concreet uitgewerkt
ofer zijn 4 of meer omschakelingen nodig
enwordt als reëel beschouwd
meteen laag risicoprofiel
ener zijn maximaal 2 omschakelingen nodig
ofvolstrekt onvolledig
ofgeeft geen vertrouwen in een goede uitvoering
ofheeft een zeer hoog risicoprofiel
eninzichtelijk
envolledig
enlijkt reëel
engeeft veel vertrouwen
enheeft een laag risicoprofiel
€ 915.500,-- tegen € 800.375,-- voor [tussenkomende partij]. Vervolgens heeft de gemeente de inschrijving van [tussenkomende partij] als de economisch meest voordelige aangemerkt.
3.Het geschil
3.3.1. Vobi heeft in ruime mate de informatie van de gemeente verkregen waaruit zij kan begrijpen waarom haar inschrijving niet als winnend uit de beoordeling is gekomen. Daarnaast voldoet de vordering betreffende de afgifte van stukken niet aan twee van de in artikel 843a Rv gestelde voorwaarden. Het ontbreekt Vobi namelijk aan een ‘rechtmatig belang’ en het gaat niet om een ‘rechtsbetrekking waarbij Vobi partij is’. Voor wat betreft het plan van aanpak van [tussenkomende partij] geldt dat het om strikt bedrijfsvertrouwelijke informatie gaat die zij heeft verkregen van een marktpartij die erop mocht vertrouwen dat de gemeente deze gegevens vertrouwelijk zou behandelen.
3.3.4. De gemeente wenst dat aan de proceskostenveroordeling van Vobi een veroordeling in de nakosten wordt verbonden.
4.De beoordeling in de hoofdzaak en de tussenkomst
omschakelingen, ompompplan, transparantie rioolfunctie, gebouw energieneutraal en netto energie opwekken. Bij de beoordeling daarvan heeft de gemeente telkens punten te vergeven in een schaal tussen 6 en 10. Daarbij zijn de uiteinden van die schaal omschreven in bewoordingen, die ruimte voor concrete invulling geven. Bij de beoordeling moet de gemeente tenslotte bepalen waar het betreffende onderdeel van die inschrijving op die schaal moet worden ingepast, dus hoeveel punten worden toegekend.
M1 Omschakelingenniet goed heeft beoordeeld. Volgens de Inschrijfleidraad had de invulling door [tussenkomende partij] van dat criterium met een 6 moeten worden beoordeeld en had [tussenkomende partij] geen recht op de toegekende 8 punten. Meer in het bijzonder heeft Vobi haar kanttekeningen geplaatst bij het onderwerp
risicobeheersing. De voorzieningenrechter sluit zich ten aanzien van dit punt echter bij de gemeente aan. De gemeente heeft uitgelegd dat [tussenkomende partij] weliswaar ten aanzien van ‘de werkwijze rond de aansluiting van de TPI op de drukschacht’ niet heeft aangetoond alle uitvoeringsrisico’s daarvan te beheersen, maar omdat zij andere uitvoeringsrisico’s wel in haar omschakelplan heeft benoemd, is [tussenkomende partij] met een 8 beoordeeld. Dit komt de voorzieningenrechter niet onjuist voor. Hij deelt niet de opvatting van Vobi, dat vanwege het meermalen in de inschrijfleidraad bij M1 gebruikte woord “of”” iedere onvolkomenheid in de inschrijving ten aanzien van de opgesomde aspecten direct moet leiden tot toekenning van het minimale aantal van 6 punten. Om 6 punten te krijgen moet er namelijk sprake zijn van tenminste een van de omschreven als zeer ernstig te beschouwen gebreken in het gebodene. Een klein probleem ten aanzien van de risicobeheersing behoeft niet onder het fatale “
ergrisicovol” te vallen en laat ruimte over voor een hogere waardering als 6. Zoals [tussenkomende partij] terecht heeft uiteengezet, moet een en ander natuurlijk ook gezien worden in samenhang met de gegeven omschrijving aan de andere zijde van de schaal die tot een maximale score van 10 leidt. Alles wat er tussenin zit is de beoordelingsvrijheid van de gemeente.
M2 ompompplan.
M3 Transparantie Rioolfunctieheeft Vobi zich op het standpunt gesteld dat de nadere toelichting van de gemeente niet overtuigt, omdat zij heeft aangegeven dat
niet erg prikkelendniet gelijk is aan
niet uitnodigend om tijd aan te besteden.Hier tegenover heeft de gemeente gesteld dat het betreffende voorlichtingselement in de invulling van [tussenkomende partij] wel aanwezig was én enigszins uitnodigend was. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter blijft de beoordeling binnen de kaders uit de Inschrijfleidraad. Terzijde zij nog opgemerkt dat vanwege de voor dit criterium geldende maximale meerwaarde van € 75.000,-- bij de bepaling van de fictieve inschrijfsom, herziening van de beoordeling op dit punt alléén Vobi nimmer naar het winnen van de inschrijving zou kunnen voeren. Daarvoor is het gat tussen de fictieve inschrijfsommen van Vobi en [tussenkomende partij] eenvoudig te groot.
M4 Gebouw Energieneutraal. Zoals de gemeente heeft aangevoerd, geven de door [tussenkomende partij] gehanteerde beschrijvingen en berekeningen de gemeente vertrouwen dat het gebouw energieneutraal zal zijn (ook al heeft de gemeente enige aanmerkingen op de berekening door [tussenkomende partij] gehanteerde uitgangspunten met betrekking tot de energiebalans). De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding aan het vertrouwen van de gemeente te twijfelen en oordeelt dat de gemeente ook hiermee binnen de door haar beschreven kaders uit de Inschrijfleidraad is gebleven.
M6 Netto Energie Opwekkenhet volgende. Volgens Vobi had de score 6 aan [tussenkomende partij] moeten worden toegekend in plaats van 8. De door [tussenkomende partij] gegeven beschrijving is duidelijk, zo heeft de gemeente gesteld in haar brief van 13 november 2013. De maximale punten konden behaald worden, indien de beschrijving en berekening zeer duidelijk, overtuigend en robuust zijn en vertrouwen geven. Omdat de beschrijving en berekening van [tussenkomende partij] echter niet volledig overtuigend zijn, nu de onderbouwing op onderdelen summier is, heeft de gemeente dit niet met een maximaal aantal punten beoordeeld. Dit oordeel komt de voorzieningenrechter binnen de beperkte beoordelingsruimte die hij heeft aanvaardbaar voor.
€ 1.900.000,-- hebben ingeschreven maakt de inschrijving van [tussenkomende partij] voor ruim
€ 1.400.000,-- nog niet abnormaal laag.
816,00
- griffierecht € 589,00
€ 816,00