ECLI:NL:RBOBR:2013:BZ1155
Rechtbank Oost-Brabant
- Raadkamer
- M. Damen
- A. Bruens
- J. Hage
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de afwijzing van de vordering tot inbewaringstelling van verdachte in verband met vuurwapenbezit
In deze zaak heeft de rechtbank Oost-Brabant op 6 februari 2013 in raadkamer uitspraak gedaan over het beroep van de officier van justitie tegen de beslissing van de rechter-commissaris, die op 28 januari 2013 de vordering tot inbewaringstelling van de verdachte had afgewezen. De officier van justitie stelde dat de politie rechtmatig had gehandeld bij de controle van de verdachte, die eerder al twee keer een vuurwapen had gehad. De rechtbank oordeelde dat de omstandigheden, waaronder de eerdere vondsten van vuurwapens, voldoende aanleiding gaven voor een onderzoek van het voertuig van de verdachte op basis van artikel 51 van de Wet Wapens en Munitie.
De verdachte was niet verschenen, maar zijn raadsman was wel aanwezig. De raadsman betwistte de rechtmatigheid van de aanhouding en het onderzoek, maar de rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van een onrechtmatige aanhouding. De rechtbank stelde vast dat er ernstige bezwaren bestonden tegen de verdachte en dat er gewichtige redenen waren voor voorlopige hechtenis, gezien het recidivegevaar en de mogelijke bedreiging van de veiligheid van personen.
De rechtbank verklaarde het hoger beroep van de officier van justitie gegrond, vernietigde de beslissing van de rechter-commissaris en beval de bewaring van de verdachte voor een termijn van veertien dagen. Deze beslissing werd genomen door de voorzitter en twee leden van de rechtbank, in aanwezigheid van de griffier.