ECLI:NL:RBOBR:2013:BZ1781

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
7 februari 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
01/038423-94
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde wegens ontucht met minderjarigen

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 7 februari 2013 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een 57-jarige man, die ter beschikking was gesteld wegens het plegen van ontucht met een aan hem toevertrouwde minderjarige. De rechtbank overweegt dat de totale duur van de terbeschikkingstelling niet is beperkt tot vier jaar, en dat de veiligheid van anderen de verlenging van de maatregel eist. De terbeschikkinggestelde is sinds 1995 onderworpen aan deze maatregel, die voor het laatst in 2012 met één jaar is verlengd. De rechtbank heeft verschillende adviezen in overweging genomen, waaronder die van psychiater M. Hanoeman en hoofd van de inrichting J.H.M. Nijhuis, die de recidivekans als matig inschatten, mits de terbeschikkinggestelde zijn medicatie blijft gebruiken. De rechtbank wijst het verzoek van de verdediging om de terbeschikkingstelling niet te verlengen af, en concludeert dat de terbeschikkingstelling met één jaar moet worden verlengd. De rechtbank benadrukt dat bij de volgende behandeling een maatregelenrapport moet worden overlegd over de voorwaarden voor een eventuele voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de officier van justitie, deskundigen en de raadsman van de terbeschikkinggestelde.

Uitspraak

uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
Strafrecht
Parketnummer: 01/038423-94
Uitspraakdatum: 7 februari 2013
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling
Beslissing in de zaak van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [1955],
adres, [adres] te [woonplaats],
verblijvende [kliniek].
Het onderzoek van de zaak.
Bij vonnis van de rechtbank van 19 januari 1995 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beschikking van deze rechtbank van 6 februari 2012 met één jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 20 december 2012 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 7 februari 2013. Hierbij zijn de officier van justitie, deskundige en de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
- het advies van M. Hanoeman, psychiater en J.H.M. Nijhuis, hoofd van de inrichting waar betrokkene verblijft, d.d. 26 november 2012;
- de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
- het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.
De beoordeling.
De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van ontucht plegen met een aan zijn zorg en opleiding toevertrouwde minderjarige, meermalen gepleegd terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste.
In voornoemd advies van het hoofd van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld:
Recidivegevaar.
"Ten tijde van het plegen van de delicten waarvoor de thans vigerende maatregel van
terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege is opgelegd, is betrokkene Pro
Justitia onderzocht. Bij betrokkene is toen pedofilie, niet het exclusieve type en een
narcistische persoonlijkheidsstoornis gediagnosticeerd. Thans wordt betrokkene pedofilie
van het niet exclusieve homofiele type gediagnosticeerd welke wordt gecoupeerd door het
gebruik van libidoremmende medicatie. Tevens is sprake van
persoonlijkheidsproblematiek waarbij met name het cynisme, de krenkbaarheid, rigiditeit en
verongelijktheid van betrokkene opvallen. De persoonlijkheidsproblematiek is in zijn
huidige functioneren nog zichtbaar, echter in mildere mate sinds zijn terugkeer in FPC
[naam]. Betrokkene heeft het laatste jaar meer inzicht gekregen in bovenstaande
persoonlijkheidsdynamiek en de bijbehorende risico's en heeft zich vaardigheden eigen
gemaakt om met onder andere krenking om te gaan (zonder direct te vervallen in cynisch en
vijandig gedrag). Betrokkene is beter in staat onderliggende gevoelens te benoemen in
plaats van deze direct om te zetten in boosheid en vijandigheid. Betrokkene heeft hierin een
positieve ontwikkeling doorgemaakt. Daarnaast lijkt betrokkene zich meer bewust van de
risico's voor de toekomst. Zo is hij onder andere zelf actief op zoek gegaan naar een vorm
van begeleiding en ondersteuning voor de toekomst, waarin duidelijk wordt dat hij het
belang van een steunend en toezichthoudend netwerk begrijpt om het risico te verlagen en
zich meer vrijheden te verwerven. Op basis van dit klinische beeld wordt bij het direct
vervallen van de huidige maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van
overheidswege de kans op recidive als matig ingeschat, mits betrokkene libidoremmende
medicatie blijft gebruiken, anders kan het risico snel oplopen tot hoog. Dit komt overeen
met de conclusies van een recente afname van gestructureerde instrumenten voor
risicotaxatie (juni 2012). Deze conclusie luidt: Het recidiverisico bij beëindiging van de
terbeschikkingstelling wordt op korte termijn als matig en op de lange termijn als matig tot
hoog ingeschat".
Samenvatting verlengingsadvies.
"Betrokkene is een thans 57-jarige Nederlandse man, gediagnosticeerd met pedofilie van het niet exclusieve homofiele type welke wordt gecoupeerd door het gebruik van libidoremmende medicatie. Eveneens is er sprake van een persoonlijkheidsstoornis NAO met narcistische, obsessief compulsieve en antisociale kenmerken. Betrokkene is in januari 2006 opgenomen binnen FPC Oldenkotte. Sinds 21 september 2011 verblijft betrokkene op de resocialisatie afdeling [naam] in [plaatsnaam]. In de behandeling van betrokkene is het een verantwoorde en logische stap dat er vanuit resocialisatieafdeling [naam] gekoerst wordt op het zelfstandig wonen met begeleiding. Betrokkene bevindt zich nu volop in de resocialisatiefase. Gezien de langdurige behandeling die betrokkene inmiddels heeft gehad, verwacht het behandelteam geen grote vorderingen meer wat betreft probleeminzicht en copingvaardigheden. Betrokkene zal moeten accepteren dat langdurige begeleiding en toezicht in het kader van het risicomanagement noodzakelijk is. Deze begeleiding en toezicht zullen vanuit de reclassering en het Forensisch Psychiatrisch Toezichtteam [instelling] vorm gegeven worden. Daarnaast is het van belang dat betrokkene zijn individuele therapie (psychiater/seksuoloog) waarin aandacht is voor delictgerelateerde factoren (waaronder krenkinggevoeligheid, externaliserende copingstijl en de relatie met delicten), blijft vervolgen en tracht zijn sociaal netwerk uit te breiden".
Prognose in relatie tot de geclassificeerde stoornis.
"Concluderend kan worden gesteld dat de begeleiding zich meer zal richten op controle dan op behandeling. We denken aan een langdurige begeleiding om betrokkene te kunnen blijven monitoren rondom het daadwerkelijk gebruiken van de libidoremmende medicatie. De controle en steun die hem thans worden geboden zullen - meer dan gedragsverandering c.q. het bijstellen van cognitieve vertekeningen - ervoor moeten zorgen dat betrokkene met een aanvaarbaar risico in de maatschappij kan functioneren".
Advies verlening TBS maatregel.
"Op grond van hetgeen beschreven is in het verlengingsadvies achten wij voortzetting van de terbeschikkingstelling aangewezen. Wij adviseren de rechtbank, indien zij besluit te verlengen, de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar".
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Mijn situatie is ten opzichte van vorig jaar weinig veranderd, alleen het feit dat mij nu een woning is toegewezen. Verder is er het afgelopen jaar niets gebeurd. Ik zie geen meerwaarde in een proefverlof totdat de voorwaardelijke beëindiging in gang wordt gezet. Momenteel heb ik geen concrete dagbesteding. Komend weekend ga ik klussen in mijn nieuwe woning zonder begeleiding.
De deskundige S. Postma, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
In januari heeft betrokkene een woning in [plaats] toegewezen gekregen. Bij het Ministerie is inmiddels een verzoek tot machtiging proefverlof ingediend. Er wordt nu pas gestart met proefverlof omdat betrokkene in het verleden tijdens de intramurale fase driemaal de voorwaarden heeft geschonden. Het recidiverisico is op korte termijn matig maar op lange termijn is het recidiverisico matig tot hoog. De kans op recidive kan in de toekomst toenemen als langdurige hulpverlening wegvalt. Er wordt geleidelijk toegewerkt naar voorwaardelijke beëindiging, momenteel is het nog te prematuur voor voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling. Indien betrokkene tijdens een proefverlof de voorwaarden schendt, kan hij terugkeren naar FPC [naam], hetgeen niet mogelijk is bij een voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling.
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
De kliniek ziet een positieve verandering bij betrokkene. Vraag is of de terbeschikkingstelling moet worden verlengd of voorwaardelijk worden beëindigd. De zorg overdragen aan de reclassering is nog te vroeg gelet op het feit dat betrokkene in het verleden de voorwaarden heeft geschonden, bovendien is het recidivegevaar nog aanwezig. De officier van justitie vordert verlenging van de terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Ambtshalve dienen de formaliteiten in onderhavige zaak te worden getoetst. De verdediging verwijst hiervoor naar het Van der Velden arrest (LJN BX8788). Indien niet aan de vormvereisten is voldaan, verzoekt de verdediging de vordering verlenging terbeschikkingstelling af te wijzen. Voorts vraagt de verdediging zich af of nog sprake is van reëel recidivegevaar. Het advies van M. Hanoeman, psychiater en J.H.M. Nijhuis, hoofd van de inrichting lijkt meer gebaseerd op het bestwil criterium dan op het gevaarcriterium, zeker indien men de lengte van de terbeschikkingstelling, te weten 17 jaar, in ogenschouw neemt. Het afgelopen jaar zijn er geen incidenten geweest. De verdediging is van mening dat verlenging van de terbeschikkingstelling niet noodzakelijk is, bovendien komt de proportionaliteit in het geding. De verdediging verzoekt de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling af te wijzen. De reclassering is al een jaar in beeld en betrokkene heeft een goed contact met hen. De persoonlijke belangen van betrokkene prevaleren boven het belang van de samenleving. Indien de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling wordt afgewezen, zal betrokkene in vrijwillige context hulp dan wel begeleiding zoeken en aanvaarden. De Wet Bopz biedt daarvoor ruimte. Mocht de rechtbank van oordeel zijn dat onvoorwaardelijk ontslag te prematuur is, verzoekt de verdediging om het onderzoek te schorsen voor de duur van drie maanden, teneinde onderzoek te laten doen naar de mogelijkheden tot voorwaardelijke beëindiging.
De rechtbank.
Het verweer van de raadsman met betrekking tot de maximum duur van de terbeschikkingstelling.
In het arrest van 1 oktober 2012 (vindplaats LJN BX8788) heeft het Gerechtshof Arnhem aangegeven dat geen sprake is van interpretatie door de verlengingsrechter indien uit de bewezenverklaring, de kwalificatie en de motivering van de straf en/of maatregel zonder meer duidelijk blijkt dat er sprake is van een geweldsdelict.
Aan de terbeschikkinggestelde is aanvankelijk bij vonnis van 19 januari 1995 een terbeschikkingstelling met dwangverpleging opgelegd ter zake ontucht plegen met een aan zijn zorg en opleiding toevertrouwde minderjarige, meermalen gepleegd. Deze ontucht bestond, gelet op de bewezenverklaring, uit het doen betasten, doen beetpakken, doen aftrekken, het in de mond doen van verdachtes geslachtsdeel en verdachtes vinger in de anus van het slachtoffer brengen, meermalen gepleegd. Dit delict is, bezien in het licht van het toetsingskader van bovenstaand arrest, gericht tegen en veroorzaakt gevaar voor de onaantastbaarheid van het lichaam.
Het bovenstaande leidt ertoe dat thans vastgesteld kan worden dat sprake is van een terbeschikkingstelling als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, waarvan de totale duur van de terbeschikkingstelling niet is beperkt tot een maximale duur van vier jaar. Dit betekent tevens dat de termijn van terbeschikkingstelling kan worden verlengd zolang de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen die verlenging eist. De rechtbank wijst het verweer van de verdediging af.
Het verzoek van de raadsman tot aanhouding van de behandeling van de zaak voor onderzoek naar een voorwaardelijke beëindiging.
De rechtbank wijst het verzoek van de verdediging om het onderzoek voor de duur van drie maanden te schorsen teneinde onderzoek te laten doen naar de mogelijkheden tot voorwaardelijke beëindiging af. De rechtbank overweegt dat de mogelijkheden tot
een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging komend jaar wel dienen te worden onderzocht. Voor de vorming van haar oordeel omtrent een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging is het noodzakelijk dat de rechtbank nader wordt voorgelicht omtrent de wijze waarop en de voorwaarden waaronder de dwangverpleging voorwaardelijk zou kunnen worden beëindigd. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat bij de volgende behandeling ter terechtzitting een maatregelenrapport dient te worden overlegd over de wijze waarop en de voorwaarden waaronder de dwangverpleging voorwaardelijk zou kunnen worden beëindigd.
De conclusie.
De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting en met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige. De rechtbank zal de terbeschikkingstelling verlengen met één jaar. Naar het oordeel van de rechtbank zal een verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar tevens een goede stimulans zijn voor betrokkene om de ingeslagen weg voort te zetten. Bij de volgende behandeling dient echter een maatregelenrapport te worden overlegd omtrent de wijze waarop en de voorwaarden waaronder de dwangverpleging voorwaardelijk zou kunnen worden beëindigd.
Gelet op het vorenstaande, gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
DE BESLISSING
De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met één jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. M.A. Waals, voorzitter,
mr. C.B.M. Bruens en mr. M.M. Klinkenbijl, leden,
in tegenwoordigheid van J. Kaptejins, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 7 februari 2013.
6
Parketnummer: 01/038423-94
[terbeschikkinggestelde]