ECLI:NL:RBOBR:2013:BZ2257
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Deskundigenrapport en incident tot benoeming nieuwe deskundige in civiele procedure
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Oost-Brabant, is een geschil ontstaan tussen een eiser en een gedaagde, waarbij de eiser in conventie en de gedaagde in reconventie optreedt. De zaak betreft een incident dat door de gedaagde is ingediend, waarin zij verzoekt om de benoemde deskundige te ontheffen van zijn opdracht en een nieuwe deskundige aan te wijzen. De gedaagde heeft aan haar verzoek ten grondslag gelegd dat de deskundige niet onpartijdig is en dat er twijfels zijn over zijn deskundigheid. De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 7 september 2011 een deskundige benoemd en de vraagstelling geformuleerd die deze deskundige diende te beantwoorden. Het deskundigenrapport is op 21 maart 2012 ter griffie gedeponeerd, maar de gedaagde heeft kritiek geuit op de bevindingen van de deskundige. De rechtbank heeft besloten om de beoordeling van deze kritiek op te schorten totdat het incident is behandeld.
De rechtbank heeft vervolgens een comparitie van partijen gelast, waarbij de deskundige aanwezig zal zijn. Tijdens deze comparitie zullen de partijen de gelegenheid krijgen om het incident te bespreken, evenals de bevindingen van de deskundige en de wijziging van eis door de eiser. De rechtbank heeft de zaak naar de rol verwezen voor akte, waarbij partijen hun verhinderdata dienen op te geven. De rechtbank heeft in haar beslissing aangegeven dat zij verdere beslissingen aanhoudt totdat de comparitie heeft plaatsgevonden. Dit vonnis is gewezen door mr. K. Mans en openbaar uitgesproken op 26 februari 2013.