ECLI:NL:RBOBR:2013:BZ2385

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
13 februari 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
01/035293-00
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde met een jaar onder handhaving van voorwaarden

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 13 februari 2013 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, die eerder ter beschikking was gesteld bij arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch op 29 januari 2002. De terbeschikkingstelling was voor het laatst verlengd op 11 mei 2012. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, toegewezen. De terbeschikkinggestelde is geboren in 1976 en verblijft in een kliniek. De rechtbank heeft de zaak behandeld tijdens een openbare terechtzitting, waarbij de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman, de officier van justitie en deskundigen aanwezig waren.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkingstelling is toegepast vanwege de delicten brandstichting en ontuchtige handelingen met een minderjarige. De terbeschikkinggestelde heeft een pervasieve ontwikkelingsstoornis, wat heeft bijgedragen aan zijn delictgedrag. De deskundigen hebben aangegeven dat de terbeschikkinggestelde momenteel stabiel is, maar dat er altijd een risico op terugval blijft bestaan. De rechtbank heeft geconstateerd dat de terbeschikkinggestelde baat heeft bij een duidelijke structuur en begeleiding vanuit de reclassering.

De rechtbank heeft de adviezen van de deskundigen en de reclassering gevolgd en besloten de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, onder handhaving van de voorwaarden die eerder zijn gesteld. De rechtbank is van oordeel dat de veiligheid van anderen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist. De beslissing is genomen in overeenstemming met de artikelen 38d en 36e van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank heeft de terbeschikkinggestelde de kans gegeven om zijn resocialisatietraject geleidelijk voort te zetten, met de nodige begeleiding en toezicht.

Uitspraak

uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
Strafrecht
Parketnummer: 01/035293-00
Uitspraakdatum: 13 februari 2013
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling
Beslissing in de zaak van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [1976],
verblijvende in de [kliniek].
Het onderzoek van de zaak.
Bij arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 29 januari 2002 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 11 mei 2012 met één jaar verlengd.
Bij beslissing van deze rechtbank van 6 november 2012 is de verpleging van overheidswege voorwaardelijk beëindigd voor de duur van het bij beslissing van de rechtbank van 11 mei 2012 gegeven bevel tot verlenging van de terbeschikkingstelling.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 7 januari 2013 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 13 februari 2013.
Hierbij zijn de officier van justitie, de getuigen/deskundigen J. Frouws en E.J.M. Schutgens, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
- het advies van de inrichting waar betrokkene verblijft, d.d. 11 december 2012;
- de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
- de beslissing van de rechtbank d.d. 6 november 2012, inhoudende de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege;
- een psychiatrisch rapport van de psychiater B. Gotink d.d. 5 februari 2013;
- een reclasseringsadvies van de Reclassering Nederland d.d. 6 februari 2013;
- het persoonsdossier van de terbeschikkinggestelde.
De beoordeling.
De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van "Brandstichting" en "Met iemand beneden de leeftijd van 16 jaar ontuchtige handelingen plegen", terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. De hiervoor genoemde misdrijven betreffen misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Voormeld advies van de inrichting houdt - zakelijk weergegeven - onder meer het volgende in:
Ten tijde van het plegen van de delicten wist betrokkene zich in de maatschappij niet staande te houden. Aan de basis van deze problematiek ligt de pervasieve ontwikkelingsstoornis van betrokkene, ook wel contactstoornis genoemd. Hierdoor beschikte betrokkene over onvoldoende vaardigheden om naar tevredenheid een zelfstandig leven te leiden. Het resultaat was onder andere dat betrokkene, door de vele conflicten, vereenzaamde en aan zijn ongelukkig zijn probeerde te ontsnappen door middel van druggebruik. Hierdoor kwam hij in een neerwaartse spiraal van druggebruik en geldproblemen. Als gevolg van de combinatie van aanleg, vaardigheden en omstandigheden heeft betrokkene de delicten gepleegd. Hij heeft uit wanhoop brand gesticht in zijn eigen flat. Nadat hij hiervoor was aangehouden, bleek hij enige tijd daarvoor éénmaal ontuchtige handelingen te hebben gepleegd bij een minderjarig kind. Tegenwoordig is de pervasieve ontwikkelingsstoornis nog steeds aanwezig. Betrokkene heeft middels therapieën en geboden structuur een balans weten te vinden in zijn gedrag en copingsstrategieën gevonden om om te gaan met zijn beperkingen. Dit lukt hem vrij aardig. Nimmer zal betrokkene volledig conflictvrij zijn en niet meer vervallen in starheid. Echter, de inschatting is dat dit niet dusdanig zal gebeuren, dat betrokkene vervalt in delictgedrag, mits de juiste controle, sturing en begeleiding aanwezig zijn. Momenteel heeft de rechtbank de voorwaardelijke beëindiging van de tbs met dwangverpleging uitgesproken, wat maakt dat betrokkene deze begeleiding zal ontvangen vanuit de reclassering, waarbij de kliniek ook nog bemoeienis zal hebben met betrokkene in het kader van forensisch psychiatrisch toezicht.
Omdat het ontslag uit de dwangverpleging van zeer recente datum is en het verdere resocialisatietraject van betrokkene geleidelijk aan moet plaatsvinden, met niet al te grote stappen die kunnen zorgen voor stress, acht het behandelteam het noodzakelijk de tbs met voorwaarden te verlengen met minstens één jaar. Het is niet de verwachting dat er grote veranderingen zullen plaatsvinden in de pervasieve ontwikkelingsstoornis van betrokkene. Het gedrag dat hij vertoont, is de afgelopen jaren, binnen het huidig kader, als stabiel te beschrijven. Hij gedijt het beste bij een duidelijke structuur en heldere afspraken. Op het moment dat zaken anders lopen dan gewoonlijk of als betrokkene het gevoel krijgt teveel of onterecht beperkt te worden, ontstaan er bij hem spanningen. Het reguleren van deze spanningen zal altijd een aandachtspunt blijven. In de behandeling hebben wij ons er op gericht om hem handvatten te geven om hier zo goed mogelijk mee om te gaan. Wanneer betrokkene onder de reclassering valt, zal dit thema voldoende in zicht moeten blijven. Geadviseerd wordt om de tbs met één jaar te verlengen, onder de gestelde voorwaarden van de reclassering.
Voormeld psychiatrisch rapport houdt - zakelijk weergegeven - onder meer het volgende in:
Verlenging van de maatregel is zowel gewenst als geïndiceerd. Betrokkene moet tijd worden gegund om het sinds enkele maanden gestarte toezicht van de reclassering gestalte te geven en om de maatregel in de toekomst afdoende te kunnen afsluiten. Het heeft de voorkeur om thans de termijn met één jaar te verlengen, om over een jaar opnieuw de door betrokkene behaalde resultaten te kunnen meewegen in een volgend verlengingsadvies namens de reclassering. De voorwaarden welke in oktober 2012 zijn opgesteld en in de beschikking zijn overgenomen, hoeven niet te worden gewijzigd. Van specifieke therapieën is geen sprake meer, wel zal sociale controle en toezicht betrokkene moeten behoeden voor eventuele terugval in maatschappelijke teloorgang, maar dat zal niet op korte termijn gebeuren. Ook het risicomanagement is afdoende geregeld met het beleid van de reclassering. Het verlengingsadvies komt overeen met dat van de klinische sector in december 2012 en van de reclassering, terwijl ook betrokkene zelf de sterke wens uitsprak om de maatregel met een jaar verlengd te zien worden. Hij zou in beroep gaan tegen een niet verlenging van de maatregel.
Voormeld reclasseringsadvies houdt - zakelijk weergegeven - onder meer het volgende in:
In vergelijking met de situatie zoals omschreven in het rapport van oktober 2012 is er weinig veranderd. De begeleiding is nu in handen van de reclassering. Er is wekelijks contact en hoewel er in het begin enige aanloopproblemen waren in de omgang/communicatie, is er nu sprake van een goedlopend contact waarin de gesprekken op een open en aangename wijze geschieden. Met zijn vaste begeleider van [afdeling kliniek] heeft betrokkene nog regelmatig gesprekken. Betrokkene woont in een kamer in de [afdeling kliniek], de sociowoning op het terrein van de kliniek. Dit verblijf verloopt zonder problemen. Betrokkene werkt in de montagehal van de kliniek. Hij mag hier blijven werken tot hij een andere dagbesteding heeft. Het werken hier verloopt zonder problemen en de werkbegeleiders zijn tevreden over zijn inzet. De trajectbegeleider van de kliniek is nog steeds bezig te pogen de inschrijving bij de sociale werkvoorziening [naam project] onder te brengen. Pas dan kan bekeken worden of betrokkene in WSW-verband in [plaatsnaam] kan werken. De aanvraag voor een uitkering van de sociale dienst is kortgeleden ingediend. Betrokkene teert nu in op zijn resocialisatiegelden. Het verkrijgen van de uitkering zal geen problemen opleveren. De vriendin van betrokkene verhuist op korte termijn naar een woning in Roermond. Zij wordt begeleid door de stichting De Toets. De begeleiding heeft gesteld dat zij in ieder geval niet in de eerste twee jaren met betrokkene gaat samenwonen. Het vriendenpaar heeft dit geaccepteerd. Betrokkene bezoekt haar ieder weekend en maakt gebruik van de toegestane overnachting van twee keer per maand. Betrokkene wil het liefst met zijn vriendin gaan samenwonen, maar is gebonden aan de regels van De Toets. Nu samenwonen niet kan, wil hij graag zo spoedig mogelijk naar de plaats Roermond verhuizen en de reclassering heeft toegezegd hieraan mee te willen werken. Betrokkene heeft in het verleden bij het werkvoorzieningsschap [naam] gewerkt, maar dit verliep verre van optimaal. Voordat betrokkene kan verhuizen naar Roermond, moet een dagbesteding van ongeveer 24 uur geregeld zijn. De planning nu is om te pogen betrokkene bij [naam instelling] aan het werk te krijgen. Hier heeft hij geen geschiedenis en als betrokkene kan aantonen dat hij, zoals nu in de beslotenheid van de werkplaats in de kliniek, kan functioneren, zal een terugplaatsing naar [naam] mogelijk moeten zijn. Gelet op zijn persoonlijkheidsproblematiek en zijn gebrek aan werkervaring is het geen optie te pogen betrokkene in het reguliere arbeidsproces te plaatsen. Het verkrijgen van een woning zal - gelet op de duur van zijn inschrijving - naar verwachting niet te veel problemen opleveren. Naast reclasseringsbegeleiding is het ook wenselijk, zo niet noodzakelijk, dat betrokkene ook ambulante woonbegeleiding gaat ontvangen. De reclassering zal daartoe contact opnemen met organisaties die de begeleiding kunnen verzorgen. Bij de begeleiding dient expertise aanwezig te zijn op het gebied van autistiforme stoornissen. Geadviseerd wordt om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen en de voorwaarden in de beslissing van 6 november 2012 ter handhaven. Betrokkene kan zich vinden in het advies.
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Indien de terbeschikkingstelling nu zou eindigen, word ik in het diepe gegooid en dat wil ik niet. Bij onverwachte gebeurtenissen raak ik nog wel eens in de stress en als ik in een isolement raak, is dat niet bevorderlijk voor mijn gemoedstoestand. Ik kan me dus vinden in een verlenging met één jaar.
De getuige/deskundige Schutgens, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Hij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
De kliniek fungeert nog slechts als achtervang. Spanningen zullen bij betrokkene een aandachtspunt blijven.
De getuige/deskundige Frouws, optredend namens de Reclassering Nederland, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd reclasseringsadvies. Hij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Betrokkene moet nog de tijd krijgen om aan het reclasseringstoezicht te wennen. De in het kader van de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging gestelde voorwaarden kunnen onverkort gehandhaafd blijven.
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Iedereen is het er over eens dat de terbeschikkingstelling met één jaar moet worden verlengd. Ik persisteer dan ook bij mijn vordering. De voorwaarden kunnen inderdaad gehandhaafd blijven.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik deel de mening van de officier van justitie.
De rechtbank verenigt zich met de adviezen van voornoemde inrichting en de Reclassering Nederland en met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de getuigen/deskundigen, alsook met het advies van de psychiater B. Gotink.
Gelet op het vorenstaande, gezien de artikelen 38d en 36e van het Wetboek van Strafrecht, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist voor de duur van één jaar onder handhaving van de voorwaarden zoals gesteld bij beslissing van deze rechtbank van 6 november 2012 in het kader van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege.
DE BESLISSING
De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met één jaar, onder handhaving van de voorwaarden zoals gesteld bij beslissing van deze rechtbank van 6 november 2012 in het kader van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege.
Deze beslissing is gegeven door
mr. M.Th. van Vliet, voorzitter,
mr. H.A. van Gameren en mr. W.T.A.M. Verheggen, leden,
in tegenwoordigheid van G.A.M. de Laat, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 13 februari 2013.
Mr. Verheggen is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.