ECLI:NL:RBOBR:2013:BZ2689

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
21 februari 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
878542
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.A.M. Penders
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om toestemming voor overboeking spaarbedrag in meerderjarigenbewind

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Oost-Brabant op 21 februari 2013 uitspraak gedaan in een verzoek tot machtiging inzake meerderjarigenbewind. De bewindvoerders, [bewindvoerder sub 1] en [bewindvoerder sub 2], vroegen toestemming om een spaarbedrag dat boven de belastingvrije voet van € 23.201,-- uitkomt, over te boeken naar een spaarrekening op hun eigen naam. Dit verzoek werd afgewezen door de kantonrechter. De bewindvoerders stelden deze constructie voor om de eigen bijdrage voor de AWBZ op hetzelfde niveau te houden als in 2012. Ze gaven aan dat ze het bedrag niet anders zouden gebruiken dan voor de rechthebbende, hun broer, en dat ze de rekening ter controle zouden aanbieden bij de jaarlijkse verantwoording.

De kantonrechter merkte op dat het vermogen van de rechthebbende altijd op zijn eigen naam moet staan en niet op naam van een ander. De bewindvoerders gaven aan dat de verhoging van de eigen bijdrage voor de AWBZ hen noopte tot deze constructie, maar de kantonrechter wees erop dat het verzwijgen van vermogen een frauduleuze handeling is, wat strafbaar is volgens artikel 225 van het Wetboek van Strafrecht. Ondanks deze overwegingen vond de kantonrechter geen aanwijzingen dat de bewindvoerders slechte bedoelingen hadden ten aanzien van de rechthebbende.

Uiteindelijk werd het verzoek van de bewindvoerders afgewezen, en de kantonrechter benadrukte dat hij niet kon meewerken aan de voorgestelde constructie. De beslissing werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch, uitsluitend door tussenkomst van een advocaat, binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT
Kanton ‘s-Hertogenbosch
zaaknummer: 878542 / 13-1325
BM.nr: 2212
Beschikking op een verzoek tot machtiging inzake meerderjarigenbewind
De procedure
Op 19 februari 2013 is ter griffie ingekomen een verzoekschrift van [bewindvoerder sub 1] en
[bewindvoerder sub 2], beiden, bewindvoerder over de goederen die toebehoren of zullen toebehoren aan de rechthebbende: [rechthebbende].
De beoordeling
De bewindvoerders hebben verzocht toestemming te verkrijgen om het spaarbedrag dat boven de belastingvrije voet van € 23.201,-- uitkomt van de rekening van rechthebbende over te boeken naar een spaarrekening die op naam staat van de beide bewindvoerders. Deze constructie stellen de bewindvoerders voor zodat de eigen bijdrage voor de AWBZ op hetzelfde niveau zou uitkomen als in 2012. Voorts hebben de bewindvoerders medegedeeld dat zij geenszins van plan zijn om dat bedrag op een andere manier te gebruiken dan voor hun broer en willen zij die rekening bij de jaarlijkse verantwoording ter controle aanbieden.
De hoogte van de eigen bijdrage AWBZ hangt af van inkomen, leeftijd en gezinssituatie. Ook is bepalend of diegene in een AWBZ-instelling verblijft of thuis AWBZ-zorg ontvangt. Het Administratiekantoor CAK rekent uit wat de eigen bijdrage is en stuurt hiervoor een factuur.
Vanaf 2013 heeft het kabinet de eigen bijdrage voor de AWBZ verhoogd voor mensen met een eigen vermogen (vermogensinkomensbijtelling). Bij het inkomen wordt 12% van het box 3-vermogen opgeteld. Hierover wordt de eigen bijdrage berekend.
Deze vermogensinkomensbijtelling is vastgelegd in de Wet van 25 oktober 2012 tot wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de Wet maatschappelijke ondersteuning in verband met invoering van een vermogensinkomensbijtelling voor de vaststelling van de eigen bijdragen voor zorg of voorzieningen op grond van die wetten.
Door een gedeelte van het vermogen van rechthebbende op een rekening te zetten die niet op naam van rechthebbende is gesteld wordt bij het CAK de indruk gewekt dat rechthebbende minder vermogen zou hebben om zo een lagere eigen bijdrage te betalen. Door een dergelijke handeling verstrekken zij de verkeerde informatie aan het CAK. De bewindvoerders verzwijgen een gedeelte van het vermogen van rechthebbende, hetgeen een frauduleuze handeling is die strafbaar is gesteld. (art. 225 Sr). Dit zou voor de kantonrechter een reden kunnen zijn om de bewindvoerders alle twee te ontslaan, doch de kantonrechter heeft in het dossier geen aanwijzingen aangetroffen om te twijfelen aan de goede bedoelingen van de twee bewindvoerders wanneer het gaat om de belangen van de rechthebbende.
De kantonrechter merkt op dat het vermogen van een rechthebbende te allen tijde op naam van rechthebbende moet zijn gesteld en niet op naam van een ander.
Het moet voor de bewindvoerders duidelijk zijn dat de kantonrechter zijn medewerking niet kan en niet zal verlenen aan de constructie die de bewindvoerders verzocht hebben.
Gelet op artikel 1:441 van het Burgerlijk Wetboek wordt daarom de volgende beslissing genomen.
De beslissing
De kantonrechter:
wijst af het verzoek van de beide bewindvoerders.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.A.M. Penders, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 21 februari 2013 in aanwezigheid van de griffier.
De griffier, De kantonrechter,
Tegen deze beslissing kan -uitsluitend door tussenkomst van een advocaat-, hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch door de verzoeker en rechthebbende binnen drie maanden na de dag van de uitspraak.
Zaaknummer: 878542 / 13-1325 blad 2
WC33
beschikking