ECLI:NL:RBOBR:2013:BZ3202

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
4 maart 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
881171 / 113-1780
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.A.M. Penders
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om machtiging inzake meerderjarigenbewind en voorschot op erfenis

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Oost-Brabant op 4 maart 2013 uitspraak gedaan in een verzoek tot machtiging inzake meerderjarigenbewind. De bewindvoerder verzocht toestemming om een voorschot op de erfenis van haar ernstig dementerende vader uit te keren aan haarzelf en haar drie zusters. De rechthebbende, geboren op 11 juni 1924, is sinds april 2010 opgenomen in een psychogeriatrische afdeling van Verpleeghuis Eikendonk. De bewindvoerder voerde aan dat de rechthebbende al jaren niet in staat is om zijn vermogen te beheren en dat de dochters het voorschot goed konden gebruiken. Echter, de kantonrechter oordeelde dat het feit dat de rechthebbende niet in staat is om van zijn vermogen te genieten, niet betekent dat het vermogen aan de dochters geschonken moet worden. Er was geen sprake van een schenkingstraditie, en het belang van de rechthebbende vereiste niet dat er een schenking gedaan werd. De kantonrechter verwees naar de aanbevelingen van het LOK en het LOVCK, die stellen dat verzoeken om schenkingen namens rechthebbenden die hun wil niet kunnen bepalen, in hoofdregel worden afgewezen als er geen schenkingstraditie is. De kantonrechter concludeerde dat er geen bewijs was van eerdere schenkingen en dat een schenking het belang van de rechthebbende niet zou verbeteren. De hoge eigen bijdrage aan het CAK was ook geen gegronde reden voor het doen van een schenking. De kantonrechter wees het verzoek van de bewindvoerder af en droeg het dossier over aan de kantonrechter te Tilburg als toezichthoudende kantonrechter.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT
Kanton 's-Hertogenbosch
zaaknummer: 881171/ 13-1780
BM.nr: 4473
Beschikking op een verzoek tot machtiging inzake meerderjarigenbewind
De procedure
Op 1 maart 2013 is ter griffie ingekomen een verzoekschrift van [bewindvoerder], bewindvoerder over de goederen die toebehoren of zullen toebehoren aan de rechthebbende: [rechthebbende].
De beoordeling
De bewindvoerder heeft verzocht toestemming te verkrijgen voor het uitkeren van een voorschot op de erfenis van haar ernstig dementerende vader aan haar drie zusters en aan haarzelf. De rechthebbende, die geboren is op 11 juni 1924, is sedert april 2010 opgenomen op psychogeriatrische afdeling van Verpleeghuis Eikendonk alwaar hij gezien de ernst van zijn dementie de rest van zijn leven zal moeten verblijven.
De redenen voor dit verzoek zijn:
- rechthebbende is al vele jaren niet meer bij machte om zijn vermogen te beheren of ervan te genieten;
- rechthebbende betaalt gezien de omvang van zijn vermogen maandelijks een hoge eigen bijdrage aan het CAK;
- rechthebbende zou, indien hij nog wel wilsbekwaam zou zijn geweest, omwille van de bovengenoemde motieven, schenkingen hebben gedaan;
- de dochters zouden dit voorschot goed kunnen gebruiken.
Met betrekking tot de aangevoerde redenen van het verzoek merkt de kantonrechter het navolgende op:
1)
Dat rechthebbende al vele jaren niet meer bij machte is om van zijn vermogen te genieten wil niet zeggen dat het vermogen om die reden maar aan de dochters geschonken moet worden. Dat geldt eveneens voor de aangevoerde reden dat de dochters het voorschot op de erfenis van hun ernstig dementerende vader goed zouden kunnen gebruiken.
2)
In de aanbevelingen meerderjarigenbewind vastgesteld door het LOK op 26 april 2004 en laatstelijk aangevuld door het LOVCK op 1 oktober 2012 is ondermeer bepaald dat een verzoek om het doen van een schenking namens rechthebbende die zijn wil niet kan bepalen in hoofdregel zal worden afgewezen indien er geen sprake is van een schenkingstraditie.
Uit het dossier is niet gebleken dat er eerder schenkingen zijn gedaan. Voorts blijkt niet dat een schenking het belang van rechthebbende dat vereist, danwel dat een schenking de leefomgeving van rechthebbende verbetert.
3)
Dat rechthebbende een hoge eigen bijdrage aan het CAK betaalt is evenmin een gegronde reden om het vermogen, danwel een gedeelte van het vermogen, aan de kinderen te schenken, of zoals de bewindvoerder stelt, een voorschot op de erfenis uit te keren.
De hoogte van de eigen bijdrage AWBZ hangt af van inkomen, leeftijd en gezinssituatie. Ook is bepalend of diegene in een AWBZ-instelling verblijft of thuis AWBZ-zorg ontvangt. Het Administratiekantoor CAK rekent uit wat de eigen bijdrage is en stuurt hiervoor een factuur.
Vanaf 2013 heeft het kabinet de eigen bijdrage voor de AWBZ verhoogd voor mensen met een eigen vermogen (vermogensinkomensbijtelling). Bij het inkomen wordt 12% van het box 3-vermogen opgeteld. Hierover wordt de eigen bijdrage berekend.
Deze vermogensinkomensbijtelling is vastgelegd in de Wet van 25 oktober 2012 tot wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de Wet maatschappelijke ondersteuning in verband met invoering van een vermogensinkomensbijtelling voor de vaststelling van de eigen bijdragen voor zorg of voorzieningen op grond van die wetten.
Door een gedeelte van het vermogen van rechthebbende al naar de kinderen over te hevelen, als zijnde een voorschot op de erfenis van rechthebbende, zou het vermogen van rechthebbende afnemen zodat een lagere eigen bijdrage betaald hoeft te worden.
4)
Het moet voor de bewindvoerder duidelijk zijn dat de kantonrechter zijn medewerking niet kan en niet zal verlenen aan de constructie die de bewindvoerder verzocht heeft.
Gelet op artikel 1:441 van het Burgerlijk Wetboek wordt daarom de volgende beslissing genomen.
Voorts merkt de kantonrechter op dat rechthebbende woonachtig is te [adres en woonplaats] en dat derhalve het dossier wordt overgedragen aan de kantonrechter te Tilburg als zijnde de toezichthoudende kantonrechter.
De beslissing
De kantonrechter:
wijst af het verzoek van de bewindvoerder om toestemming te verkrijgen voor het uitkeren van een voorschot op de erfenis van haar ernstig dementerende vader aan haar drie zusters en aan haarzelf;
draagt het dossier over aan de kantonrechter te Tilburg als zijnde de toezichthoudende kantonrechter;
wijst voor zover van toepassing het meer of anders gevraagde af.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.A.M. Penders, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 4 maart 2013, in aanwezigheid van de griffier.
De griffier, De kantonrechter,
Tegen deze beslissing kan -uitsluitend door tussenkomst van een advocaat-, hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch door de verzoeker en rechthebbende binnen drie maanden na de dag van de uitspraak.
Zaaknummer: 881171 / 113-1780 blad 3
beschikking