ECLI:NL:RBOBR:2013:BZ3899

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
11 maart 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
876441 / 13-956
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.A.M. Penders
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot machtiging inzake uitvaartregeling bij onbekende nabestaanden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Oost-Brabant op 11 maart 2013 uitspraak gedaan in een verzoek tot machtiging inzake meerderjarigenbewind. Het verzoek was ingediend door Bewindvoerderskantoor Kroezen, die als bewindvoerder optreedt voor de rechthebbende. De bewindvoerder vroeg toestemming om de uitvaart van de rechthebbende te regelen en te betalen, in het geval de familie niet vóór haar overlijden getraceerd kon worden.

De kantonrechter heeft het verzoek afgewezen. De rechter oordeelde dat het bewind eindigt met het overlijden van de rechthebbende, waardoor er geen beslissing genomen kan worden over de uitvaart na beëindiging van het bewind. De kantonrechter benadrukte dat, wanneer de nabestaanden niet bekend zijn, de burgemeester verantwoordelijk is voor de opdracht tot begrafenis of crematie, zoals bepaald in artikel 21 lid 1 van de Wet op de lijkbezorging.

De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. Tegen deze beslissing kan, uitsluitend door tussenkomst van een advocaat, hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch door de verzoeker en rechthebbende binnen drie maanden na de uitspraak. Deze uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk rondom meerderjarigenbewind en de verantwoordelijkheden van bewindvoerders in situaties waarin nabestaanden onbekend zijn.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT
Kanton 's-Hertogenbosch
zaaknummer: 876441 / 13-956
BM.nr: 6932
Beschikking op een verzoek tot machtiging inzake meerderjarigenbewind
De procedure
Op 8 februari 2013 is ter griffie ingekomen een verzoekschrift van Bewindvoerderskantoor Kroezen, bewindvoerder over de goederen die toebehoren of zullen toebehoren aan de rechthebbende: [rechthebbende].
De beoordeling
De bewindvoerder heeft verzocht toestemming te verkrijgen om de uitvaart van rechthebbende te mogen regelen en betalen wanneer de familie niet vóór haar overlijden getraceerd is.
Het bewind eindigt door het overlijden van rechthebbende. De kantonrechter kan derhalve niet een beslissing nemen wat er na beëindiging van het bewind dient te geschieden. Voorts merkt de kantonrechter op dat, wanneer de nabestaanden niet bekend zijn, het de burgemeester is die de opdracht tot begrafenis of crematie geeft.
Indien niemand voorziet in de lijkschouwing en lijkbezorging overeenkomstig de wet, draagt de burgemeester daarvoor zorg, zo is namelijk bepaald in artikel 21 lid 1 van de Wet op de lijkbezorging.
Op grond van het vorenstaande zal worden beslist als volgt.
De beslissing
De kantonrechter:
wijst het verzoek van de bewindvoerder af om de uitvaart van rechthebbende te mogen regelen en betalen wanneer de familie niet vóór haar overlijden getraceerd is.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.A.M. Penders, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 11 maart 2013, in aanwezigheid van de griffier.
De griffier, De kantonrechter,
Tegen deze beslissing kan -uitsluitend door tussenkomst van een advocaat-, hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch door de verzoeker en rechthebbende binnen drie maanden na de dag van de uitspraak.
Zaaknummer: blad 1
beschikking