ECLI:NL:RBOBR:2013:BZ8247
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot voorlopig getuigenverhoor in civiele procedure
In deze zaak hebben verzoeksters, waaronder FOUR KIDS B.V. en COMFORTMOBIEL HOLDING B.V., een verzoek ingediend voor het houden van een voorlopig getuigenverhoor. Dit verzoek was gericht op het horen van veertien getuigen om te onderzoeken hoe het handelen van verweerder [verweerder 3] tot aansprakelijkheid zou kunnen leiden. Verzoeksters stelden dat zij schade hadden geleden door onrechtmatig handelen van de verweerders, die als (indirect) statutair bestuurders en (indirect) medeaandeelhouders zouden zijn opgetreden. De rechtbank heeft de procedure op 15 april 2013 behandeld, waarbij de verzoeksters hun standpunt onderbouwden met een groot aantal vragen die zij aan de getuigen wilden stellen.
De rechtbank oordeelde dat de voorgestelde vragen voornamelijk gericht waren op de intenties en opvattingen van [verweerder 3] en dat beantwoording van deze vragen niet zou leiden tot de vaststelling van feiten. De rechtbank concludeerde dat het verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor niet in overeenstemming was met de goede procesorde, aangezien het verzoek niet bedoeld was om feitelijke vaststellingen te doen, maar om het standpunt van de wederpartij te verhelderen. Dit werd gezien als een misbruik van procesrecht.
Daarom heeft de rechtbank het verzoek afgewezen en de verzoeksters veroordeeld in de kosten van de procedure, die zijn begroot op € 1.027,--, inclusief advocaatkosten en verschotten. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. I.L. Rijnbout op 15 april 2013.