ECLI:NL:RBOBR:2013:CA0557

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
22 mei 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
01/050761-95
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hervatting van verpleging van overheidswege na overtreding van voorwaarden door terbeschikkinggestelde

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 22 mei 2013 uitspraak gedaan over de hervatting van de verpleging van overheidswege van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1964 en verblijvende in de P.I. in Grave. De officier van justitie had op 9 april 2013 een vordering ingediend om de verpleging te hervatten, omdat de betrokkene zich niet had gehouden aan de voorwaarden die waren gesteld bij de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging. Deze voorwaarden omvatten onder andere deelname aan Forensisch Psychiatrisch Toezicht, het naleven van afspraken met behandelaars en het onthouden van alcohol- en drugsgebruik.

Tijdens de behandeling van de zaak werd duidelijk dat de terbeschikkinggestelde op 6 april 2013 niet op tijd terugkeerde van verlof, niet bereikbaar was en een strafbaar feit had gepleegd, namelijk exhibitionisme. De rechtbank heeft de adviezen van de Reclassering Nederland in overweging genomen, waaruit bleek dat de betrokkene de voorwaarden had overtreden en dat er geen mogelijkheden waren voor begeleiding. De rechtbank oordeelde dat de vordering van de officier van justitie moest worden toegewezen, gezien de ernst van de overtredingen en het hoge recidivegevaar.

De verdediging pleitte voor een schorsing van het onderzoek om te onderzoeken of het toedienen van libidoremmende medicatie een optie was, maar dit verzoek werd afgewezen. De rechtbank besloot uiteindelijk dat de verpleging van overheidswege van de terbeschikkinggestelde moest worden hervat, omdat er geen alternatieven waren en de veiligheid van de samenleving in het geding was. De beslissing werd genomen door de voorzitter en twee leden van de rechtbank, met de griffier aanwezig.

Uitspraak

uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
Strafrecht
Parketnummer: 01/050761-95
Uitspraakdatum: 22 mei 2013
Beslissing hervatting verpleging van overheidswege
Beslissing in de zaak van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1964,
verblijvende in de P.I. in Grave.
Het onderzoek van de zaak.
De vordering van de officier van justitie d.d. 9 april 2013 strekt ertoe dat de verpleging van de terbeschikkinggestelde zal worden hervat.
Bij onherroepelijk geworden vonnis van deze rechtbank van 4 juli 1996 onder bovengenoemd parketnummer is gelast dat [terbeschikkinggestelde] voornoemd ter beschikking zal worden gesteld en is bevolen dat deze van overheidswege zal worden verpleegd.
Bij beschikking van deze rechtbank van 29 januari 2013 is de verpleging van overheidswege voorwaardelijk beëindigd.
Daarbij zijn de volgende voorwaarden gesteld:
- betrokkene werkt mee aan Forensisch Psychiatrisch Toezicht, ook wanneer dit inhoudt een tijdelijke terugplaatsing in het kader van een time-out in de [kliniek];
- betrokkene houdt zich aan de (behandel)afspraken met de medewerkers van de [naam stichting];
- betrokkene houdt zich aan de voorschriften en aanwijzingen hem te geven door Reclassering Nederland;
- betrokkene woont in een (forensische) instelling voor beschermd wonen (RIBW) en houdt zich aan de begeleidingsafspraken;
- betrokkene is en blijft bereikbaar voor Reclassering Nederland en zijn diverse begeleiders;
- betrokkene laat zich behandelen door een forensisch psychiatrische polikliniek en houdt zich aan de aanwijzingen en afspraken van zijn behandelaar, ook als dit betekent het innemen of laten toedienen van medicatie;
- betrokkene onthoudt zich van alcohol- en drugsgebruik en werkt mee aan controles op middelengebruik.
- betrokkene stelt zich naar behandelaars en begeleiders coöperatief en begeleidbaar op en geeft openheid van zaken, zeker wat betreft het aangaan van relaties en zijn omgaan met seksualiteit;
- betrokkene zal niet zonder toestemming vooraf van de reclassering van adres wijzigen c.q. verhuizen;
- betrokkene onthoudt zich van het plegen van strafbare feiten.
De vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 8 mei 2013.
Hierbij zijn de officier van justitie, de getuige/deskundige, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
- een advies van de Reclassering Nederland d.d. 8 april 2013;
- een advies van de Reclassering Nederland d.d. 2 mei 2013;
- een proces-verbaal van de politie Hollands Midden d.d. 7 april 2013 (137 blz.);
- een proces-verbaal van de politie Hollands Midden d.d. 8 april 2013, met bijlagen;
- een proces-verbaal van de politie Hollands Midden d.d. 17 april 2013.
De beoordeling.
Uit voormelde adviezen van de Reclassering Nederland blijkt onder meer dat betrokkene de volgende voorwaarden in het kader van de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging heeft overtreden:
- betrokkene is op 6 april 2013 niet op tijd teruggekeerd van zijn toegestane verlof;
- betrokkene was op 6 april 2013 niet telefonisch bereikbaar;
- betrokkene heeft zich nooit uitgelaten over zijn seksuele gevoelens en gedachtes, ook niet als daar naar werd gevraagd;
- betrokkene heeft op 6 april 2013 een strafbaar feit gepleegd, te weten exhibitionisme.
Geadviseerd wordt over te gaan tot hervatting van de dwangverpleging van betrokkene.
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Het is juist dat ik de voorwaarden heb overtreden. Ik wist wat er op het spel stond en toch heb ik het gedaan. Ik weet niet waarom. Ik heb de laatste 7 jaren geen behandeling meer gehad. Ik heb meer baat bij een ambulante behandeling dan bij een opname in een gesloten setting zonder behandeling. Wellicht zouden nog strengere voorwaarden mij helpen op het goede pad te blijven.
De getuige/deskundige [deskundige] van de Reclassering Nederland, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
De reclassering ziet thans geen mogelijkheden om betrokkene te begeleiden. Het is zorgelijk dat betrokkene vooraf geen enkel signaal heeft afgegeven dat het niet goed met hem ging. RIBW [naam RIBW] wil betrokkene niet meer terug en dat geldt ook voor de reclassering. Betrokkene laat zich voortglijden door dadendrang en denkt niet na over de gevolgen van zijn handelen. Indien hem libidoremmende medicatie zou worden toegediend, dient dat te geschieden onder goede begeleiding van deskundigen. Daarvoor is een klinische opname nodig.
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Het is maar goed dat het bij een relatief licht delict is gebleven. Er is wel sprake van een soortgelijk patroon als bij het indexdelict. Betrokkene heeft een aantal voorwaarden overtreden. Hij had vooraf hulp moeten inroepen. Hij kan niet verklaren waarom hij de voorwaarden heeft overtreden en wat hem daarbij heeft bezield. Dat maakt een en ander nog zorgwekkender. Het recidivegevaar is heel erg hoog. De dwangverpleging dient te worden hervat omdat er geen enkel alternatief is. Terug naar de RIBW kan niet en toedienen van libidoremmende medicatie dient in het kader van een klinische opname te gebeuren. Er moet dan ook naar de verdere achtergronden worden gekeken.
De raadsman van betrokkene heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Er heerst teleurstelling alom. Mijn cliënt heeft de voorwaarden overtreden. Hij heeft zijn spijt en teleurstelling uitgesproken. Het betrof in casu echter geen ernstig strafbaar feit. De verdediging is van oordeel dat er goed moet worden gekeken of het toedienen van libidoremmende medicatie een optie is. Indien dat als voorwaarde wordt toegevoegd aan de bestaande voorwaarden van de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging, dan kan die in stand blijven en hoeft de dwangverpleging niet te worden hervat. Indien de dwangverpleging wel wordt hervat dan wacht mijn cliënt een langdurig traject. Ik verzoek de rechtbank om het onderzoek voor drie maanden te schorsen teneinde een psychiater te laten bezien of een dergelijke voorwaarde inpasbaar is in de bestaande voorwaarden van de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging. Het is duidelijk dat mijn cliënt niet terug kan naar [naam RIBW]. De verdediging bepleit ook niet dat hij op vrije voeten wordt gesteld. Ingeval van een schorsing van het onderzoek kan cliënt in detentie in Grave blijven.
Uit de stukken en het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de terbeschikkinggestelde de hiervoor door de reclassering genoemde voorwaarden in het kader van de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging niet heeft nageleefd.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat de vordering, mede gezien de ernst van de overtredingen, dient te worden toegewezen als na te melden.
De rechtbank wijst voormeld verzoek van de verdediging tot schorsing van het onderzoek af, aangezien niet te verwachten valt dat er binnen afzienbare tijd duidelijkheid zal bestaan over de werkzaamheid van libidoremmende medicatie. Bovendien is dat slechts één aspect in de beoordeling van het recidiverisico. Een en ander kan door de kliniek ook worden meegenomen in het kader van de hervatting van de verpleging en bij het volgende verlengingsadvies.
DE BESLISSING
Gelast dat de verpleging van overheidswege van de terbeschikkinggestelde [terbeschikkinggestelde] voornoemd zal worden hervat.
Deze beslissing is gegeven door
mr. S.J.W. Hermans, voorzitter,
mr. J.W.H. Renneberg en mr. W.T.A.M. Verheggen, leden,
in tegenwoordigheid van G.A.M. de Laat, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 22 mei 2013.
Mr. Verheggen is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.