ECLI:NL:RBOBR:2013:CA0557
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- S.J.W. Hermans
- J.W.H. Renneberg
- W.T.A.M. Verheggen
- Rechtspraak.nl
Hervatting van verpleging van overheidswege na overtreding van voorwaarden door terbeschikkinggestelde
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 22 mei 2013 uitspraak gedaan over de hervatting van de verpleging van overheidswege van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1964 en verblijvende in de P.I. in Grave. De officier van justitie had op 9 april 2013 een vordering ingediend om de verpleging te hervatten, omdat de betrokkene zich niet had gehouden aan de voorwaarden die waren gesteld bij de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging. Deze voorwaarden omvatten onder andere deelname aan Forensisch Psychiatrisch Toezicht, het naleven van afspraken met behandelaars en het onthouden van alcohol- en drugsgebruik.
Tijdens de behandeling van de zaak werd duidelijk dat de terbeschikkinggestelde op 6 april 2013 niet op tijd terugkeerde van verlof, niet bereikbaar was en een strafbaar feit had gepleegd, namelijk exhibitionisme. De rechtbank heeft de adviezen van de Reclassering Nederland in overweging genomen, waaruit bleek dat de betrokkene de voorwaarden had overtreden en dat er geen mogelijkheden waren voor begeleiding. De rechtbank oordeelde dat de vordering van de officier van justitie moest worden toegewezen, gezien de ernst van de overtredingen en het hoge recidivegevaar.
De verdediging pleitte voor een schorsing van het onderzoek om te onderzoeken of het toedienen van libidoremmende medicatie een optie was, maar dit verzoek werd afgewezen. De rechtbank besloot uiteindelijk dat de verpleging van overheidswege van de terbeschikkinggestelde moest worden hervat, omdat er geen alternatieven waren en de veiligheid van de samenleving in het geding was. De beslissing werd genomen door de voorzitter en twee leden van de rechtbank, met de griffier aanwezig.