ECLI:NL:RBOBR:2013:CA2597
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verhuur van rijplaten zonder schriftelijk huurcontract en gevolgen van diefstal
In deze zaak heeft eiseres, een professionele verhuurder, 37 rijplaten voor onbepaalde tijd verhuurd aan gedaagde. De rijplaten zijn op 24 september 2011 gestolen van de locatie waar gedaagde deze in gebruik had. Eiseres vordert schadevergoeding van € 28.381,50, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten van € 800,-. Gedaagde voert aan dat er geen schriftelijk huurcontract is en dat er geen afspraken zijn gemaakt over verzekering van de rijplaten. Gedaagde stelt dat de diefstal overmacht is en dat zij niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor de schade.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen schriftelijk huurcontract is en dat er geen aanvullende afspraken zijn gemaakt over de verzekering van de rijplaten. De rechter oordeelt dat de tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst niet aan gedaagde kan worden toegerekend, omdat de diefstal niet te wijten is aan haar schuld. De rechter verwijst naar de algemene maatstaf van artikel 6:75 BW, die stelt dat een tekortkoming niet voor rekening van de schuldenaar komt als deze niet aan zijn schuld te wijten is.
De rechter concludeert dat eiseres, als professionele verhuurder, had moeten zorgen voor duidelijke afspraken over de verzekering van de rijplaten. Aangezien eiseres dit heeft nagelaten, komt de tekortkoming in beginsel niet voor rekening van gedaagde. De vorderingen van eiseres worden afgewezen, en eiseres wordt veroordeeld in de proceskosten van gedaagde.