Meer in het bijzonder houdt de verklaring van [slachtoffer 1] zakelijk weergegeven onder meer het navolgende in.
Op 29 juli 2007 is [slachtoffer 1] op 18-jarige leeftijd vanuit haar geboorteland Polen naar Nederland gekomen alwaar zij vanaf november 2007 werkte voor het uitzendbureau "[naam 1]" in Acht (p. 363). Zij woonde toen op het adres [adres 1] te [gemeente].
Eind december 2007 ontmoet [slachtoffer 1] via ene [persoon 1], die zij kende van het werk voor het uitzendbureau, verdachte voor het eerst in een café in Valkenswaard (p. 363-364). Het tweede contact dat [slachtoffer 1] met verdachte heeft vond plaats in het begin van januari 2008, waarbij zij met hem en [persoon 1] meereed naar een café in Venlo. Verdachte gedroeg zich in het café als een macho en betaalde de drankjes en het eten uit een dikke stapel briefjes van € 50,=. Hij reed in een grote Mercedes Benz en droeg dure kleding (p. 364-365). [slachtoffer 1] stelt dat zij die avond verkracht is door [persoon 1]. De dag erna is [slachtoffer 1] verdachte weer tegengekomen, zij vertelde hem wat er was gebeurd en verdachte gaf haar zijn telefoonnummer (p. 367), waarna zij een afspraak met hem gemaakt heeft. Verdachte heeft hierna tegen [slachtoffer 1] gezegd dat hij het met [persoon 1] geregeld had. Vanaf die tijd kwam verdachte bijna elke dag bij [slachtoffer 1] en [slachtoffer 1] werd verliefd op verdachte (p.368). Verdachte vertelde [slachtoffer 1] dat hij verliefd op haar was en in januari 2008 kregen ze een liefdesrelatie (p. 369). [slachtoffer 1] maakte kennis met de vrienden van verdachte (p. 369).
Verdachte vertelde [slachtoffer 1] desgevraagd dat hij vrienden had die dingen voor hem regelden, zelfs moorden en ook vertelde hij haar dat hij zelf iemand vermoord had (p. 369).
Eind januari/begin februari 2008 heeft verdachte tegen [slachtoffer 1] gezegd dat hij niet meer wilde dat zij nog werkte en dat hij wilde dat zij bij hem kwam wonen. [slachtoffer 1] is hierop naar haar werkgever gegaan en heeft haar baan opgezegd, waarbij zij aangaf dat zij dit deed omdat zij een rijke vriend had (p. 370).
Op een feest ontmoette [slachtoffer 1] een kennis van verdachte genaamd [persoon 2] (p. 370). [persoon 2] werkte als prostituee (p.369). [slachtoffer 1] vertelde [persoon 2] dat zij haar baan had opgezegd en dat zij een andere huisvesting zocht nu het huis waar zij woonde via haar werkgever geregeld was (p. 371). Ook zei [slachtoffer 1] tegen [persoon 2] dat zij werk zocht, waarna [persoon 2] haar vroeg of ze veel geld wilde verdienen door voor een raam te zitten en met mannen te praten en te drinken (p. 370-371). [slachtoffer 1] zag dat verdachte en [persoon 2] veel geld hadden en wilde dat ook.
In februari 2008 is [slachtoffer 1] met [persoon 2] naar Utrecht gegaan en heeft zich in laten schrijven om zodoende op de "bootjes" in Utrecht te mogen werken (p. 372). [slachtoffer 1] wilde wel praten en drinken met de mannen, maar zij gaf aan [persoon 2] aan dat zij geen seks met hen wilde (p. 373). [persoon 2] zei dat haar man [persoon 3] aan [verdachte] (verdachte) zou vragen of [slachtoffer 1] dit werk mocht doen. [persoon 2] vertelde [slachtoffer 1] daarbij dat het goed zou zijn dat [slachtoffer 1] geld zou verdienen omdat verdachte problemen had met geld en de politie (p. 373).
Verdachte heeft [slachtoffer 1] gezegd dat hij het niet erg vond als zij het werk ging doen (p. 373).
Verdachte heeft voor [slachtoffer 1] geregeld dat zij bij [persoon 4] (die [slachtoffer 1] kent als [naam 2]) [persoon 4], (p. 373) kon gaan wonen. [slachtoffer 1] heeft een week bij [persoon 4] verbleven. [persoon 4] heeft [slachtoffer 1] meegenomen naar Amsterdam om haar het echte werk te laten zien (p. 374). Verdachte was hiervan op de hoogte en is samen met [slachtoffer 1], [naam 2] en [persoon 5] naar Amsterdam gereden (p. 374). Nadat [slachtoffer 1] tegen verdachte zei dat zij de prostitutie niet in wilde, heeft verdachte tegen [slachtoffer 1] gezegd dat zij dan terug naar Polen zou worden gestuurd en dat hij, verdachte, daardoor in de gevangenis terecht zou komen omdat [slachtoffer 1] hem niet wilde helpen. [slachtoffer 1] voelde zich hierdoor schuldig (p. 375). Verdachte stuurde [slachtoffer 1] vervolgens bij terugkomst in Geldrop een sms-bericht dat de relatie over was en dat hij haar terug zou sturen naar Polen (p. 375). [slachtoffer 1] heeft hierna in een telefoongesprek tegen verdachte gezegd dat zij de prostitutie in zou gaan opdat verdachte niet bij haar weg zou gaan. Verdachte zei tegen [slachtoffer 1] dat zij de dag erna moest beginnen en dat zij op deze manier aan hem moest bewijzen dat zij van hem hield (p. 375). Verdachte zei dat [persoon 5] haar de volgende dag op zou komen halen en naar Amsterdam zou brengen. Verdachte heeft [slachtoffer 1] gezegd dat het werk maar voor twee maanden was en dat het maar tien minuten per man zou zijn en dat het dus snel ging. Verdachte vertelde [slachtoffer 1] dat zij altijd een condoom moest gebruiken en dat zij haar vagina niet door handen moest laten aanraken. [persoon 5] en [persoon 4] hebben [slachtoffer 1] de volgende dag in de Mercedes Benz van verdachte naar Amsterdam gebracht. Hier heeft [slachtoffer 1] zich ingeschreven bij "[naam 3]" en [persoon 4] regelde een kamer voor haar. [slachtoffer 1] had die avond veel klanten en heeft € 650,= verdiend (p. 377-378). Verdachte was inmiddels ook in Amsterdam en heeft [slachtoffer 1] en [persoon 4] mee terug genomen naar Geldrop. Verdachte heeft in Geldrop aangegeven dat hij geld nodig had en [slachtoffer 1] heeft hem € 300,= gegeven. Nadat [slachtoffer 1] had gedoucht vroeg verdachte haar om meer geld. De volgende dag is [slachtoffer 1] door verdachte naar Amsterdam gebracht. Zij verdiende die nacht € 800,=. Tijdens de avond kreeg [slachtoffer 1] van verdachte berichten met (onder meer) de vraag hoe het ging en hoeveel geld zij al had verdiend. Op de terugweg heeft verdachte [slachtoffer 1] gezegd dat hij geld nodig had en [slachtoffer 1] heeft verdachte hierop al haar verdiensten gegeven. Verdachte heeft [slachtoffer 1] vervolgens ondergebracht in Hotel [naam 4] in Eindhoven (p. 380). Ook de dag erna bracht verdachte [slachtoffer 1] weer naar Amsterdam. Hij stuurde haar tijdens haar werk sms-berichten dat hij van haar hield en dat het maar voor twee maanden was en dat ze dan een mooi huis zouden hebben waar ze in konden leven (p. 380). Verdachte had geen werk en vroeg wederom om het verdiende geld. Verdachte zei dat [slachtoffer 1] meer geld kon verdienen.
Verdachte regelde vervolgens een nieuw adres voor [slachtoffer 1] bij een vriend van verdachte, genaamd [persoon 6] (p. 380-381). [persoon 6] kreeg geld van verdachte omdat [slachtoffer 1] een week bij hem verbleef (p. 382). In die week bracht verdachte [slachtoffer 1] naar Amsterdam, haalde haar weer op, pakte het geld af en bracht haar terug naar [persoon 6]. Hierna verhuisde [slachtoffer 1] naar het huis van de broer van verdachte, [persoon 7]. Terwijl [slachtoffer 1] bij [persoon 7] verbleef ging het wat het werk betrof hetzelfde als voorheen. [slachtoffer 1] hoorde van [persoon 7] dat verdachte een vrouw en kinderen heeft (p. 382). Verdachte vertelde [slachtoffer 1] hierop dat hij naar Spanje zou gaan als zij niet meer zou gaan werken en dat zij dan naar Polen terug zou moeten (p. 383). Het werk in Amsterdam ging vervolgens door. Na enkele maanden kregen verdachte en zijn broer [persoon 7] ruzie en [slachtoffer 1] verhuisde naar de zus van verdachte, genaamd [persoon 8], in [wijk], alwaar zij ongeveer één maand woonde. Nog steeds werkte [slachtoffer 1] in Amsterdam (p. 384). Na deze ene maand heeft verdachte [slachtoffer 1] naar [persoon 9] gebracht, wonende aan de [adres 2] te [gemeente 1]. In die tijd ging [slachtoffer 1] dagelijks naar Amsterdam om te werken. Zij was nog steeds erg verliefd op verdachte, wilde hem niet kwijt en moest het werk doen zodat zij verdachte financieel kon helpen. Na het werk gaf [slachtoffer 1] het verdiende geld zoals gewoonlijk aan verdachte (p. 385). Via twee vrienden van verdachte genaamd [persoon 10] en [persoon 11] werd geregeld dat [slachtoffer 1] op het adres [adres 3] te [gemeente 2] werd ingeschreven. [slachtoffer 1] heeft nooit op dit adres gewoond (p. 386) maar bleef in [gemeente 1] wonen.
Nadat [slachtoffer 1] ongeveer vijf maanden als prostituee gewerkt had, vertelde verdachte haar dat zij dit werk moest blijven doen omdat hij nog steeds geld nodig had voor het huis dat gebouwd werd in Turnhout (België), waar hij samen met [slachtoffer 1] zou gaan wonen. Als [slachtoffer 1] wilde stoppen met het werk, dan ging het samenwonen niet door en moest [slachtoffer 1] terug naar Polen (p. 389). Toen [slachtoffer 1] minder ging verdienen in Amsterdam is zij door verdachte naar een club in [gemeente 3] gebracht. Verdachte wilde dat [slachtoffer 1] meer ging werken en regelde de contacten hiertoe. Verdachte vertelde [slachtoffer 1] in augustus 2008 dat zij nog een half jaar moest blijven werken omdat hij € 800,= per dag nodig had voor het huis. Kort nadat [slachtoffer 1] in [gemeente 3] ging werken is zij ziek geworden. Verdachte zei tegen haar dat zij weer moest gaan werken omdat hij anders voor twee of drie maanden naar Spanje zou moeten om zelf te gaan werken. Verdachte vertelde [slachtoffer 1] dat het dan beter was om de relatie te beëindigen, omdat de relatie na zoveel maanden toch geen kans zou hebben. [slachtoffer 1] reageerde hier bang op en vertelde verdachte dat zij dan wel weer zou gaan werken.
Verdachte nam [slachtoffer 1] hierna mee naar het [adres 4] te [gemeente 2] en vertelde haar hoe het er daar aan toe ging (p. 392). Ook toen [slachtoffer 1] op het [adres 4] in [gemeente 2] ging werken regelde verdachte bepaalde zaken voor haar (p. 390). Zo gaf verdachte [slachtoffer 1] een lijst met namen en telefoonnummers en zei dat zij deze moest bellen om zo aan een (werk)kamer te komen. Voordat [slachtoffer 1] op het [adres 4] ging werken kreeg zij wederom van verdachte instructies mee. Verdachte zei tegen [slachtoffer 1] dat zij, als er politie kwam, niet moest zeggen dat zij een vriend had, maar dat zij voor zichzelf werkte, dat zij het geld voor zichzelf hield en het niet af hoefde te geven en dat ze die dag voor het eerst aan het werk was (p. 392). [slachtoffer 1] heeft tot 1 januari 2009 op het [adres 4] gewerkt. Op het [adres 4] werkte [slachtoffer 1] uiteindelijk zes dagen per week en verdiende er € 800,=, tot zelfs meer dan € 1.000,= per dag. Zelfs toen zij € 1000,= per dag verdiende vertelde verdachte haar dat dit niet genoeg was (p. 393).
Omdat [slachtoffer 1] volgens verdachte op het [adres 4] te weinig verdiende is ze eind januari 2009 weer in Amsterdam gaan werken (p. 398). Op 11 april 2009 is [slachtoffer 1] naar Polen gegaan om haar familie te bezoeken (p. 399). Op 18 april 2009 is [slachtoffer 1] met het vliegtuig vanuit Polen terug gekomen naar Nederland en heeft zij aangifte gedaan (p. 400).
[slachtoffer 1] heeft haar verklaring ten overstaan van de rechter-commissaris op 10 juli 2012 gehandhaafd.