In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 18 maart 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan het voorhanden hebben van een grote hoeveelheid professioneel vuurwerk, schuldheling en het handelen in harddrugs. De verdachte werd beschuldigd van meerdere feiten, waaronder het opslaan en voorhanden hebben van professioneel vuurwerk dat bestemd was voor particulier gebruik, het verkopen en verstrekken van amfetamine, cocaïne en GHB, en het verwerven van een bromfiets waarvan hij redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze van misdrijf afkomstig was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 19 november 2013 in zijn woning in Veldhoven een aanzienlijke hoeveelheid illegaal vuurwerk en harddrugs voorhanden had. De verdachte ontkende kennis te hebben van het vuurwerk, maar de rechtbank oordeelde dat het niet aannemelijk was dat hij dit niet had gezien, gezien de omstandigheden waaronder het vuurwerk was aangetroffen. Daarnaast werd vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 mei 2013 tot en met 19 november 2013 opzettelijk amfetamine, GHB en cocaïne had verkocht en verstrekt aan verschillende afnemers.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte schuldig was aan de tenlastegelegde feiten en legde een gevangenisstraf op van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die een nagenoeg blanco strafblad had. De rechtbank benadrukte de gevaren die het voorhanden hebben van professioneel vuurwerk en harddrugs met zich meebrengt voor de samenleving en de gezondheid van gebruikers.