In voornoemd advies van het hoofd van de inrichting d.d. 9 januari 2014 is onder meer het navolgende gesteld:
...
Betrokkene is een, in 1967 geboren, met 8 maanden geadopteerde, bovengemiddeld intelligente man waarbij er sprake is van de stoornis van Asperger en een aanpassingsstoornis met depressieve en angstige kenmerken. In 2007 heeft betrokkene een TBS-kader met verpleging opgelegd gekregen vanwege het plegen van ontuchtige handelingen en aantasting van de eerbaarheid bij 2 minderjarige jongens. Hoewel gesproken kan worden van een seksuele deviatie, wijst onderzoek en klinische observatie niet op een parafilie in engere zin (pedofilie). In de behandeling imponeert betrokkene als
een kwetsbare man die vooralsnog extern aangeboden structuur behoeft om het overzicht te
behouden en zijn beperkte draagkracht niet te overschrijden. Door de actieve en gedreven
behandelattitude van betrokkene is zijn ziekte-inzicht sterk toegenomen en probeert hij naar
vermogen rekening te houden met zijn beperkingen. Hij accepteert dat hij, mogelijk langdurig, professionele begeleiding nodig heeft en stelt zich begeleidbaar en afspraak-betrouwbaar op. Gezien de beperkte draagkracht en zijn moeite om, inherent aan de problematiek, zich te kunnen handhaven in een complexe setting als de huidige met uiteenlopende ziektebeelden en de dynamiek die hieruit ontstaat, is de inschatting dat bij langdurig verblijf binnen de huidige setting de ontwikkeling op termijn stagneert. De behandeling richt zich derhalve op een snelle doch verantwoorde doorstroom naar een ambulante zorgprothese welke gespecialiseerd is in de begeleiding van personen met een autistiforme stoornis. Daar de autistiforme problematiek onveranderbaar is, en derhalve dient te worden uitgegaan van een handicapmodel, blijft de focus in de behandeling liggen op het formuleren van terugvalpreventiestrategieën, de ontwikkeling van copingvaardigheden in het omgaan met spanningsvolle situaties en het realiseren van een passende en professionele hulpverleningsprothese. Gezien de motivatie van betrokkene, met daarnaast het aanwezige ziekte-inzicht en de acceptatie van de stoornis, is behandeling binnen het dwangkader niet langdurig noodzakelijk maar dient wel sprake te zijn van een zorgvuldige inbedding in een ambulante zorgprothese alvorens de dwangverpleging voorwaardelijk kan worden beëindigd. Inmiddels zijn contacten gelegd met het Centrum voor Autisme en is betrokkene aangemeld, en aangenomen, bij het COSA Project van de reclassering. De komende periode zal het onbegeleide verlof worden opgestart en zal geleidelijk aan een externe structuur worden vormgegeven door de realisatie van een extern dagprogramma, vrijetijdsactiviteiten en een hem ondersteunend sociaal netwerk. Bij een goed verloop hiervan kan in de loop van het jaar worden overgegaan tot een transmuraal verlofkader.
Advies verlenging TBS maatregel
Gelet op de nog immer bestaande kans op recidive en de fase van de behandeling waarin betrokkene zich bevindt, adviseren wij een verlenging van de ter beschikkingstelling van 1 jaar en continuering van de verpleging van overheidswege.
…