Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.[eiser],
[eiseres],
[eiseres],
[eiser],
1.De procedure
- de dagvaarding van 28 februari 2014, met 15 producties,
- de brief van mr. Bergkamp van 25 maart 2014, met de conclusie van antwoord,
- de producties 1 t/m 105 van de zijde van het Catharina Ziekenhuis, ingekomen ter griffie op 26 maart 2014,
- de mondelinge behandeling op 27 maart 2014,
- de pleitnota van het Catharina Ziekenhuis.
2.De feiten
4.2. In de eerste plaats moet worden vastgesteld wat onder een zelfstandige praktijk wordt verstaan. Kennelijk heeft de stichting hierbij het oog op een eigen praktijk die door eisers(de dermatologen, vzr.)
buiten het toezicht van de raad van bestuur naast hun reguliere praktijk in het ziekenhuis is gevoerd. Die zienswijze acht het Scheidsgerecht niet houdbaar. Eisers hebben alleen patiënten behandeld die zich voor een medische behandeling in het ziekenhuis hebben aangemeld. In een aantal gevallen hebben eisers op verzoek van deze patiënten verrichtingen uitgevoerd die, althans naar de mening van eisers, niet (meer) tot de verzekerde zorg behoorden. Met deze patiënten is daarover overleg gepleegd. Eisers hebben de patiënten voor deze verrichtingen laten betalen en facturen verstrekt met daarop de naam van het ziekenhuis.
is gebeurd.
2.1. (…) Het Scheidsgerecht blijft bij zijn oordeel dat het door de stichting aan eisers gemaakte verwijt dat hun privépraktijk in het ziekenhuis “in strafrechtelijke zin frauduleus is”, misplaatst is. De stichting heeft verzocht om een nadere motivering van dit oordeel. Die motivering komt erop neer dat niet valt in te zien onder welke strafrechtelijke delictsomschrijving het aan eisers verweten handelen of nalaten zou moeten vallen. Nu de stichting met betrekking tot eisers nimmer aangifte heeft gedaan van het plegen van een strafbaar feit, is haar zienswijze ook nooit door de bevoegde strafrechter getoetst. Reeds daarom past het de stichting niet in deze procedure vol te houden dat er wel van strafrechtelijk verwijtbaar handelen sprake is geweest. De verwijzing naar de opinie van een hoogleraar, die vervolgens gemotiveerd is bestreden door een andere hoogleraar, brengt niet mee dat over een en ander anders moet worden geoordeeld. Het Scheidsgerecht acht het strafrechtelijk verwijt aan eisers ook misplaatst omdat de raad van bestuur zich hierover geen prematuur oordeel had mogen aanmatigen. Door dat wel te doen heeft de stichting het conflict in aanzienlijke mate nodeloos doen escaleren.”
Handhaven integriteit kost Catharina ziekenhuis één miljoen euro”. In het persbericht werd tevens een persconferentie aangekondigd, welke op die dag om 13.00 uur in het Catharina Ziekenhuis zou plaatsvinden. Tijdens die persconferentie zou een uitgebreide toelichting worden gegeven op het arbitraal vonnis van het Scheidsgerecht in de zaak rond de maatschap dermatologie.
Met dit oordeel geeft het Scheidsgerecht een opvallend maatschappelijk signaal: als het om integriteitskwesties gaat hebben medisch specialisten in Nederland anno 2014 een grotere scharrelruimte en een hogere rechtsbescherming tegen ontslag dan iedere andere medewerker.”
Volgens het Scheidsgerecht Gezondheidszorg hebben we daar dus te zwaar op ingezet. Maar wij vinden als Raad van Bestuur dat je op integriteit niet kan beknibbelen.
patiënten werden in de zelf opgezette praktijk niet-verzekerde zorg van de dermatologen geconfronteerd met een soort koehandel, behandelprijzen waren niet duidelijk, waren arbitrair, en werden op onderdelen zelfs ingezet als actietarief. Zoiets als 3 halen, 2 betalen bij de dermatologie. 10 pukkels weghalen, voor honderd euro. Het lijkt de Albert Cuypmarkt wel. Met directe contante betaling graag. In mijn ogen een bizarre en verwerpelijke invulling van het begrip marktwerking in de zorg.
“(…)
[naam], Volkskrant
[naam], VolkskrantU heeft het steeds over integriteit maar juist op dat punt, zo kunnen we in de uitspraak lezen, krijgt u geen gelijk. Er is niet aangetoond dat ze niet in het belang van de patiënt hebben gehandeld, integendeel.[naam]Ik adviseer u dan toch het vonnis goed te citeren. Het Scheidsgerecht zegt het standpunt van het Catharina Ziekenhuis dat de dermatologen integriteitsregels hebben geschonden is gedeeltelijk juist. Ik herhaal: dat standpunt is gedeeltelijk juist.Maar, zegt het Scheidsgerecht vervolgens, het ging maar over 20.000 euro, het zijn goede dokters en het had niet zo hoeven escaleren.Ik herhaal wat mijn collega [naam] heeft gezegd: op het moment dat een medewerker vandaag een printer meeneemt en op Marktplaats zet voor 50 euro; dan staat die ziekenhuismedewerker morgen buiten. Het Scheidgerecht ziet blijkbaar wel verschil tussen het handelen van medisch specialisten en medewerkers. Dat is een verschil, dat kunnen wij niet uitleggen. Daar doen wij geen pogingen toe.
op Kamervragen van het Kamerlid [naam] (PVV) over het bericht dat het Catharinaziekenhuis in Eindhoven één miljoen euro moet betalen aan vier frauderende dermatologen.”
3.Het geschil
primair:zal veroordelen om binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis in de landelijke dagbladen De Telegraaf, de Volkskrant, het Algemeen Dagblad, NRC Handelsblad en de Regionale bladen Eindhovens Dagblad en De Limburger een advertentie te doen plaatsen in een door de voorzieningenrechter te bepalen formaat met een in goede justitie te bepalen tekst tot rectificatie, op verbeurte van een boete van € 10.000, per krant en € 1.000, per dag zolang aan de veroordeling geen gevolg wordt gegeven,
“Dermatologen pleegden fraude”.De handelswijze van het Catharina Ziekenhuis is te kwalificeren als een ernstig toerekenbaar tekortschieten jegens de dermatologen, althans als een onrechtmatige daad jegens de dermatologen. De eer en goede naam van de dermatologen wordt hierdoor aangetast. Als gevolg daarvan lijden de dermatologen (reputatie)schade. De dermatologen hebben er dagelijks last van doordat patiënten bestaande afspraken afzeggen en geen zorgverzekeraar nog zaken met hen wil doen. De dermatologen [eiser] en [eiser] hebben aanstonds na de perspublicaties een sterk verminderde aandacht van mogelijke patiënten voor hun dermatologiekliniek opgemerkt en ervaren dat gemaakte afspraken worden geannuleerd.
Het Catharina Ziekenhuiskomt, kort weergegeven, op het navolgende neer.
4.De beoordeling
,[naam]
,en de voorzitter van de Raad van Toezicht
,[naam], het woord hebben gevoerd.
Aan de ene kant verwijten de dermatologen het Catharina Ziekenhuis dat zij op de persconferentie ten onrechte van strafbare feiten zijn beschuldigd. De dermatologen hebben het door het Catharina Ziekenhuis tijdens de persconferentie gestelde gebrek aan integriteit opgevat in de - in het algemeen spraakgebruik niet ongebruikelijke en dus op een persconferentie relevante - zin van oneerlijkheid die tendeert naar een verwijt van strafbaar gedrag. Bij die door de dermatologen gehanteerde uitleg van het begrip integriteit komt met de uitlatingen op de persconferentie de op 15 november 2012 bij de opzegging van de toelatingsovereenkomst gebezigde grond strafbaar gedrag weer in beeld, hoewel het Scheidsgerecht die beëindigingsgrond nu juist expliciet niet heeft aanvaard.
Het Catharina Ziekenhuis betwist daarentegen dat zij de dermatologen op de persconferentie weer heeft beschuldigd van strafbare feiten en betoogt dat het op 3 januari 2014 heeft uitgelegd dat het de dermatologen heeft ontbroken aan integriteit, in de zin dat zij zijn blijven weigeren zich aan de normale voor alle medisch specialisten in het Catharina Ziekenhuis geldende regels te houden. De voorzitter van de RvB [naam] heeft integriteit tijdens de persconferentie inderdaad omschreven als:
“je functie adequaat en zorgvuldig uitoefenen en daarbij de verantwoordelijkheden en regels in acht nemen die daarbij behoren.”
gedeeltelijkjuist is dat de dermatologen zich uit een oogpunt van integriteit hebben misdragen. Bij de door het Catharina Ziekenhuis in dit kort geding gehanteerde institutionele variant van het begrip integriteit komt zo’n oordeel de voorzieningenrechter op zichzelf niet onmogelijk voor. Ook adequaat functionerende en zorgvuldige medewerkers die zich verantwoordelijk gedragen en de regels in acht plegen te nemen, kunnen in een zeer complexe organisatie als een ziekenhuis die moet voldoen aan een veelheid van regels, voorschriften en die belangen van velerlei aard moet dienen, wel eens discutabel handelen. Het Catharina Ziekenhuis lijkt tijdens de persconferentie ook niet consequent in het gebruik van de institutionele betekenis. Met de daarop volgende zin tijdens de persconferentie: “
je bent integer of je bent niet integer en je zit er niet tussenin. Je kunt niet een klein beetje integer zijn” lijkt de voorzitter van de RvB immers in werkelijkheid wel degelijk mede te doelen op het morele, persoonlijke aspect van het begrip integriteit. Dat moreel geladen verwijt maakt de huiver bij de dermatologen bij het kennisnemen van de boodschap van de persconferentie invoelbaar.
maar het is onnodig escalerend om hen telkens opnieuw van “leugens” te beschuldigen zoals van de zijde van verweerster is gebeurd”.
In rechtsoverweging 4.10. van het tussenvonnis van 6 mei 2013 “
stelt het Scheidsgerecht vast dat verweerster een onderzoek heeft doen uitvoeren dat niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. De onderzoeker gaat uit van de door hem niet geverifieerde veronderstelling dat eisers niet aan het onderzoek willen meewerken. Hij heeft geen gebruik gemaakt van hun dossiers en hij heeft hen niet gehoord waarmee hij twee elementaire fouten heeft gemaakt die twijfel kunnen doen rijzen over de onafhankelijkheid die bij een dergelijk onderzoek is vereist. Door melding te maken van het beluisteren van een telefoongesprek met een patiënt op de kamer van de voorzitter van de raad van bestuur heeft de onderzoeker kennelijk onbedoeld onthuld dat hij bij zijn onderzoek nauw met deze voorzitter heeft samengewerkt.”In rechtsoverweging 3.5. van het vonnis van 11 september 2013 overweegt het Scheidsgerecht dat het van oordeel is
“dat beide partijen in gelijke mate hebben bijgedragen aan het uit de hand lopen van hun conflicten, die bij meer zelfbeheersing en bij meer respect over en weer waarschijnlijk niet tot gevolg hadden behoeven te hebben dat toelating van eisers tot het ziekenhuis beëindigd werd.”In rechtsoverweging 3.6. van laatstgenoemd vonnis overweegt het Scheidsgerecht “
Bij de toekenning van een vergoeding wordt in aanmerking genomen dat eisers in gelijke mate als de Stichting een verwijt kan worden gemaakt van het onnodig escaleren van het conflict.”
Dergelijke nogal heftige passages zouden het Catharina Ziekenhuis, indachtig de zelf bepleite institutionele betekenis van de nagestreefde integriteit, tot enige terughoudendheid hebben kunnen brengen bij het publiekelijk nemen van de maat bij anderen, meer bepaald de dermatologen. Wie beseft hoe moeilijk het is om alles goed te doen, wil zijn toon over anderen nog wel eens matigen.
4.31. Het algemeen belang pleegt niet te worden gediend met het uiten van beschuldigingen waarvoor geen of onvoldoende onderbouwing is gebleken. Het Catharina Ziekenhuis heeft aangevoerd dat het zich geroepen voelde om te reageren op het eindvonnis van het Scheidsgerecht, waarin is bepaald dat het Catharina Ziekenhuis in totaal een bedrag van € 1.000.000,-- aan de dermatologen diende te betalen als billijke vergoeding. Gelet op het feit dat dit gemeenschapsgeld betreft, wenste het Catharina Ziekenhuis naar buiten toe verantwoording af te leggen over deze kwestie. De door het Catharina Ziekenhuis gestelde noodzaak om voor het publiek rekening en verantwoording af te leggen, rechtvaardigt de genoemde onterecht beschuldigende uitlatingen echter niet. De voorzieningenrechter merkt nog op dat tijdens de persconferentie onvermeld is gebleven dat bij de vaststelling van de vergoeding naar billijkheid het Scheidsgerecht uitdrukkelijk in aanmerking heeft genomen het mede falen van het Catharina Ziekenhuis bij het in de hand houden van dit conflict. Het afleggen van verantwoording pleegt aan overtuigingskracht te winnen naar mate het vollediger geschiedt en minder bestaat uit het achteraf het niet gekregen eigen gelijk bepleiten.
816,00