Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 januari 2014 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
Kamerstukken II2001/02, 28 447, nr.3) wordt hierover het volgende opgemerkt: “Omdat de ouders zelf een deel van de kosten van de kinderopvang voor hun rekening moeten nemen, worden zij aangezet tot het kiezen van kinderopvang met de beste prijs/kwaliteitsverhouding. Daarmee worden ouders gestimuleerd een kritische afweging van kosten en baten te maken.” De rechtbank neemt verder in aanmerking dat verweerder onweersproken heeft gesteld dat bij de meer flexibele contracten een hogere uurprijs in rekening wordt gebracht. Daarom kan verweerder in dit geval uitgaan van slechts de werkelijk afgenomen uren. Vanwege dit onderscheid treft de verwijzing van eiseres naar een uitlating van de staatssecretaris dat toeslag wordt verstrekt over de gefactureerde uren evenmin doel. Om dezelfde reden kan de omstandigheid dat eiseres kennelijk meer uren heeft betaald dan zij oorspronkelijk heeft gecontracteerd maar niet heeft afgenomen buiten beschouwing blijven. Deze uren komen op basis van het voorgaande oordeel niet voor een toeslag in aanmerking. Deze beroepsgrond faalt.
Beslissing
mr. B. van der Bruggen, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 21 januari 2014.