ECLI:NL:RBOBR:2014:2450
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Lammers
- H.M. Hettinga
- J. Leyenaar-Holleman
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor woninginbraak met geweld en bezit van amfetamine
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 15 mei 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van woninginbraak met geweld en het bezit van amfetamine. De verdachte werd beschuldigd van het plegen van een woninginbraak op 21 januari 2014 in Eindhoven, waarbij hij samen met een mededader een hoeveelheid geld en sieraden heeft weggenomen. Tijdens de inbraak heeft de verdachte geweld gebruikt tegen een politieambtenaar, die hem op heterdaad betrapte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich toegang tot de woning heeft verschaft door middel van braak en dat hij geweld heeft gebruikt door de agent te slaan en in zijn arm te bijten. Daarnaast werd de verdachte beschuldigd van het opzettelijk aanwezig hebben van ongeveer 2 gram amfetamine op 20 januari 2014.
De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan beide tenlastegelegde feiten. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 14 maanden geëist, maar de rechtbank legde een gevangenisstraf op van 8 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Tevens werd de verdachte veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan de benadeelde partijen, waaronder de slachtoffers van de inbraak en de politieambtenaar. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij voor materiële schade tot een bedrag van 3421,69 euro toegewezen, evenals een immateriële schadevergoeding van 500 euro aan de politieambtenaar. De rechtbank heeft ook verbeurdverklaring van de inbeslaggenomen goederen bevolen, die in verband stonden met de gepleegde feiten. De uitspraak benadrukt de ernst van woninginbraken en het gebruik van geweld tegen politieambtenaren, en de rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte bij het bepalen van de straf.